Birgit op het pondje tussen Liempde en Rooi
Birgit op het pondje tussen Liempde en Rooi

'Ik heb twee kinderen, een mannetje op aarde en een meisje in de hemel'

Algemeen

Birgit Vandermeulen uit Liempde zegt tegen iedereen dat ze twee kinderen heeft. 'Joep, mijn mannetje op aarde en Maike, mijn meisje in de hemel.' Op 38-jarige leeftijd verloor zij haar tweede kind, Maike, drie dagen na de geboorte na een medisch gevecht op leven en dood. Nu probeert ze als ervaringsdeskundige moeders én vaders, die ook ooit een kind hebben verloren, te helpen hun verdriet te verwerken door een initiatief dat eveneens uit haar werd geboren: 'vRouwen aan de keukentafel.'

Door Jan H.F. van der Heyden

'Rouwen, het verdriet aangaan, is hard werken. Ik was in het begin ook heel moe. Het gaat immers over gevoelens. Alsof je in een 8-baan zit. Het gaat van links naar rechts. Verdriet aankijken is heel heftig. Aan het einde van zo'n keukentafeldag komen de tranen. En bij de tranen moet je zijn. Dan durft iemand zich werkelijk te laten zien. Vaak slikken we onze tranen weg. Je kent dat wel: kreten als "Kop op!" Tranen gaan over kwetsbaarheid. Wij associëren kwetsbaarheid vaak met dat iemand je raakt of de angst om geraakt te worden. Voor mij betekent kwetsbaarheid dat je durft te laten zien wat in je leeft.'

'Rouw is de achterkant van liefde. Je kunt alleen maar rouwen, verdriet voelen, als je van iemand gehouden hebt. De voorkant is liefde, de achterkant is rouw, de schaduwkant van de liefde. Het is net als met de zon en de maan, dag en nacht, licht en donker. Het ene kan niet zonder het andere.'

Dan heb jij dat twee keer meegemaakt, werp ik op, verlies van een kind en verlies van een echtgenoot door een scheiding.
'Zeker,' is haar antwoord, 'en wel meer keren heb ik dat meegemaakt. Mijn moeder overleed op 46-jarige leeftijd, mijn beste vriendin stierf toen ze 32 was. Ik weet onderhand wel wat de dood is. Maar pijnervaring, verdriet voelen, is óók liefde geven aan het leven. Lééf het leven. Ik zou een kindje krijgen, maar het meisje vertrekt na drie dagen. Lééf! Lééf in het Hier en Nu! Dat is waar het over gaat in het leven! Als je niet de diepte van de pijn kent, ken je ook niet de blijdschap van de vreugde.'

'Ik geloof dat Maike nog bij ons is. Ik zag laatst een vlinder, voor mij is dat Maike. Als ik me sterk concentreer kan ik haar voelen. Hier ergens om me heen. Ja, ik weet het: het klinkt misschien wat zweverig, maar ik ben dat helemaal niet. Zo'n vlinder is een aardse vorm en wij, mensen, zoeken vaak naar aardse vormen. Vanochtend zag ik achter in de tuin de rozenstruik met één rozenknopje. Dat staat voor mij symbool voor Maike.'

'Ik heb geen angst meer voor de dood. Want als ik ga, ga ik naar Maike, en kan ik haar eindelijk heel lang vasthouden. Dat is een fijn besef. Ergens hoop ik ook dat mijn moeder Maike heeft kunnen opvangen in de hemel en voor haar zorgen. Gelovig? Als Limburgse ben ik natuurlijk keurig katholiek opgevoed, maar gelovig? Ik geloof wel dat er iets is. Iets wat groter is, wat ons draagt. Maar ik kan er geen namen aan geven, zoals God en Jezus. Ik heb wel iets met Maria, maar dat komt vooral door mijn moeder. Zij was een groot vereerster van Maria. Maria staat voor mij symbool voor de verbinding met vrouwen, met de moeders, en voor de verbinding met het leven. Want vrouwen, moeders, géven het leven. Ik heb Maike het leven gegeven, maar ik heb haar ook de dood gegeven. Ik had een bacterie in mijn buik, waardoor ze overleden is. Maar ik wil niet in een schuldgevoel zitten. In het begin was dat natuurlijk wel zo. Dan pieker je vaak en heb je het vaak over "als". "Als" ik dat niet had gedaan of "als" ik nou niet zo hard had gewerkt……..Maar dat heeft geen zin. Op "als" krijg je nooit antwoord. Dat is ook het verschil tussen "waarom" en "waartoe." Blijf niet hangen in het "waarom." Dingen zijn zoals ze zijn. Het is zoals het is. Daar heb je niks over te zeggen. Stel je de vraag "waartoe". Waartoe leidt dit leven? Wat mag ik hiermee doen in het leven? Wat neem ik hiervan mee? Wat neemt Maike hiervan mee? Wat neemt Joep hiervan mee? Op 3 januari volgend jaar ben ik even oud als mijn moeder is geworden. Dat is voor mij een datum om het leven te vieren. En voort te zetten wat zij niet heeft kunnen afmaken. Ze wilde altijd al naar Wenen, maar is er nooit gekomen. Misschien ga ik in januari wel naar Wenen. En steek er een kaarsje op.'

