De vier varkensfokkers. V.l.n.r. Frank Bax, Marijn van den Akker, Wim van Meijl en Carlo Klerkx.
De vier varkensfokkers. V.l.n.r. Frank Bax, Marijn van den Akker, Wim van Meijl en Carlo Klerkx.

Vier mannen, drie varkens, vier biggen: een hoop lol met een serieuze hobby

Algemeen

Dit portretinterview gaat over Carlo, Frank, Wim, Marijn, Bram, Wampie en Berky. Carlo, Frank, Wim en Marijn zijn vier volwassen en intelligente Rooise mannen; Bram, Wampie en Berky zijn drie volwassen en eveneens intelligente varkens. Hun speelparadijs ligt op één hectare aan het Grasklokje evenwijdig aan hole zeven van golfbaan De Schoot in Sint-Oedenrode. De mannen hebben achternamen: Carlo Klerkx, eigenaar van Klerkx Tuinontwerp (59), Frank Bax, productmanager bij Abemec Landbouwmechanisatie in Veghel (59), Wim van Meijl, bekend als voorzitter van Rhode, gepensioneerd, was 25 jaar directeur van een verpleeg- en verzorgingshuis in Schijndel (65), Marijn van den Akker, gepensioneerd, was 20 jaar senior accountmanager bij CZ Zorgverzekeringen in Tilburg (67). Bram is de 'grote jongen', Wampie en Berky zijn 'de meisjes' in het varkensgezelschap. Hun nakomelingen, vier biggen, zijn en blijven naamloos, want 'het is zo lastig om te zeggen: "Bram junior, over een jaar ga je de pan in."'
Wie nu denkt te moeten stoppen na het lezen van deze inleiding vergist zich. Want Carlo, Frank, Wim en Marijn gaan op een volwassen en serieuze manier om met hun zeven vrienden van een oud-Engels ras, Berkshire. Hoe en waarom vertellen ze aan een lange buitentafel vlakbij de schuilhut en de poel in hun natuurlijk paradijs.

Door: Jan. H.F. van der Heyden

Carlo Klerkx bijt de spits af. 'Ik had hier 15 jaar een biologische kwekerij. Vijf jaar geleden ben ik gestopt met het kweken van bomen. Maar deze plek voelt zó enorm goed, een prachtig stuk natuur dat ik het in stand wilde houden. Maar hoe en wat, vroeg ik me af. Ik dacht eigenlijk meteen al aan varkens. Het thuisfront reageerde daarop met: "als jij dat alléén gaat doen, dan de varkens erin, jij eruit!" 'Ik kende Frank Bax en Marijn van den Akker en met hen besprak ik mijn idee. Zij waren meteen enthousiast. Frank heeft er Wim van Meijl bijgehaald. We kennen elkaar al jaren. Het gaf meteen een klik. Vier mannen met allen een verschillende achtergrond. Ik kom uit de klompenmakerij aan de Zwembadweg, ben de enige echte Rooienaar in dit gezelschap, Frank is een bakkerszoon uit Heeze, Wim een boerenzoon uit Gastel en Marijn uit Heeswijk ook. Dus eigenlijk vier plattelanders bij elkaar.' Frank Bax vult aan: 'Ik hoefde niet lang na te denken toen Carlo met het idee kwam. Varkens mesten op een diervriendelijke manier in de natuur. Het was voor mij een inkoppertje.'
Het viertal toog naar veearts Kees Scheepens in Oirschot die al veel langer bezig is met het fokken van het Berkshire-varken. 'En die er alles van weet,' vertelt Frank, 'hij heeft zelfs een boek geschreven, "Varkenssignalen", over het gedrag van varkens. Hij kan bijvoorbeeld de knorgeluiden verklaren. Wist je dat een varken vijftien tot zeventien verschillende knorgeluiden maakt, die allemaal een eigen betekenis hebben waarmee ze met elkaar communiceren? Luister, ik zal Berky eens even aanhalen, dan hoor je het tevredenheidsgeknor.'
Het viertal wilde van Kees Schepens horen welk varkensras ze het beste voor hun hobby – het hele jaar door in de natuur en in de buitenlucht - zouden kunnen aanschaffen, de Bentheimer of de Berkshire. De mannen kozen voor de Berkshire. Waarom? Carlo: 'Ik was er meteen kapot van. Het is zóóóó'n mooi varken!' Ze kochten bij de Oirschotse veearts drie Berkshire 's: drie meisjes, zeugen in varkenstaal, het 'jongetje', de beer, schaften ze aan in Maastricht. Frank: 'In Maastricht, omdat we een raszuivere wilden hebben, buiten de bloedlijn, anders krijg je inteelt.'
Carlo is zo eerlijk om ook de tweede reden voor zijn hobby te verklaren. 'Ik ben een Bourgondiër en ik krijg graag een heel goed stuk vlees op mijn bord. En de Berkshire geeft bij uitstek geschikt vlees met een mooie rode kleur, gemarmerd, is ook wat zoeter en is goed te garen.' Frank: 'het gaat ons om een gezond, eerlijk, duurzaam en diervriendelijk stuk vlees.' Carlo weer: 'we doen het in de eerste plaats voor ons zelf met als achtergrond consumptie. De gedachte is heel simpel. We willen heel graag een stuk vlees dat supergoed smaakt. Frank: 'nou . . . . . . , het is niet zozeer het stuk vlees, maar de natuurlijke manier waarop wij buiten bezig zijn.' Ook Wim en Marijn bevestigen dat ze van een mooi en lekker stuk vlees houden. 'Maar Kitty, mijn vrouw, zal het niet klaarmaken,' klapt Frank uit de privéschool, 'zij is vegetarisch.' Carlo: 'het is voor ons een stuk ontspanning, gewoon heel leuk. Rustgevend.' Frank: 'inderdaad ontstressend, de accu opladen, noem ik het wel eens.'

