Drie Rooise generaties Plaat op de markt: van bakfiets tot internet

Roois nieuws
Sint-Oedenrode - Al 75 jaar handelen drie Rooise generaties Plaat in groenten en fruit. Jos Plaat (1918) begint in 1940 samen met zijn vrouw Miet van Osch aan de Schootsedijk 5 in Sint-Oedenrode met het van deur-tot-deur uitventen van fruit uit zijn eigen boomgaard. In 1961 komt zijn 15-jarige zoon Ad hem helpen, maar dan is intussen de bakfiets vervangen door een heuse vrachtauto voor het bezoeken van markten. En in 1993 komt Marcel, de 19-jarige zoon van Ad, erbij. Drie generaties Plaat vertellen over de groei van hun handel: van bakfiets tot internet. En dat doen ze in hun kantoor aan de Schootsedijk 5, want daar is het bedrijf nog steeds gevestigd.

Door: Jan H.F. van der Heyden

Een portret van drie generaties, die samen al 75 jaren verschillende markten in zuidoost-Brabant 'bestieren', mondt snel uit in verhalen-over-vroeger. En zeker bij Ad Plaat, de huidige 'senior' (69) die samen met zijn vrouw Thea (68) en hun zoon Marcel (40) de vennootschap onder firma (v.o.f.) vormt. Want aan de gesprekstafel mogen dan wel drie 'Plaat-jes' zitten, vader Ad doet het woord in een tempo van meer dan honderd kilometer per uur. Ad Plaat heeft zich terdege op het interview voorbereid. Voor hem heeft hij twee volgeschreven A4-tjes uitgevouwen. Minutieus heeft hij de ontwikkeling van het bedrijf van hem en zijn vader daarop uitgetekend. Wij hoeven eigenlijk zijn woordenstroom alleen maar te noteren. Ongevraagd steekt hij van wal. 'In 1940 kocht mijn vader, hij was toen 22, grond rondom de Schootsedijk 5 voor de aanleg van een boomgaard met appels, peren, pruimen en in de zomer wat groenten erbij. Met de bakfiets ventte hij dat uit langs de deur in Rooi. Kort na de oorlog hielp Willem Oerlemans van het transportbedrijf hem met het vervoeren van de spullen naar markten in Eindhoven en Helmond. In 1947 kocht mijn vader zelf een vrachtauto. Mijn moeder werkte voornamelijk op het land met plukken, spuiten, maaien en schoffelen en mijn vader deed de handel, de verkoop.' Een jaar daarvoor had Jos Plaat zijn eerste 'bewaarplaats' gebouwd, de voorloper van de koelcel. In 1950 verrees de eerste échte koelcel aan de Schootsedijk. Daarin kon het fruit tot drie graden boven nul bewaard worden. Drie jaar later komen er nog meer koelcellen bij, waarin het fruit door zuurstofverlaging tien tot elf maanden op dezelfde smaak kan worden gehouden. In 1959 koopt Jos Plaat weer een paar lappen grond rond de boerderij van Ties Raaijmakers op de hoek van de Schijndelseweg en de Schootsedijk en even voorbij het huidige tuincentrum Krans aan de Schijndelseweg. Allemaal voor de aanleg van boomgaarden, maar wel met de bedoeling er nieuwe rassen te telen. En perziken kwamen erbij. 'Mijn vader begon toen ook wel meer met het opkopen van oogsten van fruitbedrijven voor de veiling en voor eigen verkoop. In die vijftiger en zestiger jaren hebben wel honderden Rooienaren, mannen, vrouwen, kinderen, bij ons in de seizoenen appels, peren en groenten geplukt,' zegt zoon Ad Plaat met enige trots in zijn stem. 'In 1961, ik was 15, werd ik zijn "jongste hulpje." Ik zocht niet zo te leren, dus dat werd overdag werken en 's avonds naar school, eerst naar kostschool De Ruwenberg in Sint-Michielsgestel en later naar de Detailhandelsschool.' Dat was net in die tijd dat in EEG-verband de grenzen opengingen en de zuidelijke landen, Italië en Spanje, die het hele jaar door fruit en groenten kunnen oogsten de Nederlandse markt betraden. Toch zagen vader en zoon Plaat kans op méér markten een kraam te veroveren. Ad: 'Vader en moeder gingen zich meer en meer bezighouden met telen, ik ging voor de middag naar de markt en na de middag kisten met geplukt fruit stapelen en naar de koelcellen brengen. In 1968 hebben we nog vier hectaren grond bijgekocht aan de Paardenbloem, ook weer voor een boomgaard.' In de zeventiger jaren kwam de mechanisatie op gang. Niet alles hoefde meer met de hand, het laden en lossen en het stapelen van kisten kon voortaan met pallets en met heftrucks gebeuren. Ook de elektrische weegschalen en pompwagens zijn in die jaren gekomen. Ad: 'In 1980 is mijn jonge echtgenote Thea ook mee gaan helpen. 'Thea: 'Ja, en daar had ik helemaal geen zin in, ik vond het echt niet leuk, de markt was helemaal niet mijn passie. Maar ja, je had toch regelmatig met personeelstekort te maken en dan viel ik wel eens in. Zo is het begonnen. Eerst op maandag en woensdag in Eindhoven en Uden, daarna is het steeds méér geworden.' In 1990 koopt Ad Plaat een boerderijwinkel in Helvoirt, maar die houdt hij maar 3 jaar aan. 'Teveel, markt en winkel samen.'

