Aan de krant te zien wordt Jan een dagje ouder.
Aan de krant te zien wordt Jan een dagje ouder. Foto: Jeroen van de Sande

Ruim dertig jaar horen, zien en schrijven

Human Interest Human interest

Sint-Oedenrode - Elke week hebben we nieuws in de krant en tussendoor dagelijks op MooiRooi.nl. Dat krijgen wij van alle kanten toegestuurd, of we maken daar zelf werk van. Daar komt meer bij kijken dan je misschien denkt, weet onze redacteur Jan Egmond. Nooit van gehoord? Toch heeft hij recht van spreken: hij schrijft hij al ruim drie decennia voor de krant. Jan was 25 jaar correspondent bij het ED en vanaf de start van DeMooiRooiKrant werkt hij al voor ons. Eind deze maand stopt hij daarmee.

Naast zijn vaste baan begon Jan in 1990 als correspondent bij het Eindhovens Dagblad. Na een paar jaar overlap met DeMooiRooiKrant stopte hij bij het ED en sprong ook bij voor startende MooiKranten in de regio, als invaller of troubleshooter. Hij had er een handje van om in minder serieuze artikelen ambtenaren te plagen, maar was zelf ook ambtenaar. “Nu ik niet meer zo piep ben neigt mijn zelfspot naar ouderenkwaaltjes, maar Rooise knarren kunnen weer veilig de krant lezen. Zonder gekheid: er zijn onderhand zoveel gevoeligheden, korte lontjes, lange tenen, grappen eindigen in een jank-of dreigpartij, ‘kunnen nu niet meer’. Over een paar jaar wordt dit interview door de taalpolitie online weggepoetst, let maar op. Er staan woorden in die straks ècht niet meer kunnen. Weet jij iets dat vroeger niet kon en nu wél? Gelukkig is humor vloeibaar als water, anders zou het cultureel erfgoed worden.”

Van satire tot cultuur
Jan schrijft graag prikkelend, kritisch, in perspectief en out of the box. Hij is ook dol op satire. “Maar dat lukt niet even tussendoor. Als je satire die ene keer aankondigt is de clou er af, maar als je dat niet doet nemen lezers het serieus en dat is óók weer niet de bedoeling”. Hij noemt zichzelf apolitiek. “Een zuiverder start kun je als politiek redacteur niet maken vind ik. Elke fractie kon van mij ‘een goede pers’ krijgen, of juist niet”.Interviews deed hij in coproductie met de geïnterviewde. “Minder zuiver, meer werk, maar verder alleen voordelen. Zelden gedoe over de inhoud en twijfel aan een antwoord las je tussen de regels door.” Dat werkte echter alleen bij een of twee, hooguit drie tegenspelers, weet hij uit ervaring. “Hoe meer deelnemers hoe minder men zich houdt aan afspraken en spelregels, en hoe vaker onderlinge competitie over de tekst”. Jan schreef ook recensies over boeklezingen. “Door de jaren heen kreeg ik regelmatig complimenten over mijn recensies van literaire lezingen, en het Roois Kultuur Kontakt vroeg mij als vaste recensent. Door samenloop van lockdown-improvisaties, minder sterke sprekers en botte pech kende 2021 een dieptepunt. De weerslag op het publiek was navenant. Voorbeelden daarvan heb ik niet in de krant gezet, maar mooier kon ik het niet maken. De RKK-werkgroep diende een klacht in omdat ik te negatief zou schrijven, nota bene over hun podium van het vrije woord. Tja, het blijft mensenwerk hè. Maar ik schrijf niet voor een reclamebureau en vanaf dat moment keurt de slager zijn eigen vlees.”

