Afbeelding

Kamerkoor culinair

Roois nieuws Kunst en Cultuur
Het Roois Kamerkoor heeft een nieuwe activiteit: een diner chantant. Waar Peter de Koning en zijn crew een bijzonder diner opdiste, bracht het kamerkoor muzikaal intermezzo’s tussen de gangen. De brede visie van dirigent Ad van de Wetering zorgde niet alleen voor passende stukken; met vier gangen kregen de gasten 5 muzikale blokken. Een geslaagde avond en het begin van een nieuwe traditie.

“Komt en hoort” was de openingszang bij het aperitief. Een nieuw lied op oude en bekende melodie. Op de gezongen “U vraagt wat wij gaan zingen” was de uitnodiging gedaan en kwam het eerste gerecht op tafel.
Het voorgerecht bood ingetogen muziek in een langzaam marstempo om de bedienaren aan te zetten. Muziek van Henry VIII, Pastime with good company, bleek een uitnodiging voor gasten, koorleden en bedienend personeel om de eigen rol kiezen/te nemen. Het Kamerkoor wist dat als geen ander met Thomas Morley, Sing we and chant it. Vertrouwde werken die –bij wijze van spreken- uit de losse pols werden gezongen.

Voor het hoofdgerecht deden gasten en koor hetzelfde: we luisterden hoe de zilveren zwaan van Orlande Gibbons en de ganzen van Fredrick Bridge werden geslacht, gekruid en gepeperd, en...opgediend. We genoten van een triest melodrama dat veel toneel liet zien en horen. De varkenshaas en de Baramundifilet smaakten er des te beter van.
Het Kamerkoor heeft het talent om muziekstukken te combineren met de gelegenheid waarbij die gezongen worden én om de uitvoering zó toon te zetten dat de inhoud muzikaal tot leven komt – hoe tegenstrijdig dat ook klinkt. Het dramatische verhaal van de ganzen met zoveel verve gebracht, deed ons watertanden.

Daarna kregen de gasten de bevestiging van al het goede waar we van genoten hebben: een hoofs, hoffelijk en koninklijk maal met muziek uit verschillende muziekperiodes. Michelle van Lennon en McCartney en...Henry VIII, Pastime with good company. Met het laatste zijn we ook aan tafel gegaan.

We kregen zowel te eten als te drinken, zodat de toegift wel een drinklied móést zijn: Brüderlein, Lustig sein; uitbundig gezongen. Het was bovendien op heel creatieve wijze opgedragen aan gastheer en crew.

De totale setting had iets persoonlijks, waarbij het “iets” lastig te omschrijven is. Veel gasten en vrienden van het koor beleefden een feest van herkenning. Bekend repertoire in een andere omgeving. Restaurant de Beurs voegde daar op vertrouwde wijze veel nieuws aan toe: een nieuwe prikkel van geur en smaak. Dat iets persoonlijks bleek ook uit de stabiele tafelschikking. We bleven vanuit éénzelfde hoek of optiek het koor beluisteren en bewonderen.

Wat mij persoonlijk raakt is de harmonie tussen gastheer, gasten en koorleden. Leden van het koor hielpen bij de bediening, gastheer en crew luisterden heel aandachtig met de gasten en de gasten....zij waren de verbindende schakel door te genieten van samenstelling en evenwicht – zowel culinair als muzikaal.