Lionel Saidjan, Jack Elbers en Stan van Kampen staan voor de jongeren klaar.
Lionel Saidjan, Jack Elbers en Stan van Kampen staan voor de jongeren klaar. Foto: Jos van Nunen

Jongerenwerkers in Meierijstad: ‘Wij staan altijd aan’

Zorg en Welzijn zorg en welzijn

Sint-Oedenrode - Lionel Saidjan (Veghel), Stan van Kampen (Schijndel) en Jack Elbers (Sint-Oedenrode) zijn alle drie jongerenwerker binnen de gemeente Meierijstad. Ze zien dat de coronapandemie veel impact heeft op de levens van onze jongeren.

Door: Ties van Dooren.

Volgens onderzoek van de Hogeschool van Amsterdam stimuleert jongerenwerk het nemen van eigen verantwoordelijkheid bij jongeren. Ze vragen sneller hulp bij instanties en jongeren met zware problemen blijven stabieler. In Meierijstad zijn er verschillende jongerenwerkers actief. Saidjan legt beknopt uit wat een jongerenwerker doet. “Veel”, lacht hij. “Ik weet eigenlijk niet waar ik moet beginnen. In zijn algemeenheid faciliteren wij activiteiten voor jongeren, bieden we ondersteuning aan jongeren in hun ontwikkeling naar volwassenheid en gaan we de strijd aan met de problematiek die er onder de jeugd heerst. Het grote doel is om ze te helpen met elk vraagstuk.” Van Kampen knikt: “Als je kijkt naar individuele gevallen dan probeer je de persoon te zijn die diegene nodig heeft.” Je zou zeggen dat is een rol die ouders, leerkrachten of een vertrouwenspersoon bij een vereniging ook kunnen vervullen. Saidjan: “Wij kunnen levelen met de jongeren en spreken dezelfde taal. Dat is onze grote kracht. Als je kijkt naar Veghel dan hebben we hier vier verschillende jongerenwerkers zitten met vier verschillende karakters en allemaal hebben we een eigen werkwijze. We zoeken dus van tevoren uit of het matcht tussen de jongerenwerker en de jongere.” 

Oprapen
Bovendien is het voor ouders en leerkrachten vaak niet eenvoudig om alles uit de leefwereld van de kinderen tot zich te nemen. “Wij zien met wie ze omgaan, wat ze doen en waar ze over praten. Een ander groot voordeel is dat de jongeren bij ons van alles mogen, maar niks moeten. Wij oordelen niet en veroordelen al helemaal niet”, zegt Elbers. Hij vertelt dat de jongeren op school, tijdens werk of thuis van alles moeten. “Tegen het ‘moeten’ lopen jongeren vaak aan. Doordat de sfeer ongedwongen is durven jongeren open en eerlijk tegen ons te zijn. Ze mogen bij ons op hun bek gaan.” Dat laatste gebeurt dan ook wel eens. Saidjan vult aan: “Ook al valt iemand tien keer, ik blijf ze oprapen. Als je op school een paar keer te laat komt dan heb je een probleem. En als je thuis jezelf niet gedraagt, krijg je bij wijze van spreken huisarrest. Wij kunnen iets geduldiger zijn en functioneren vaak als vangnet.” De jongerenwerkers laten sommige jongeren ook met opzet vallen. “Ik laat iemand af en toen wel eens gecontroleerd vallen. Dan doe ik een stapje terug, zonder ze uit het vizier te verliezen, terwijl ik weet dat het misgaat. Soms moet iemand inzien dat iets niet oké is. Je kan het ze honderd keer vertellen, maar sommige moeten het eerst ervaren.”

‘Ben gewoon aardig’
Een aanpak die goed werkt bij kleine vergrijpen. Maar wat doen de drie heren wanneer ze iemand langzaam zien afglijden. Hoe voorkom je dan dat deze jongere niet op het verkeerde pad terechtkomt. “Aandacht geven. Ze willen gezien worden”, antwoordt Van Kampen direct. “En niet constant het negatieve benoemen. Geef iemand complimenten wanneer ze iets goed doen en ben gewoon aardig. Dat helpt vaak enorm. De jeugd hoort al van zoveel kanten wat ze niet goed doen.” Elbers vult aan: “De jeugd accepteert het dan ook makkelijker wanneer je wel een keer iets negatiefs benadrukt. Bovendien is het makkelijker jezelf uit te spreken wanneer je je zorgen maakt.”
Volgens Van Kampen levert een goed gesprek soms veel meer op dan het inschakelen van de politie. Op veel begrip van de buitenwereld kan deze aanpak niet altijd rekenen. Van Kampen: “Er is wel eens een telefoon gestolen bij BIZZI. Toen ik erachter kwam wie dat gedaan had, heb ik niet meteen de politie gebeld. Ik ben erheen gereden en heb die jongen even goed de waarheid verteld. De telefoon heb ik teruggebracht naar de eigenaar en gevraagd of hij of zijn ouders aangifte wilde doen. Zij vonden het belangrijker dat er goede gesprekken met de dief werden gevoerd. De vertrouwensband met jongeren wordt versterkt door niet meteen naar de politie te stappen zonder dat je de achtergrond weet. Dat ziet de buitenwereld nog wel eens over het hoofd, zij schreeuwen vaak meteen moord en brand en willen zware straffen.” Mochten er echt grove misdaden worden gepleegd dan doen de jongerenwerkers een stapje terug. “In sommige gevallen hoef ik ze ook nooit meer terug te zien. Ook niet nadat ze hun straf hebben uitgezeten”, legt Van Kampen uit.

