Patrick Damen in zijn showroom in Boxtel.
Patrick Damen in zijn showroom in Boxtel. Foto: Caroline van der Linden

Autobedrijf Damen en Kroes blijft altijd aan Rooi verbonden

Human Interest Human interest

Sint-Oedenrode / Boxtel - Damen en Kroes, een autobedrijf dat inmiddels al meer dan honderd jaar door de familie Damen wordt gerund en ooit is opgericht in ons Rooise dorp. Velen zullen het zich nog herinneren, het autobedrijf op de hoek van de Corridor en de Eerschotsestraat. Leuk om eens terug te blikken met Patrick Damen (50) die als vierde generatie, samen met zijn zus Astrid, het bedrijf voortzet.

Door: Caroline van der Linden

Damen en Kroes werd opgericht op 1 juni 1920 door Karel Willem Damen en Johannus Bernardus Kroes. De eerste werkzaamheden bestonden uit het rijden met koetsen met pensiongasten en een taxibedrijf. In 1930 werd een complete werkplaats gebouwd en in 1938 kwam zoon Willy van Karel Willem Damen in de zaak. Johannus Kroes had geen opvolgers, maar de naamsbekendheid was gevestigd, dus werd de naam aangehouden. Damen en Kroes richtte zich toen en nu nog steeds op Engelse auto’s, waar tot op de dag van vandaag veel interesse voor is, met name voor de alom bekende Mini. Toch zag het er naar uit dat alleen autoverkoop en onderhoud niet genoeg was. Karel, de zoon van Willy die in 1963 in de zaak was gekomen, had een goed oog voor inkoop en verkoop van onderdelen en besloot zich voornamelijk daarop te gaan richten. In de jaren 70 waren er namelijk heel wat Engelse dealers, zo veel zelfs dat verschillende geen stand hielden en overgingen op een ander merk. De onderdelen wilden ze echter kwijt en werden door Karel opgekocht.

Tijd om te verhuizen
Samen met zijn vrouw Ans maakte hij vele uren om het bedrijf te maken tot wat het nu is. Het magazijn groeide enorm en na verloop van tijd werd het tijd om te verhuizen. “We verlieten Sint-Oedenrode en bouwden een compleet nieuw pand in Boxtel”, vertelt Patrick. Daar breng ik hem dan ook een bezoek. Bij aankomst zie ik een mooie showroom, een ruime werkplaats en nog heel wat vierkante meters magazijn. Dat moest destijds voldoende zijn voor eventuele groei in de toekomst. Inmiddels is het bedrijf uitgegroeid tot ruim 60.000 verschillende nummers van auto’s, van Mini tot Jaguar. De bekende merken MG, Triumph en Rover, maar ook voor auto’s waar er wat minder van rondrijden, zoals de Allegro, Marina, Maxi, Maestro en Montego. Vrijwel alles wat Engels is, ook de oudere auto’s. “Ik kwam zelf in 1998 in de zaak”, vertelt Patrick. “Mijn zus Astrid volgde in 2002 en de derde generatie, mijn vader (78) en moeder (80), werken ondanks dat ze op leeftijd zijn, ook nog steeds mee. Het is een echt familiebedrijf en door de jaren heen hebben we een mooie groei doorgemaakt. Inmiddels verzenden we onderdelen over de hele wereld, van Japan tot Afrika en Australië en verkopen we niet alleen onderdelen, maar ook merchandise, boeken, miniatuurauto’s en accessoires.” Wereldwijd is het inmiddels één van de grootste bedrijven op dit gebied.

Oorsprong
“Maar de oorsprong ligt in Rooi, waar ik ook nog steeds met veel plezier aan verbonden blijf”, vertelt Patrick enthousiast. “Ik ben er immers geboren, op de Lindendijk waar onze garage stond. Als we de keuken uitstapten, liepen we de werkplaats in, daar gingen we naar buiten. Het woonhuis stond op Lindendijk 2 en de garage op 4. In de Eerschotsestraat woonde nog familie, hadden we nog een showroom met tweedehands auto’s en twee woonhuizen waar huurders in zaten. Toen de huurders eruit gingen, richtten we de woonhuizen in als magazijnopslag. Op Lindendijk 1, is nu een wat kleiner veld aan de Dommel. Dat veld was vroeger groter, daar woonde mijn oma samen met mijn tantes met daartegenaan een showroom. In die tijd nam ik regelmatig mijn studieboeken mee naar de overkant om de showroom te bemannen. Wat fijn was, is dat oma tegenover ons woonde, we konden er regelmatig terecht om te logeren. Mijn hele basisschooltijd heb ik er gewoond. Je zou dan misschien denken dat ik een echte techneut ben, maar helaas, technisch ben ik niet. Ik doe eigenlijk alles behalve sleutelen”, zegt hij lachend. “In Eerschot ging ik naar de kleuterschool, dan liepen we door het Achterpad, via de Valstraat en dan waren we er zo. Voor de lagere school ging ik naar de Odaschool. Mijn beste vriendje was er eentje van Van Iersel, van de dierenarts, dan zaten we of bij mij thuis of bij hem. Hij woonde op de Corridor, dus we liepen nogal eens heen en weer of trokken er samen op uit. In 1983 verhuisde ik, maar tot 1993 zaten we met onze garage in Rooi.

Mijn vader en moeder waren altijd aan het werk, niet te vergelijken met het werken van nu. Nu werken we ongeveer vijf en een halve dag per week, maar mijn ouders presteerden het om zo’n tachtig uur per week door te gaan om het goed draaiend te houden en tegelijkertijd een nieuw bedrijf in Boxtel op te starten. Eigenlijk waren we helemaal niet van plan om Rooi uit te gaan. In die tijd was het alleen moeilijk om aan grond te komen. We hadden zelf het idee om aan de Schijndelseweg of aan de Kortestraat ons bedrijf voort te zetten, maar dat bleek lastiger dan gedacht, waardoor we in Boxtel terecht kwamen. Het pand in Rooi heeft toen een paar jaar leeggestaan. Dat had ook wel weer z’n voordelen, want ik had er altijd een matrasje liggen, zodat ik er mooi kon gaan slapen als ik in Rooi op stap was geweest. Nu tennis ik nog wekelijks op de Kienehoef en ook met Carnaval of de Kermis ben ik nog in Rooi te vinden. En wat bovendien leuk is, is dat sommige trouwe Rooienaren ons ook in Boxtel nog steeds weten te vinden.

Afbeelding
Afbeelding