Anderhalf jaar geleden gingen de mannen aan de slag met het omheinen van een aantal weiden, stroomvoorziening aanleggen, schuilhutten bouwen en drie modderpoelen graven. De varkenshouderij van de vier begon eigenlijk een beetje triest. Frank vertelt: 'We hadden drie zeugen gekocht bij Kees Scheepens. Eind vorig jaar stond ik hier aan de poort te rammelen en dan komen ze al naar je toe. Maar ik zag er maar twee aan het hek. Ik verder kijken en toen zag ik dat er één met haar kont in een gat zat. Toen ik dichterbij kwam, zag ik dat haar achterhand verlamd was. Ze moet besprongen zijn door een andere zeug, ongelukkig terecht zijn gekomen en daardoor een dwarslaesie opgelopen. We hebben het nog twee weken aangekeken of ze uit zichzelf zou herstellen, maar dat lukte niet. Helaas hebben we haar moeten laten euthanaseren.' Het was een gevoelig drama voor dec vier stoere heren.

'Het varken is een ontiegelijk intelligent dier. Het staat op de zesde plaats na de chimpansee, dolfijn, orang oetan, olifant en kraai.'

Hoewel de vier verschillende beroepen en achtergronden hebben, erkennen ze dat hun vakgebieden wel degelijk iets met hun liefhebberij gemeen hebben. Carlo: 'het landelijk gebied en de natuur staan bij mij hoog in het vaandel. Mijn vak heeft ook met de natuur te maken. Ik ben vroeger met dieren groot gebracht. Honden, katten, vogels, kippen. Toen ik nog een biologische kwekerij had, liepen hier ook honderdvijftig kippen rond en eenden.' Frank: 'de dieren vormen een soort van tegenhanger van de technische kant van mijn vak in de landbouwmechanisatie. Ik beschouw het als een uitdaging, leven mét en ván de natuur. Als mens met simpele middelen in leven blijven. Ik heb een landbouwopleiding gevolgd. Ik had eigenlijk veearts willen worden, maar door uitloting en militaire dienst is er dat niet van gekomen.' Voor Wim en Marijn, beiden van boerenafkomst, is het houden van varkens een vanzelfsprekende liefhebberij. Marijn, met de meeste praktische ervaring: 'ik ben tussen de varkens grootgebracht.' Of ze ook iets speciaal met varkens hebben? Frank: 'een varken is een heel leuk en een ontiegelijk intelligent dier. Het staat op de zesde plaats qua intelligentie na de chimpansee, dolfijn, orang oetan, olifant en kraai. Het varken staat ook heel dicht bij de mensen, hè, ook anatomisch.' Hoe ze hun liefhebberij noemen? Alle vier, luid lachend: 'Gewoon . . . . varkensboer, hahaha!'

Carlo bekent dat hij geniet 'van het spel tussen de natuur, de dieren en de mens.' Zegt: 'Het observeren van de varkens is al geweldig. Wat de natuur op de varkens doet, wat de natuur met ons doet, wat wij met de varkens doen.' Frank: 'de beesten hangen aan ons, ze kennen ons. Ze herkennen onze stemmen. Dat kun je merken aan hun gedrag. Ze worden dagelijks door ons direct benaderd. De aanhankelijkheid van het dier naar de mens wordt daardoor groter. Wij kunnen vertrouwelijk met ze omgaan. Dat kan niet in de intensieve veehouderij met duizend of meer varkens.' Tijdens het interview laten alle vier ook nadrukkelijk zien dat ze de dieren aanhalen en met ze praten. 'Ja, Bram, ze wil nu even niet.' En even later: 'Hoor je dat geknor? Nu is Bram aan het imponeren. Zo van . . . . . ik vind jou leuk.'

Ze zijn serieus met hun hobby bezig, maar lachen en dollen ook veel met elkaar. Er wordt veel naar elkaar 'geknipoogd', zeggen ze. Op zaterdag brengen ze koffie mee, taart en bier. Wim: 'Het ontbreekt ons aan niets hier. En we bespreken hier ook alle wereldproblemen, hè.' Marijn: 'Alle sociale ontwikkelingen binnen de gemeenschap.' Carlo: 'Alles komt hier op tafel . . . . . én blijft hier ook op tafel.'

Ze hebben een gezamenlijk rooster opgesteld, want het houden van dieren is een 24- uursbezigheid. De gepensioneerden, Wim en Marijn, zorgen voor de varkens van maandag tot en met vrijdag, de twee werkenden, Carlo en Frank, hebben weekenddienst. Ze voeren de dieren eenmaal per dag, houden het drinkwater op peil, controleren de stroomvoorziening en, voegt Frank er snel aan toe: 'onze vierde taak is "socializen."' Wat dat inhoudt? ''Nou, gewoon: contact met de dieren onderhouden.' Zo'n tien tot twintig uur per maand stoppen ze in hun hobby. Of ze het zelf niet een ietwat vreemde, buitensporige, hobby vinden? Carlo: 'Nee hoor, past wel bij mij. Als heel de wereld naar links trekt, trek ik graag naar rechts, want daar is veel meer ruimte.' Ook Frank zegt dat hij zijn liefhebberij niet vreemd vindt. 'Maar ik kan me voorstellen dat andere mensen dat wél vinden.' En vertelt als voorbeeld: 'Ik heb wel eens de opmerking gehoord of die Club van Vier misschien met een midlifecrisis bezig was.' Carlo daarop reagerend: 'Wij rijden geen Harley.'