Afbeelding

Radarverstoring windmolens al in 2007 bekend

Politiek Politiek Meierijstad

Meierijstad - Het bericht dat de windmolens tussen Schijndel en Sint-Oedenrode niet doorgaan omdat die de radar van de vliegbases Volkel en Eindhoven kunnen verstoren, zou een aantal inwoners een déja-vu beleving moeten hebben bezorgd. Want ruim 20 jaar geleden was er óók een initiatief voor vier windmolens tussen Schijndel en Sint-Oedenrode. Na jaren discussie leek het licht op groen te staan, maar viel het doek toen defensie liet weten dat dit de radar van de vliegbases zou kunnen verstoren. Dat was in 2007.

Na vijftien jaar geleden is het voor veel inwoners, inclusief de gemeente, wellicht niet meer dan een vage herinnering. Ware het niet dat bij een gemeentelijke informatieavond over windenergie twee jaar geleden René Dekkers, een van de initiatiefnemers van destijds, het gespreksforum wees op die beslissing destijds. “Men reageerde verbaasd en vroeg of ik de stukken daarvan nog in bezit had. Ik zei van niet, maar wees erop dat ze die stukken vast zelf nog hadden liggen. Daarna heb ik er niks meer over gehoord”.
De lezers van ons De Bron magazine zagen in de september-editie van vorig jaar het interview met Mari Thijssen en René Dekkers, waarbij die laatste deze herinnering nogmaals oprakelde.

Het verbaasde de betrokkenen, én de redactie, dat ondanks alle signalen pas in mei dit jaar de radarverstoring als argument wordt gebruikt om een streep te zetten door de windmolenplannen tussen Schijndel en Sint-Oedenrode. De gemeente stelt dat ze dit niet eerder hadden kúnnen weten omdat de uitslag van een onderzoek door TNO nog niet binnen was. Maar blijkbaar was niemand op het idee gekomen om lering te trekken uit de gang van zaken vijftien jaar eerder. Een woordvoerder reageert namens de gemeente. “De signalen die we hebben opgevangen over radaronderzoek dat in een ver verleden al uitgevoerd zou zijn, hebben we serieus opgepakt. We hebben contact gezocht met deze mensen en ook het archief van Meierijstad en de drie voormalige gemeenten geraadpleegd, maar de data waren nergens meer terug te vinden. Het oude rapport zou overigens ook onvoldoende zijn om nu een beslissing op te baseren omdat de huidige 29 locaties destijds niet zo specifiek in beeld waren. Om tot een juiste beslissing te komen over de (on)mogelijkheden in de vier zoekgebieden hebben we een radartoets laten uitvoeren door TNO. We hebben ervoor gekozen dat al in een vroeg stadium te doen. Een dergelijke toets was eerder nog niet mogelijk; Zo’n onderzoek kan namelijk pas gestart worden als er exacte locaties (en hoogtes) van potentiële windmolens bekend zijn. Deze basis van locaties is de eerste stap van een MER onderzoek. Het is dus zeer logisch dat bij het starten van het MER onderzoek ook pas gestart kan worden met een radartoets. Er zijn 29 specifieke locaties onderzocht door TNO. Het participatietraject is vroegtijdig gestart om mensen niet te verrassen dat er als gemeente gekeken wordt naar de onderzoeksgebieden voor windturbines. We hebben dit vanaf het begin transparant gedaan en ook aan gegeven dat deze onderzoeken nog plaats moesten vinden waardoor nog wijzigingen in het traject konden komen.”