Imke en Steffie (r) in de werkplaats. Foto: Bart Verkuijlen
Imke en Steffie (r) in de werkplaats. Foto: Bart Verkuijlen Foto: Bart Verkuijlen

Met een glimlach tussen de eigen mensen

Zakelijk

Sint-Oedenrode - Dit keer rijden we naar Eindhoven voor een bezoek aan Autoschade Lambert. Normaal houden we het dichterbij huis en leggen we aan bij het filiaal in Sint-Oedenrode, maar voor dit verhaal moeten we terug naar de plek waar het precies veertig jaar geleden begon. Aan de Grobbendonkstraat in Eindhoven-noord maakte Lambert Brouwers zijn eerste meters als ondernemer, samen met zijn vrouw Maria. Ondertussen is het al heel lang een familiebedrijf, want dochters Imke en Steffie staan al zestien jaar aan het roer. Met Steffie duiken we het kantoor in naast de drukke werkplaats.

Door: Jeroen van de Sande

Bedrijfsleider Theo, werknemer van het eerste uur, is drukdoende. Hij leeft zich uit op zijn toetsenbord en zo nu en dan komt een monteur wat aan hem vragen. Soms staat Theo ineens op om een collega in de werkplaats ergens over te informeren. Ondertussen start Steffie haar verhaal aan de hand van een uitnodiging die op tafel ligt. Ze is de hectiek duidelijk gewend en praat ongestoord verder over het feest dat ze de dag erop te wachten staat. “We gaan om 12 uur dicht en met zijn allen wat leuks doen. Ja, we maken er hier vaak iets gezelligs van. Er heerst hier een echte Brabantse mentaliteit. Een goede sfeer, maar uiteindelijk moet er wel gewoon hard gewerkt worden”, glimlacht ze veelzeggend.

Veertig jaar geleden
Voordat Lambert zelf ondernemer werd, werkte hij bij een autoschadebedrijf, even verderop. Al snel trok hij de stoute schoenen aan om zelf iets op te starten. Het was 1984, midden in de crisis en de bank wilde Lambert geen geld lenen. “Prima, maar ik ga het sowieso doen”, beet hij hen toe. Door het gebruik van Eurocheques en geleend gereedschap bouwde hij een werkplaats op. Maria ging aan de slag met de cijfers en de administratie en samen zorgden ze voor de eerste succesjes. “Ons mam speelde altijd een belangrijke rol. Als zij er niet was geweest, was het bedrijf er misschien wel niet meer geweest”, lacht Steffie. Imke vervult meer de rol die Maria ooit vertolkte en Steffie lijkt meer op haar vader. Hoe dan ook, Lambert en Maria gaven hun bedrijf vol vertrouwen door aan hun dochters en daarna is er alleen nog maar meer groei gekomen.

Filiaal in Sint-Oedenrode
In 2009 kreeg de familie de kans om een autoschadebedrijf in Sint-Oedenrode over te nemen. “Dat was op dat moment ook nodig. We moesten groeien en deze mogelijkheid kwam als geroepen. We konden op die manier efficiënter gaan werken en meer werk aannemen. Inmiddels had ons pap ervoor gezorgd dat we mochten werken voor alle verzekeraars. Dat is een hels karwei geweest voor hem en daar zijn we met zijn allen nog steeds trots op.” Steffie’s man Maikel is bedrijfsleider in Rooi. Steffie is daar ook wel eens, maar zij en haar zus lopen vooral in Eindhoven rond. Niet om een specifieke reden, maar “Het voelt wel heel goed, omdat het hier toch allemaal is begonnen”, zegt ze eerlijk. Als ze maar tussen de auto’s is, dan voelt Steffie zich op haar best. “Ik heb altijd iets met auto’s gehad en ook opleidingen in die richting gevolgd. Maar het was nooit een uitgemaakte zaak dat ik het bedrijf over zou nemen. Toen ik zwanger was van onze zoon, vroeg ons pap of ik bij hem kwam werken. Dat heb ik gedaan en dat beviel zo goed dat het steeds meer begon te kriebelen. Ik kwam er achter dat het ondernemerschap er bij mij ook in zit.” Zus Imke had een mooie baan bij ZLM verzekeringen, maar toen dat bedrijf verhuisde, kwam ze ook onder de vleugels van pa terecht. Steffie en Imke bleken een goede twee-eenheid en plannen voor de toekomst werden logischerwijs gesmeed.

Kernwaarden
Waar blijft de tijd? Imke en Steffie weten het niet. Zo snel gaat het. Inmiddels staat de derde generatie klaar, want de zoon van Steffie en Maikel, Bryan werkt in Eindhoven als tweedejaars autoschadehersteller. Dat Autoschade Lambert een familiebedrijf is, wordt verder onderstreept door neef Kjell die ook actief is in de werkplaats. Hij is één van de veertig medewerkers. Kunnen ze dan nog wel een familiebedrijf zijn? “Ja”, is Steffie resoluut. “We zijn alleen geen klein familiebedrijf meer, maar een groot. We zijn er onlangs op gewezen dat we allang niet meer klein zijn. Dat voelde voor ons gek. Soms hadden we niet in de gaten hoe snel we gegroeid zijn. Daarom zijn we met adviseurs in gesprek gegaan over hoe we ons de komende vijf jaar willen profileren. Deze ‘plannen’ hebben we deze week aan onze mensen gepresenteerd. We gaan voortaan uit van vier kernwaarden…” Steffie moeten even nadenken, maar uiteindelijk dreunt ze ze allemaal op: “Kwaliteit, plezier, klantbeleving en samenwerken.” Zus Imke, die even later binnenkomt, noemt ze ook nog even op. Het is nog even wennen, maar het doel hebben ze verder duidelijk voor ogen. “We kunnen nog groeien”, zegt Steffie. “Tot ongeveer 45 mensen, maar vooral organisatorisch en in de structuur kunnen we nog stappen maken.”

Prullenbak
Dat houdt voor de zussen een gedragsverandering in. Ze zullen meer áán het bedrijf moeten gaan werken in plaats van er ín. “Onze adviseurs noemden ons in de gesprekken gekscherend de prullenbakken van het bedrijf. We willen altijd iedereen ontlasten en gaan dan veel werk overnemen. Imke en ik zitten vaak in ‘het klein kantoor’, zoals we het hier noemen. Het kantoor waar het ooit begon. Dan horen en zien we niet alles meer. Wij denken ook dat dat wel goed is, haha.” Toch zegt Steffie met klem dat het contact met het personeel daar niet onder gaat laten lijden. “Iedere morgen maken we een rondje en hier en daar een praatje. Van iedereen weten we de thuissituatie. Dat vinden we erg belangrijk. Nee, dat gaat niet veranderen.”

Na de lastige coronajaren is Autoschade Lambert weer helemaal opgekrabbeld en draait het bedrijf op volle toeren. Imke en Steffie staan met een glimlach tussen hun mensen. Ze stippelen toekomstbeelden voor ze uit, helpen nieuw personeel met omscholen (wanneer nodig) en genieten bovenal van de dagelijkse hectiek. De plannen voor de komende vijf jaar zijn vers gemaakt, maar ze kunnen best alweer beginnen met de vijf jaar daarna. Voor je het weet zijn ze alweer voorbij.