Afbeelding

Rooise oude herbergen

Algemeen

Sint-Oedenrode - Tijdens een onderzoek in ons gerechtelijk archief van het "protocol van allerhande acten", waarin allerlei zaken uit het dagelijks leven in vroeger eeuwen staan opgetekend, vonden we tussen de jaren 1740 en 1750 ook een aantal namen van oude herbergen.

Door: Heemkundige Kring De Oude Vrijheid

Ofschoon we in die dikke boeken van soms meer dan 800 pagina's niet op zoek waren naar herbergen, hebben we toch een aantal namen ervan opgetekend. Het gaat daarbij meestal om een verkoping of verhuring van een huis en hof met toebehoren, waarbij dan allerlei bijzonderheden ter sprake komen. Er staat echter maar heel zelden bij dat het om een herberg gaat. Daar moet je dan via andere bronnen maar achter zien te komen. Vooral de namen van deze huizen zijn interessant. Al was het alleen maar omdat er geen enkele meer van bestaat.

Men zette in die tijd niet zijn familienaam in steeds grotere letters op zijn winkel of herberg, maar men bedacht een naam, die dan met een bijbehorende afbeelding op een uithangbordje boven de voordeur werd aangebracht. De hier volgende opsomming van vermoedelijk allemaal herbergnamen is niet volledig, omdat zij slechts een periode omvat van 10 jaar. Ook de plaats waar deze huizen stonden - bij voorkeur rond het marktveld - is slechts bij benadering aangegeven. Voor een precieze plaatsbepaling en omschrijving van deze panden is een afzonderlijke studie nodig, waar we voorlopig nog niet aan toe zijn. Maar ondanks deze onvolledigheid willen we u de namen van deze oude Rooise herbergen toch niet onthouden.

Aan de westzijde van de Markt stonden:

De Swaan
Dit pand werd omschreven als een huis, schuur en hof, gestaan en gelegen aan het marktveld. Het lag dichtbij de vroegere Neulstraat, slechts één huis daarvan verwijderd. Het was een van de vroegst bekende herbergen van Rooi en wordt reeds in de 15e eeuw vermeld als "die Zwaen aen't Sant". In het begin van de 18e eeuw was zij eigendom van de brouwer Lambert Kemps die zijn brouwerij had "omtrent den Waater moolen".

Den Roode Leeuw
Dit was een woonhuis met paardenstal, schop en hof, gelegen aan het marktveld. Het was eigendom van Jacoba van Heessel, weduwe van Jan de Laure. In 1749 werd het verhuurd aan de stadhouder van Peelland, Willem Jan Gualtherie voor f60, - per jaar. Of hij er als lid van "de ware gereforineercie religie" zoals men dat toen noemde, een café hield, staat er niet bij vermeld, maar gezien de karakteristieke herbergnaam en de aanwezigheid van een paardenstal(ling), is dit toch wel zeer waarschijnlijk te noemen.

De Drie Swaentjens
Ook deze herberg lag langs de markt: met een eind aan de pastorije - Stompershoek - en met het andere einde aan de Straat. Deze woonhuizinge, schuur en hof, heeft gestaan ongeveer op de plaats waar nu de Dienst Gemeentewerken gevestigd is. Toen de procureur Jan Wellens de herberg wilde verkopen, werd er slechts f 900, - voor geboden, met het gevolg dat de verkoop niet doorging. Het zal dus wel een niet zo druk beklante zaak geweest zijn.

Het Hart
Een huis en hof, staande aan het marktveld, met één einde aan de Straat en tussen het huis van C. Cranen, genaamd de Speijker, en het huis van Jan Cluijtmans. De plaats is nog onzeker.

Aan de andere kant van het marktveld, langs de Straat, stonden:

Den Keijzer
Deze huizinge lag langs het voormalige Kerkstraatje, met één eind aan het marktveld en met het andere einde aan de Borchgraaf. Dit moet het eerste huis geweest zijn van de Straat, ten noorden van het tegenwoordige kerkplein. Bij een erfdeling tussen de Kinderen de Vroom kwam het in bezit van Jan de Vroom

De Drie Clocken
Ook dit huis en hof was een herberg. Zij stond aan de Straat en was toen eigendom van Jan en Antonij Kemps. Jan woonde in Rooi en Antonij was medicine doctor in den Bosch. Het was verhuurd aan Hendrina Entholz, de weduwe van Lambert van den Boomen. De zaak werd gedreven door Dirk van de Laak.

De Prins
Hiervan weten we op het moment alleen dat het gelegen was in de Oude Vrijheid en dat het op dat moment een vervallen gedoentje was. Het werd bewoond door Adriaan van Rooij en zijn vrouw Geertruijd van Kerkwijck.

Ook op de Heuvel stonden enige herbergen. De oudste die hier wordt vermeld dateert al uit de 15e eeuw. Zij lag in de nabijheid van het hertogelijk jachthuis en droeg de toepasselijke naam van "In den Haes- wijnde" of in den Hazewind. In de 18e eeuw bestond deze naam niet meer. Wel stonden er nu drie huizen met een naam die aan een herberg doet denken. (Bron: jaargang 12 maart 78 Heemschild)