Het kantoor van Wovesto
Het kantoor van Wovesto

"Komst vluchtelingen heeft invloed op wachtlijst huurwoningen"

Algemeen

Sint-Oedenrode - Het gesprek met de directeur-bestuurder van de Rooise woningbouwcorporatie Wovesto, Leo Overmars (60), gaat over actuele en tegelijk ook moeilijke en precaire zaken: de acute huisvesting in Sint-Oedenrode van vluchtelingen, de gevolgen daarvan op de langer wordende wachtlijst voor 'gewone' Rooienaren, het woonwagenkampje aan Boekweit en de angst van de buurt voor de bewoners ervan, de komst van Meierijstad, het goede en het slechte van Sint-Oedenrode, het leiden van miljoenenbedrijf Wovesto, de confrontatie met burenruzies en het toekennen van urgentie bij woningtoewijzing als gevolg van echtscheidingen of huiselijk geweld, de emoties die daarbij spelen, de verleidingen voor medewerkers van Wovesto voor omkoping of vriendjespolitiek door bedrijven en leveranciers, het slechte imago van projectontwikkelaars en vastgoedondernemers. Maar het gaat ook over de oprechte missie, ambities en de onomstotelijk bewezen prestaties van de Rooise woningcorporatie, de hoge score van Wovesto uit een onafhankelijk landelijk onderzoek naar de kwaliteit en dienstverlening. Over het functioneren en de gedreven beleving van directeur-bestuurder Leo Overmars.

Door Jan H.F. van der Heyden

Het pleit voor de eerlijkheid en integriteit van de mens Leo Overmars als hij regelrecht toegeeft dat de bijdrage van Sint-Oedenrode aan de (tijdelijke) huisvesting van ongeveer 50 vluchtelingen en asielzoekers dit jaar negatieve gevolgen heeft voor Rooienaren die al geruime tijd wachten op de toewijzing van een huurwoning. 'Maar je moet dat in perspectief zien', probeert hij de pijn, die hij zelf daarbij voelt, te verzachten. Legt dan uit dat Sint-Oedenrode dit jaar in opdracht van het Rijk 12 woningen moet bouwen voor de opvang van vluchtelingen en volgend jaar waarschijnlijk zo'n zelfde aantal. 'Ja, dat betekent dat dit jaar 12 mensen langer op de wachtlijst blijven staan.' Daar staat tegenover, vertelt hij, dat met een financiële impuls van het Rijk misschien wel méér woningen gebouwd kunnen worden. Hij herinnert aan de tijd dat Nederland vanwege het oorlogsgeweld in Joegoslavië vluchtelingen moest opvangen. 'Toen hebben wij als Wovesto in enkele wijken woningen gekocht en de gemeente is ons daarbij in het financieel verlies met een bijdrage tegemoet gekomen.' Overmars noemt dat 'een mooi voorbeeld van samen delen van de pijn.' Hij vindt het na een lange uiteenzetting van zijn humane visie op de vluchtelingenproblematiek een 'maatschappelijke taak en opdracht' om als woningcorporatie bij te dragen aan de opvang van 'vaak getraumatiseerde' mensen uit een oorlogsgebied.

Met het beleid van het kabinet dat gemeenten en woningbouwcorporaties voor de opvang van vluchtelingen container- en prefabwoningen moeten bouwen, is hij veel minder gelukkig. Sterker nog, hij wijst dat af, omdat dit soort woningen met een kortere levensduur relatief veel duurder zijn dan normale woningen. Hij wijst erop dat bouwbedrijven eenvoudige en kwalitatief goede woningen kunnen realiseren voor een aantrekkelijke prijs. 'Ik bouw liever 10 rijtjeswoningen van 90.000 euro dan 10 keer een prefabwoning van 60.000 euro. Vooral voor Sint-Oedenrode,' voegt hij eraan toe, 'zou het een ontsiering van het dorp zijn als je tijdelijke prefabwoningen zou bouwen. Want ze zijn niet tijdelijk en ze zijn kwalitatief minder. Dat heeft het verleden uitgewezen.' Het woord 'containerwoning", licht hij toe, zegt al genoeg. 'Is niet duurzaam. Tijdelijke huisvesting is hartstikke duur.' Verklapt dat hij liever 100 'gewoon normale en goede woningen' zou willen bouwen, die voor de helft tijdelijk worden bezet door vluchtelingen en daarna beschikbaar komen voor de eigen bevolking in plaats van prefabwoningen afbreken en daardoor een geweldige kapitaalvernietiging accepteren.

Wovesto mag tot 'miljoenenbedrijf' worden gerangschikt. Directeur-bestuurder Leo Overmars leidt het, betoogt hij desgevraagd, op een bedrijfsmatige manier 'ondanks het feit dat een woningcorporatie een maatschappelijke organisatie is.' Er gaat heel veel geld in om. Zo'n 10 miljoen aan huurinkomsten en servicekosten, 1 tot 5 miljoen per jaar aan investeringen in nieuwbouw, 2 miljoen jaarlijks aan onderhoud, 2,5 miljoen aan rente en afschrijvingen. De grootste kostenpost noemt hij de verplichte belasting ('een soort BTW') aan het Rijk van 1 miljoen euro. Dit bedrag gaat hem het meest aan het hart. 'Hartstikke jammer,' zegt hij, 'voor dit bedrag zouden we 5 tot 7 woningen per jaar kunnen bouwen.'
Het is de visie van Overmars om de woningcorporatie bedrijfsmatig te runnen. 'We zijn een lokale corporatie en we willen zoveel mogelijk de lokale economie steunen, maar we besteden projecten wel in het openbaar aan. Als een aannemer uit Son het net zo goed en goedkoper kan, wordt het de aannemer uit Son. Zo zakelijk moet je zijn.'
 

Lees meer in DeMooiRooiKrant van deze week