Loes Peters (l) en Jamie van de Braak delen hun verhaal
Loes Peters (l) en Jamie van de Braak delen hun verhaal

Je moet het zélf doen, maar je staat zeker niet alleen

Gezondheid

Sint-Oedenrode - Hoe vaak denk jij per dag aan eten? Voor sommigen is het een aangenaam en noodzakelijk onderdeel van het leven, terwijl anderen zich constant bezig houden met het beperken van hun voeding of zichzelf dwingen om over te geven na het eten. Als je deze gedachten en gedragspatronen herkent, kan het zijn dat je lijdt aan een eetstoornis. 

Door: Caroline van der Linden

Eetstoornissen zijn ernstige psychische aandoeningen die gekenmerkt worden door een verstoorde relatie met eten. Ze komen vooral voor bij jonge vrouwen, maar kunnen ook bij mannen en kinderen voorkomen. Het kan ernstige gevolgen hebben voor de gezondheid en zelfs leiden tot de dood.

Hierover ga ik in gesprek met Loes Peters en Jaimie van de Braak. Beiden vertellen me over hun ervaringen met deze problematiek. Loes kampte ongeveer tien jaar lang met een eetstoornis met veel ups en downs. ,,Rond mijn vijftiende vertoonden zich de eerste signalen. Ik ben altijd een heel verlegen meisje geweest, faalangstig, perfectionistisch, altijd alles goed willen doen voor de ander en vooral de ander op de eerste plaats willen zetten en mezelf daarachteraan. Als die ander maar blij was, dan was ik het ook. Rond de puberteit begon ik me af te vragen wie ik nou eigenlijk was en wie ik wilde zijn. Ik was zoekende. Dit gegeven met een combinatie van verschillende factoren, zoals mijn beschermde opvoeding, waardoor ik bang was voor de grote boze wereld. De angst voor het volwassen worden en het onbewust klein willen blijven, leidden ertoe dat ik af wilde vallen. Dan kon ik toch een beetje kind blijven en werd er niets van me verwacht. Zo zat het natuurlijk op dat moment niet bewust in mijn hoofd, maar als ik erop terugkijk wel. Ik had verder nooit echt goed geleerd om met mijn gevoelens om te gaan, ook werd ik gepest. Naar mijn ouders toe schaamde me ik daarvoor en dat verdrietige gevoel wist ik geen plek te geven. Al deze factoren bij elkaar deed me besluiten minder te gaan snoepen en af te gaan vallen, hoewel ik nooit te dik was. Mijn lijf voelde niet goed, in de puberteit veranderde mijn lichaamsvormen en als ik dat kon veranderen zou het wel weer goed komen. Een beetje minder snoepen sloeg door. Wat de reden daar precies van was, weet ik niet, maar het minder eten werd steeds erger en langer. Ik was trots als ik op een feestje dat taartje niet nam, terwijl tantes om me heen wilden afvallen, maar het toch pakten. Het eetstoornisstemmetje in mijn hoofd was dan heel trots. Het gaf mij een sterk gevoel; dit kon ik, hier was ik goed in! Totdat het zo ver ging en het mijn hoofd letterlijk overnam. Dat stukje taart kon ik echt niet meer nemen, want ik zou compleet in paniek raken. Ik was 24 uur per dag bezig met eten, wel eten, niet eten, calorieën tellen en precies nagaan hoeveel ik al bewogen had. Zou ik in die periode net zoals nu hier gezeten hebben, dan had ik de hele tijd mijn benen bewogen om tijdens ons gesprek toch calorieën kwijt te raken. Als ik naar school ging pakte ik de stoptrein, zodat ik tussendoor naar de volgende trein kon lopen, terwijl er ook een sneltrein was.