'Ik ben keuzes gaan maken met mijn hart. Door terug te gaan naar het zuiden, waar mijn wortels liggen. Ik was drie maanden zwanger van Maike toen dat heel sterke gevoel in me opkwam.' Birgit voegde de daad bij het woord. Nog geen jaar na de geboorte en het overlijden van Maike verruilt ze Badhoevedorp voor Boxtel, sinds drie jaar woont ze in het rustieke Liempde. 'Misschien is Brabant voor mij wel geborgenheid, warmte, rust. Ik heb in 2001, ik was toen 32, in een schriftje - ik heb het nóg - tien wensen opgeschreven. Op nummer twee staat "huis in het zuiden.'''

Je wilt graag met mannen, die een kind hebben verloren, aan de slag, want zij zijn volgens jou een vergeten doelgroep. Hoe weet je dat?
'Ik krijg daarover steeds vaker signalen van mensen in mijn omgeving. Maar ik vraag me ook wel eens af: moet ik dat doen als vrouw? Want mannen zijn anders dan ik. Bij veel mannen gaat het leven na het verlies van een kind "gewoon" door. Staan ze werkelijk stil bij het verlies? Ervaren ze dat als pijnlijk? Is het angst? Bang voor hun eigen kwetsbaarheid? Bang om hun tranen te laten zien? Dát wil ik ontdekken. Want ik kan het zelf wel gaan invullen, maar dat vind ik te gevaarlijk. Misschien vinden wij vrouwen wel dat de mannen er meer mee moeten bezig zijn.'

Hoe reageerde de vader van Maike, jouw toenmalige echtgenoot, naar jou na de dood van Maike, vraag ik.
Birgit denkt – voor het eerst tijdens dit gesprek – heel lang en diep na. Dan……: 'ik vind het moeilijk daarover te praten, want hij is er zelf niet bij. Laat ik het veralgemeniseren. Verbindt de man zich aan de pijn, aan het verdriet, van de vrouw? Of distantieert hij er zich van? Hoe verhoud je je tot het lijden, het verdriet, van een ander? Kun je dat delen? Ben je aanwezig? Kun je er voor elkaar zijn?'
Bij het uitspreken van deze woorden komen de tranen. Na een kort time out:
'Ik ben door mijn pijn heengegaan, daardoor kan ik nu mijn pijn zo goed aankijken.' En dan, plotsklaps: 'Weet je iets van haptonomie? Als ik knijp in jouw arm – mag dat even – voel je pijn, toch? Als jij met je aandacht naar je arm gaat en ik met dezelfde kracht blijf knijpen, wordt die pijn minder. Als je wegloopt van de pijn, zogenaamd de pijn negeert, wordt de pijn erger. Als je naar die pijn toegaat, wordt die pijn uiteindelijk zachter. Maar terug naar de mannen. Ik wil graag met ze in gesprek gaan aan een mannentafel. En ze de vraag stellen: hoe was dat voor jou, de rouw, het verlies? Mannen denken en zijn anders dan vrouwen. Daarom moet ik dat anders aanpakken dan met vrouwen. Ik moet aanhaken bij wat mannen beweegt, hout hakken bijvoorbeeld, vuurtje stoken. Hout hakken is een typische mannenbeweging.'

We naderen het einde van ons gesprek. Het intrigeert me dat Birgit gescheiden is en ook Buitengewoon Ambtenaar van de Burgerlijke Stand is in Boxtel. Ze verbindt dus echtparen in het huwelijk. Tegenstrijdig?
Birgit, zelfbewust en overtuigd, zoals tijdens onze hele ontmoeting: 'Nee. Als ik als Ambtenaar van de Burgerlijke Stand aan de mensen zou moeten vragen of ze elkaar eeuwige trouw beloven, dan zeg ik "nee", dat doe ik niet. Want ik heb zelf met de scheiding de huwelijkse belofte gebroken. Ik zal nooit meer trouwen…………' (na enige aarzeling), '…..denk ik, verwacht ik. Maar ik geloof sowieso in een relatie. Ik geloof wel dat een man en een vrouw elkaar iets te brengen hebben. Ik sluit als Ambtenaar van de Burgerlijke Stand elk huwelijk af met een wens. Ik zeg dan: ik wens jullie een leven waarin je elke dag opnieuw met heel je hart voor elkaar kunt kiezen. En met de wetenschap van mijn opleiding zou ik eraan kunnen toevoegen: ''en dat je elke dag opnieuw voor jezelf kiest en zorgt." 'Want als je niet goed voor jezelf zorgt, kun je ook niet voor een ander zorgen. Dat leren we al in het vliegtuig. Bij een noodlanding eerst het zuurstofmasker bij jezelf opzetten en pas daarna voor de meereizende kinderen.'

(Dit is het tweede en laatste deel van een interview met Birgit Vandermeulen. Het eerste deel verscheen vorige week onder dezelfde titel in DeMooiRooiKrant.)