Kim Hendriks
Kim Hendriks Foto: BRIGITTE TOPS

Als miMakker zijn of haar maatje zijn

Human Interest Human interest

Sint-Oedenrode - De kwaliteiten gebruiken van een clown, om te ontmoeten, te ontroeren en contact te maken met mensen met dementie of een verstandelijke beperking. Dat is wat Kim Hendriks al zeventien jaar met veel passie doet. Ze is miMakker bij Brabant Zorg en brengt vele mensen een bezoek in haar clowneske kleding en met haar rode neus.

Door: Caroline van der Linden

Zoals een clown doet vermoeden, zou je toch denken dat de lach het belangrijkste doel zou zijn. Maar daarentegen, is vooral het contact en de aandacht, als basisbehoefte van de mens, het uitgangspunt. “Als miMakker verplaats ik me in de belevingswereld van de ander en sluit aan bij de sfeer en emoties in het hier en nu”, vertelt Kim. “Ik stel me gelijkwaardig op ten opzichte van de bewoner, als het ware als zijn of haar maatje. Ik probeer contact te krijgen met de persoon achter de dementie of verstandelijke beperking.

Soms is het voor familie, vrienden, begeleiders/verzorgers moeilijk om contact te krijgen met een bewoner of familielid. Hij of zij leeft soms geheel in een eigen wereld, waarbij het niet meer lukt om via de dagelijks aangeboden activiteiten of reguliere zorg, contact te krijgen met hem of haar. Bij mensen met dementie is de gesproken taal vaak verwarrend of niet altijd meer paraat. Hun gedrag en omgang met anderen verandert vaak. Niet in alle fases van de ziekte, maar meestal wordt het steeds moeilijker”, vertelt Kim. 

“De groep dementerenden is sterk groeiende. Door de miMakkus-methode die ik toepas, heb ik een stukje bagage om toch weer contact te maken en toegang te krijgen naar wat nog wel kan. Hierdoor richten mensen zich even niet alleen op de narigheid van de ziekte, maar ook op het plezier.

Het is in principe een stukje benaderingswijze en aan de andere kant de clownerie. Bij mensen met dementie merk ik dat de clown nog vaak paraat is, net zoals bijvoorbeeld de pastoor of de dokter dat zijn. Mensen kunnen zich nog lang herinneren dat een clown staat voor een lach en een traan. Om een voorbeeld te geven: als ik als Kim van de trap val, zegt men al snel, o jee gaat het wel? Maar als ik dat als miMakker doe, dan wordt er gelachen of zegt men: doe dat nog eens een keer. Er zitten als het ware andere grenzen aan. Je hebt een ruimer speelveld en het is leuk om daar gebruik van te kunnen maken”, vertelt ze. “Omdat ik een kostuum draag en een rode neus, heb ik een soort masker op, dat prikkelt mensen. Ze zijn hierdoor alerter. Het is duidelijk dat er iets gaat gebeuren. Er komt iemand binnen die er anders uit ziet dan de anderen in de ruimte. 

Ik draag geen kostuum zoals een circusclown. Die heeft meer de aandacht nodig van mensen ver weg op de tribunes. Ik ben juist heel dicht bij de ander. Geen schreeuwende schmink dus met felle kleuren, maar juist subtiel. Vaak begin ik ook erg rustig en bouw het vanuit de stilte op. Als ik stil ben, werk ik eigenlijk het hardst. Dan komt het echt aan op gevoelsniveau, hart tot hart. Elke miMakker hanteert zijn of haar eigen werkwijze. De één werkt veel met zang of materialen zoals een muziekdoosje of handpop. Ik werk veelal met datgene wat voor handen is en mijn eigen lijf, bijvoorbeeld door te spelen met mijn handen of voeten of door te dansen. Maar wat altijd geldt is de basis van aftasting. Wat kan er gezien de situatie.

Als miMakker blijf ik wel gewoon Kim en probeer ik juist mezelf te zijn met al mijn eigenaardig- en kwetsbaarheden. Ik merkte in mijn opleiding dat ik juist meer af – dan aan moest leren, omdat je als mens vaak snel al een idee of vooringenomenheid hebt van iets of iemand. Dat moet je als miMakker proberen los te laten. Als ik vorige week door middel van het maken van klanken contact heb gemaakt, moet ik er niet vanuit gaan dat het een volgende ontmoeting weer zo is. Ik werk daarom ook niet met een doel. Het is fijn als iemand minder verdrietig is of meer tot rust komt, maar het is juist belangrijk dat mensen voelen dat ik geen verwachting van ze heb. 

Alle emoties mogen er zijn. Ook als mensen niet blij zijn met een clown en er soms zelfs bang voor zijn. Want ook dat komt voor. Dat kan bijvoorbeeld door negatieve ervaringen die opgedaan zijn in het verleden. Als mensen een bezoek van een clown als niet prettig ervaren, geef ik ze alle ruimte om zich ervan af te keren of er op afstand toch door gefascineerd te zijn. Daarom blijft het steeds belangrijk goed af te stemmen op de ander. Waarnemen of die ander toegang geeft voor de ontmoeting of juist niet. 

Als ik als miMakker Sofie Bisou, want dat is mijn naam als ik aan het werk ben, mijn rode neus om de hoek van de huiskamer steek, observeer ik altijd eerst de gemoedstoestand van de persoon waarvoor ik kom. Ik kijk elke keer opnieuw, hoe tref ik die ander aan, is hij of zij alert of juist niet, hoe is de sfeer, heeft iemand ergens pijn, merk ik dat iemand me aankijkt of niet, mag ik die ander aanraken? Die ander bepaalt hoe dichtbij ik mag komen. Dat lees ik af aan iemands lichaamstaal of de woorden die hij of zij gebruikt. Het is echt improviseren en de regie vooral bij de ander neerleggen.”