Ik sliep zittend in bed, omdat ik dan meer calorieën dacht te verbruiken, dan liggend. Volledig geobsedeerd, liegen en bedriegen en stiekem sporten. In gewone kleren ging ik weg, nam mijn sportkleding mee, kleedde me in de trein om, liep een ronde door het park en ging met de trein weer terug. Ik zat op een sportopleiding en had wijdvallende kleding aan, zodat het niet op viel. Soms was ik huilend aan het hardlopen en zei een stemmetje in mijn hoofd dat ik een vies vet varken was wat gewoon door moest gaan. Mijn menstruatie bleef uit, mijn haar viel uit, ik kreeg gaatjes in mijn tanden en had het altijd koud. Mijn lichaam warm krijgen lukte niet meer, dus kroop ik maar dicht tegen de verwarming aan. Mijn sociale leven liep stuk, feestjes probeerde ik te vermijden, want daar was eten. Mijn opleiding lukte niet door mijn slechte concentratie en ik had veel ruzie thuis. Ik was snel op mijn teentjes getrapt. Totdat mijn ouders een weekje op vakantie gingen, ik alleen thuis was en mijn eetstoornis alle vrijheid had. Toen ze terugkwamen schrokken ze zo dat ze me meenamen naar de huisarts. Als ik nog verder af zou vallen, zou ik opgenomen worden. Maar om mijn eetgedrag direct te veranderen, dat werkte natuurlijk niet. Ik ging veel water drinken, trok meerdere kledingstukken over elkaar aan en stopte batterijen in mijn broekzak, zodat ik op de weegschaal maar niet afgevallen zou zijn. Uit de daarop volgende meting bij de huisarts bleek mijn hartslag veel te laag. Ik mocht nergens meer heen en werd opgenomen in het ziekenhuis. Nog besefte ik niet hoe ernstig het was, want zo erg was toch allemaal niet. Ik probeerde nog steeds zoveel mogelijk te bewegen. Als de zusters wegwaren, rende ik in het trappengat op en neer. Vanuit daar kwam ik bij de hulpverlening terecht, de GGZ in Veghel. Ik kreeg antidepressiva. Na mezelf lang uitgehongerd te hebben, kwamen de eetbuien die ik zo slecht vond van mezelf, waardoor het alleen maar erger werd. Van vier grote eierkoeken ging het naar bijna een hele zak brood tot een bak ijs, een zak chips en nog een pak koeken. De schaamte hiervoor was ongekend. De controle over mijn lichaam wilde ik terug, wat was er anders nog van me over. Toen het op een gegeven moment lukte toch een beetje op gewicht te komen en ik mijn mooiste glimlach opzette als ik mensen tegenkwam, leek het goed met me te gaan. Daar maakte ik gebruik van, maar ondertussen ging het heel slecht. Ik werd alleen maar depressiever en bracht soms wekenlang alleen maar door in bed. Het was voor mij noodzaak dat ik erachter kwam dat ik mijn eetstoornis niet nodig had, dat ik ook zonder kon.” 

En dat wordt ook duidelijk uit het verhaal van Jaimie, veel van de dingen die Loes vertelt, zijn ook herkenbaar voor haar. ,,Ik had een relatie met een oudere jongen, maar dit verliep niet op een manier die bij me paste”, vertelt Jaimie. ,,Ik maakte het zelf uit, was vijftien en had behoorlijk liefdesverdriet. Ik viel een paar kilo af, maar bleef erin hangen. Bij mij was het vooral de grip die ik niet had op de relatie en wel op het eten en het afvallen, wat mij in de problemen bracht.”

Beiden hebben verschillende behandelingen ondergaan, maar kwamen er niet uit , totdat ze terecht kwamen bij een ervaringsdeskundige en op de goede weg terecht kwamen. Met iemand die hen echt snapte, naast hen stond en wist wat ze doormaakten.” 

Dat is de reden dat Jaimie van de Braak en Loes Peters contact opnamen en zo openhartig hun verhaal wilden delen. Sinds kort is er namelijk een nieuwe zelfhulpgroep voor eetstoornissen in Meierijstad en aangezien er lange wachtlijsten zijn in de zorg, willen zij dit onder de aandacht brengen. ,,Omdat we de waarde zien van het delen van ervaringen met lotgenoten, hebben we deze groep opgezet. Deze groep zal dinsdag 10 januari 2023 van start gaan”, vertelt Loes. Zij heeft een professionele achtergrond als Pedagoog, GGZ-agoog en de opleiding Ervaringsdeskundigheid gevolgd. ,,Ik heb enkele jaren verschillende nazorggroepen voor eetstoornissen begeleid en voorlichting gegeven op middelbare scholen en beiden hebben we dus een eetstoornis gehad. Het doel van de groep is om deelnemers kleine stapjes te laten nemen in de aanloop naar hulpverlening en een fijnere relatie te laten verkrijgen met eten. De zelfhulpgroep krijgt subsidie vanuit gemeente Meierijstad en komt samen in het PieterBrueghelHuis in Veghel. Dus herken je jezelf, onthoud dan, Je moet het zélf doen, maar je staat zeker niet alleen! Voor meer informatie: https://2b-eat.nl/groepsbegeleiding/zelfhulpgroep/ en www.facebook.com/zelfhulpgroepeetstoornissenveghel