‘Weinig ademruimte’
De grote, moeilijke casussen vergen veel tijd en energie van de drie heren. “Als iemand problemen heeft op school, thuis en op straat dan heb je daar veel tijd voor nodig. Ik ga dan vanuit mezelf gewoon door met zo’n jongen, maar je maakt dan wel meer uren dan je hebt. Bovendien kun je die energie niet investeren in andere jongeren. Uiteindelijk komt dat wel goed, maar het is wel tijdrovend”, vertelt Elbers. Saidjan vult aan: “Je moet je grenzen aangeven. Wij willen het liefst alles doen voor zo’n jongen of meisje, maar we zijn geen hulpverlener.” Al weet hij dat er altijd uitzonderingen zijn. “Kijk als iemand je zondagavond een berichtje stuurt met: ‘Ik zie het allemaal niet meer zitten’. Dan ga je toch aan het werk. Qua dat betreft sta je altijd aan. Ik denk dat jongerenwerkers vaak overvraagd worden. Vanuit allerlei instanties, denk aan onderwijsinstellingen, de politie, de boa’s en jeugdzorg worden er vragen op ons afgevuurd”, licht Saidjan toe.
Hij loopt af en toe dan ook op z’n tenen. “Wij hebben nog geen drie fte aan jongerenwerk, maar we ondersteunen wel een stuk of honderd jongeren. Dat is exclusief alle activiteiten die we organiseren. We missen overigens nog zoveel jongeren die we graag zouden bedienen. Als ik mijn ambulante ronde maak en in Veghel-Zuid gaat het mis en er gebeurt tegelijkertijd iets op De Bunders. Dan hebben we dus een probleem. Ik kan mezelf niet splitsen. We zouden graag meer jongerenwerkers hebben.” Het jongerenwerk in Meierijstad kreeg er dit jaar een assistent-jongerenwerker en een jeugd maatschappelijk werker bij. Saidjan vervolgt: “Superfijn. De aanvraag voor volgend jaar loopt. Ik hoop dat dit verlengd wordt. De druk houdt wel aan. Je moet alle ballen proberen hoog te houden.” Van Kampen is het met zijn collega eens: “Er is weinig ademruimte. Het is niet zo dat wij de deur om 17.00 uur dichttrekken en onze telefoon uitzetten.” Ook Elbers beaamt dat: “De coronapandemie heeft de druk op jongerenwerkers alleen maar vergroot. Een aantal jongeren kan nergens anders terecht dan bij ons. Je wil dan voor ze klaar staan.”

Geen wondermiddel
Alle drie de jongerenwerkers zijn het met elkaar eens dat ze veel voor kwetsbare jongeren kunnen doen. Elbers: “Maar we zijn geen wondermiddel. Als een jongen al te ver is afgezakt dan kun je hem niet altijd meer helpen. Je moet proberen om dat stadium voor te zijn en je wil natuurlijk niet dat hij andere jongeren meeneemt in zijn val. Het verwachtingspatroon van ouders ligt zo nu en dan te hoog. Ik ondersteun waar mogelijk, maar kan niet alles oplossen.”
Terwijl van buitenaf het respect voor de jongerenwerkers steeds meer lijkt toe te nemen, kampen de jongerencentra nog altijd met een imagoprobleem. Saidjan zucht: “We doen meer dan hangen en sigaretten roken. Veel mensen weten helemaal niet wat we in De Kluis allemaal doen, maar hebben hun mening wel al klaar. Dat stoort me wel eens.”
De coronapandemie hakt er bij de jeugd keihard in. Het percentage van de jongeren met ernstige psychische klachten was aan het begin van de pandemie zelfs verdubbeld. Tijdens de coronapandemie voelden kinderen en jongeren zich angstiger en somberder. Dit blijkt uit onderzoek van een Nederlands consortium in 2020. De jongerenwerkers in Meierijstad herkennen dit. “We zien jongeren steeds somberder worden en een paar daarvan kampen met zelfmoordgedachtes. Dat komt mede door verveling en eenzaamheid die de coronapandemie met zich meebrengt. Voor veel jongeren houdt het leven om 17.00 uur op. Gelukkig mogen de jongerencentra openblijven. Eenzaamheid onder jongeren is wel echt een probleem. Het is namelijk moeilijk om deze groep te bereiken”, besluiten de drie heren.

De drie jongerenwerkers

Naam: Lionel Saidjan.
Leeftijd: 35.
Woonplaats: Veghel.
Jongerencentrum: De Kluis.
Mailadres: lionel.saidjan@ons-welzijn.nl.

Naam: Stan van Kampen.
Leeftijd: 25
Woonplaats: Uden.
Jongerencentrum: BIZZI.
Mailadres: s.vankampen@welzijndemeierij.nl.

Naam: Jack Elbers.
Leeftijd: 34
Woonplaats: Sint-Oedenrode.
Jongerencentrum: Honk1224.
Mailadres: j.elbers@welzijndemeierij.nl.

Jack Elbers van Honk1224.