Afbeelding

Vijftigers aan het woord…

Human Interest

Sint-Oedenrode - In aanloop naar de 50 jarigen reünie halen we herinneringen op uit de basisschooltijd met (oud) Rooienaren die dit jaar 50 worden of net 50 geworden zijn. We laten leerlingen herinneringen ophalen aan vroeger en we laten ze vertellen hoe het nu met ze gaat. Deze keer nogmaals basisschool Eerschot maar nu van de iemand van de jongens. Aan het woord is Harm Deckers.

Rooise herinneringen

Geen verdwijning zonder verschijning. Ik werd door mijn oud-klasgenote herinnerd aan een gebeurtenis die wij onszelf dan weer niet konden herinneren, ook al waren we er allebei wel zelf bij aanwezig geweest. Namelijk dat het inmiddels vijftig jaar geleden was dat wij, in het jaar 1966 in Sint-Oedenrode - Rooi, natuurlijk, in de Brabantse volksmond - geboren waren. Dat zou gevierd gaan worden dit jaar. Later volgde nog een e-mail: of ik een stukje wilde schrijven voor Mooi Rooi.

Wat hoorde er wel bij de naam van mijn klasgenote? Op de eerste plaats, schoolherinneringen. De St. Antonius school in Eerschot, een katholieke school dus, maar dan wel een waarvan het Roomse predicaat, op het moment dat wij, schuchtere jongetjes en meisjes, in de nazomer van 1972 de eerste keer de betegelde speelplaats betraden. Half omsloten door het donkerrode bakstenen schoolgebouw met zijn hoge glimmende ramen. Meester Oerlemans, een man met een zeer oneffen voorhoofd en een stem die uit een grot leek te komen, vertegenwoordigde er geloof en gezag, en tegelijkertijd ook de grenzen van onze vrijheid. Wanneer hij, immer in pak of trenchcoat, tegen het einde van het speelkwartier voor de in zijn sponningen rammelende schooldeur op het bordes verscheen, maakte hij slingerend met de gietijzeren schoolbel een onverbiddellijk einde aan onze snotneuzerige schoolpleinfantasieën. We stelden ons op voor het bordes. Een klein slordig legertje, in rijen van twee, en slisten daarna de gangen in en hingen onze jassen aan de kapstokken op weg naar onze schoolbankjes, schriftjes en boekjes om les te krijgen van de meesters of juffrouw, van wie ik de namen nooit zou kunnen vergeten. Van den Berg, Gottenbos, Schellekens, Bekkers, van den Meerendonk, en tenslotte Oerlemans. Een dame en vijf heren die ons met weinig meer hulpstukken dan een schoolbord, krijt, en een stoffige borstel, die wel eens als een projectiel door het klaslokaal vloog om dan in een lange haardos van een leerling een kalkontploffing te veroorzaken, probeerden voor te bereiden op onze toekomst. Een toekomst waarin van alles niet hetzelfde zou blijven. Maar waarin, hoe dan ook, wel gelezen, gerekend en geschreven zou blijven worden.

Lees woensdag meer in DeMooiRooiKrant