Politiek: van ‘roept u maar’ tot dragqueen
Ondanks zijn start als politiek onbenul – zijn woorden – werd politiek zijn belangrijkste onderwerp. Jan: “Het ED kon geen correspondent vinden die dat aandurfde, maar ik had zoiets van ‘Onwetend zondigt men niet, dus wie doet mij wat?’ en in het begin ging er inderdaad best veel fout.“ Inmiddels kun je wel stellen dat Jan door de wol is geverfd. “Democratie is als een vlot; het blijft drijven, maar je krijgt altijd natte voeten. Den Haag ligt inmiddels op een andere planeet maar onze gemeenteraad kan ik volgen. Daar worden geen spelletjes gespeeld, en niemand uitgesloten. Het geheel is meer dan de som der delen. Wat mij betreft mogen sommige raadsleden wel wat meer doen dan af en toe iets droog voorlezen zonder mimiek, oogcontact met hun publiek of discussie. Politiek is showbusiness, ‘for ugly people’ voegen de Engelsen daar graag aan toe maar dat heb ik niet gezegd hè.” De gemeenteraadsverkiezingen in 2022 hebben Jan flink bezig gehouden. “Dat begon al toen slechts twee partijen de moeite hadden genomen om een jaarverslag te publiceren: SP en Hart. Ik vind zo’n jaarverslag een kwestie van fatsoen, voor hun jaarschnabbel van €20.000 per persoon. Bij een lokale partij zou een visie op hun website trouwens ook verhelderend kunnen werken; stáán ze ergens voor of ‘roept u maar’? Ik was echter even vergeten dat visie, initiatief, dossierkennis en zelfs een dampende PR ‘de’ kiezer niet zo interesseren. Tot de laatste verkiezingen. Want wat je ook vindt van hun stijl en gedachtegoed, vriend en vijand zal (moeten) erkennen dat de fractie Hart een voorbeeldrol vervult. Noem één willekeurig element van democratie en Hart heeft het. Ook zelfkritiek zag ik voornamelijk bij Hart. Niet vanzelfsprekend, wel terecht want wie vaak slaat, slaat de plank ook vaker mis. Toch werd Hart de grote verliezer. Vonden sommige fracties het wel makkelijk om erop te vertrouwen dat de gemiddelde burger niet kiest vanuit ratio maar onderbewustzijn? De uitslag in 2022 was voor mij in ieder geval een wake-up call. Bij verkiezingen kun je makkelijker scoren met bijvoorbeeld een groot netwerk, opportunisme, sjoemelen met de kieswijzer, een stemmenkanon of een seksbom. Misschien in 2026 een dragqueen? Ik sta nergens meer van te kijken.”

Te veel opinie
Blijft Jan het nieuws volgen, als het niet meer ‘moet’? “In dagbladen vind ik te weinig harde feiten, te veel inkleuring en opinie – hoor mij nou eens - en voor verhalen heb ik geen dagblad nodig. Internet is net een milieustraat. Veel ‘nieuws’ is nep, gerecycled, propaganda, gesponsord of lok-link. Behalve in een drol kun je ook al in een trol trappen. Toch denk ik dat ik het nieuws blijf volgen, uit gewoonte. Voor wat het waard is, want zelfs het officiële nieuws geeft een verknipt wereldbeeld. Dat leert Hans Rosling ons binnen drie minuten in het onvergetelijke interview ‘you need more than the media to grasp the world’. Alles wat niet deugt is de journalist een vreugd. Toch word je op je eigen ‘wenken’ bediend. Nieuws over wat fout gaat of angst aanjaagt, trekt namelijk veel meer lezers dan goed nieuws. De negativiteitsbias, noemen mediapsychologen dat. In een lokale krant speelt dat gelukkig minder want hoe dichter bij huis het slechte nieuws, hoe ongemakkelijker het voor lezers wordt”.
Een voorbeeld dat nét de krant haalde wil hij wel kwijt. “Een bekende Nederlandse stichting belazerde de kluit bij hun deur-aan-deur collecte. Hoewel meer mensen op de – inmiddels gecensureerde – facebookpagina van die club een boekje open deden, was publicatie voor ons een moreel dilemma. Ze hadden de schijn tegen, maar als ze tóch non-profit zouden zijn, zonder een ‘Winstton’ in het bestuur? Dan zou je zelfs kunnen stellen dat een goed doel altijd de middelen heiligt.”

En nu?
Jan: “Ik bruis nog van energie, tussen mijn ‘ouwernaps’ door dan hè. Ik ben al links en rechts gevraagd maar kijk nog even de kat uit de boom. Met goede doelen heb ik breed ervaring opgedaan, maar daar ook een dubbel gevoel aan overgehouden. Er is ook al gevraagd naar mijn memoires maar man, man, na dertig jaar heb ik daarvoor mijn fantasie niet eens nodig. Intimidatiepogingen van ‘Ik weet waar jouw dochtertjes naar school gaan’ door een Rooienaar die zijn naam niet durfde te noemen tot ‘Dit gaan we niet in de krant zetten hè Jan’ door een weg-versperrende John Jorritsma, toen nog onze gemeentesecretaris. Lek gestoken banden, biografieën van borderliner tot ex-crimineel, gered door een oud vrouwtje met een schietgebedje, liegende en dreigende wethouders, bijzondere ervaringen met integere bestuurders en mensen die ik heel blij heb gemaakt of troost gebracht. En niet te vergeten de kudde beschamende of vermakelijke, maar altijd leerzame bokken die ik zelf heb geschoten.

Publiceren? Als ik daarmee écht veel mensen blij zou kunnen maken … maar voor zoveel oude koeien uit de sloot zou ik het hele wagenpark van Rendac moeten afhuren.”

Wat hij het meest zal missen als hij niet meer schrijft voor de krant? “De kick, dat ik niet meer elke week het laatste woord heb. Zonder gekheid: geen idee, het is misschien toch een soort verslaving geworden. Een oudere man antwoordde eens, op de vraag wat hij het ergste vond van oud worden ‘Dat je er niet meer toe doet’.
Had die man dan geen kinderen? Een groot ego? Was hij vooral eenzaam? Of zou iedereen op zijn oude dag dat gevoel een beetje krijgen?”