In 1993 komt zoon Marcel erbij. Hij is dan 19, heeft de middelbare detailhandelsschool doorlopen en stapt dus – net zoals zijn vader – recht van de schoolbank de marktkraam binnen. Marcel heeft nog precies één jaar met zijn opa gewerkt. In 1994 krijgt Opa Plaat een hartinfarct en stopt na 54 jaar hard werken. Op dat moment heeft de v.o.f. Plaat 150 verschillende soorten groenten en fruit in het assortiment dat uit 25 verschillende landen wordt geïmporteerd. Als Marcel zijn intrede doet wordt ook de windgevoelige marktkraam met plastic zeilen vervangen door een luxe verkoopwagen. Vader Ad Plaat: 'Beter geïsoleerd, stabieler, mooiere uitstraling.' Het is in dezelfde negentiger jaren dat het gezin Plaat het roer omgooit, stopt met koelen en opslaan en voortaan rechtstreeks gaat inkopen bij kweker Van Aarle in Schijndel. Dat inkopen gebeurt nu twee tot drie keer per week voor fruit en zuidvruchten en vier tot vijf keer per week voor groenten. Vader Ad Plaat: 'de lijnen tussen oogsten en verkopen worden hierdoor heel erg kort. Ooit zit er maar één nacht tussen, als je op de veiling koopt zitten er meer tussen.'

Het is dus nu alleen maar handel bij Plaat. Niet meer zelf telen, zoals opa en oma deden en ook vader Ad nog, niet meer zelf koelen en opslaan. Alleen handel. Ad Plaat: 'Alles zelf doen is alleen nog maar interessant als je over 100 hectaren beschikt en niet over 10 hectaren, zoals wij. En weet je: als een klant vandaag een rode appel vraagt, krijgt hij van ons morgen een rode appel, als hij morgen een groene appel wil, krijgt hij overmorgen een groene appel.' Het bedrijfsplaatje van het familiebedrijf Plaat anno 2015 ziet er als volgt uit: 4 mensen op de loonlijst, wekelijks 6 markten (in Uden, Sint-Michielsgestel, Eindhoven, Boekel en Mierlo) en 6 standplaatsen (in Volkel, Moergestel, Oisterwijk, Diessen en Son en Breugel), een eigen bedrijfsgebouw, drie vrachtwagens en een elektrische pompwagen.

Wat is een goede markthandelaar? Ad: 'Een goede verkoper ziet al aan het gezicht of iemand iets wil kopen. Dat moet je aanvoelen.' Thea: 'Je moet een klant naar je kraam trekken door mensen aan te spreken, contact maken. Als is het maar met "goede morgen". Als je niks zegt, lopen ze voorbij. Altijd vriendelijk zijn en blijven. Late proeven.' Ad vult aan: 'Kinderen krijgen bij ons altijd een stukje fruit.'

Kun je met de markthandel goed de kost verdienen? Ad: 'Ja, maar je moet alert blijven, de kosten in de gaten blijven houden.'

Is het hard werken? Ad: 'Ja, van 's morgens vijf tot 's avonds negen uur. 52 Weken lang uitgezonderd de vakantie. Je moet niet bang zijn om hard te werken. Thea: 'Je moet tegen weer en wind kunnen. En je moet een doorzetter zijn. Want er zijn ook dagen dat het veel minder gaat en dan moet je toch gewoon doorgaan.' Marcel: 'Gewoon altijd doorgaan. Net doen of je gek bent. Goed of slecht, het is je beroep. Daar heb je voor gekozen.' Ad: 'Zo is dat. Het is jouw beroep en dat heb je er voor over. Amen. Uit.'

Is er een vierde generatie Plaat in zicht? Marcel: 'Ik denk het niet.' Thea: 'Dat kun je nu nog niet zeggen. Jij wilde het toen je 19 was ook niet.'

Wel eens meningsverschillen binnen de familie? Marcel: 'Smaakverschillen bij het inkopen.'

Waarom niet in Sint-Oedenrode op de markt? Ad: 'Stamt uit het verleden. Lange tijd waren er voor ons geen mogelijkheden. Toen die wel kwamen zaten we vol op vrijdag, stonden we al op drie verschillende plaatsen.'

Wanneer is de volgende generatie-mijlpaal te verwachten? Ad: 'Volgend jaar. Dan dragen Thea en ik de zaak over aan Marcel. Maar ik wil niet stoppen met werken. Dus daar moeten we nog iets op zien te vinden.'

Dan treedt dus de derde generatie Plaat geheel zelfstandig naar voren? Thea: 'Ja, dan is er ook sprake van horizonverbreding, zoals ik het dat noem.'

En zo eindigt een interview over drie generaties Plaat, markthandelaren in groenten en fruit, in internetverkoop door de derde generatie. Terwijl de eerste generatie, de opa van Marcel, begon met een bakfiets-langs-de-deur……………….