De pop Willemke Pap wordt op carnavalsdinsdag verbrand. Foto: Die Ene Fotograaf
De pop Willemke Pap wordt op carnavalsdinsdag verbrand. Foto: Die Ene Fotograaf

Rooise Streken 5: Carnaval, van Germaans lentefeest tot papbuiken

Algemeen

Sint-Oedenrode - Een feest vol symboliek: van elfjes tot de buxusmot. Oorsprong van 'ons' Carnaval.

Door: Heemkundige Kring de Oude Vrijheid

Het Brabantse en Rooise carnaval vindt haar wortels in het Germaanse lentefeest. Gemaskerd en met veel lawaai werden de boze wintergeesten verdreven. Bij de kerstening van de Germanen in deze streken heeft de katholieke kerk dit feest veranderd in een christelijk feest. Het werd 'carnaval' genoemd waarbij de naam mogelijk verwijst naar 'carne vale'. Dit is latijn voor 'vlees vaarwel'; in de vasten mag immers geen vlees gegeten worden. De gelovigen mochten een paar dagen flink feest vieren, eten en drinken voordat de veertig daagse vastentijd voor Pasen begon. Het werden ook een paar dagen waarop de bevolking haar frustraties kon uitleven over alles wat mis was in kerk en samenleving, maar waar zij geen of nauwelijks invloed op hadden. De autoriteiten mochten op een spottende manier te kakken worden gezet. De samenleving werd hiervoor een paar dagen op z'n kop gezet. Rangen en standen vervielen, allen waren – voor een paar dagen- gelijk. De meester werd knecht en de knecht meester. Het getal 11, hét carnavalsgetal - twee gelijke streepjes - drukt deze gelijkheid uit. Dit was ook al het gekkengetal bij de Germanen. Zij geloofden namelijk dat degene die door een elfje gebeten werd knettergek werd. Het christendom, dat niet aan elfjes doet, heeft dit overgenomen. 11 was een vreemd en gek getal, ingeklemd tussen de 10 als het getal van de perfectie- denk bijvoorbeeld aan de 10 geboden en het heilige getal 12, denk bijvoorbeeld aan de twaalf artikelen van het geloof. En, toeval of niet, het woord 'gekkengetal' bestaat ook precies uit 11 letters.

Behalve de verklaring van carnaval als zijnde afgeleid van 'carne vale' bestaat er nog een andere. In plaats van Germaans zoude oorsprong ook Grieks kunnen zijn. Het woord 'carnaval' zou dan komen van 'carrus navalis' oftewel scheepskar. De Grieken vierden eind februari een driedaags feest ter ere van Dionysus of- in het Latijn- Bacchus. Een afbeelding van deze god van de wijn, landbouw, vruchtbaarheid, plezier en dans werd dan op een scheepskar rondgereden. Die scheepskar werd ook wel 'narrenschip' genoemd omdat op het schip dan narren of zotten meereden, grappenmakers die overal de draak mee staken en iedereen voor de gek hielden. De kerk zag uiteraard niets in dit feest vanwege 'de overgave aan de vleselijke, aardse, lusten'.

Lees dit complete interessante stukje historie woensdag verder in DeMooiRooiKrant