Het eerste kampioensteam van Ollandia.
Het eerste kampioensteam van Ollandia.

"We poetsten zelfs beton"

Algemeen

Dit is het eerste kampioensteam van Ollandia. In het seizoen '64-'65 waren zij de beste van de rest. Toen bestond de vereniging pas tien seizoenen. Dit jaar wordt het zestigjarig bestaan gevierd. Natuurlijk slaan we de geschiedenisboeken er op na om historie van de club te delen, maar wat is er mooier dan luisteren naar anekdotes van leden? Van echte Ollanders, waarvan sommigen al meer dan vijftig jaar de krijtlijnen van Ollandia opzoeken. Daarom sprak DeMooiRooiKrant af met hen. Uiteraard op sportpark Ekkerzicht.

Door: Jeroen van de Sande

Het is donderdagmiddag na Carnaval. Wat verdwaalde confetti waait tegen auto's aan die op het parkeerterrein van sportpark Ekkerzicht staan geparkeerd. Het park ligt er zoals altijd prima bij. De stoep is geveegd en de lijnen zijn dik besmeerd. Zondag wordt er weer gevoetbald. De tig-duizendste wedstrijd in de geschiedenis van de club. Als ik de voordeur van de kantine opentrek, klinkt er geroezemoes uit de knusse bestuurskamer. De geur van koffie verraadt dat de voorbereidingen op het gesprek al zijn begonnen. Voor ik het weet schud ik Ad van Aarle, Janus van de Wetering, Jan Roche, Ad van der Heijden en Jan Hagelaars de hand. Een flink ontvangstcomité, wat gecompleteerd wordt door Maria Roche. Later blijkt dat ze niet alleen voor het koffiezetten bij de heren komt zitten. Ook haar historische kennis is van pas gekomen.

'Wie zijn eigenlijk de oprichters van Ollandia?' schiet ik op open doel. Als een chaotisch middenveld beginnen de mannen door elkaar te praten. Er is discussie, hoewel vaak dezelfde namen voorbij komen. Uiteindelijk worden ze het eens. Pastoor Swinkels is de grote initiator geweest. Gelukkig weet Jan Roche wat boeken uit de kast te trekken met daarin (geheel in Ollandse stijl) zwart op wit, de levensloop van de vereniging. 'Die kan nog wel eens van pas komen', denk ik als het volgende discussiepunt op tafel komt…. pastoor Swinkels dus. De 50-jarig jubileumeditie van het clubblad van VV Ollandia vertelt het volgende: 'In Olland hadden voetbalfanaten al regelmatig over een voetbalveld en voetbalclub gesproken. Deze fanaten waren Janus van der Wiel, Johan Hubers, Hein Markus en Driek van Grinsven. De initiator van de oprichting van Ollandia was een belangrijk persoon in Olland, namelijk Pastoor Swinkels. Hij droeg de plannen van de voetballers een warm hart toe en regelde een voetbalveld, zodat er een voetbalveld opgericht kon worden."

Het volgende discussiepunt gaat over – je raadt het al – de velden. Waar lag het eerste veld van Ollandia? Dat weten de mannen wel te vertellen. Alleen de verhuizingen daarna en in welke jaren dat gebeurde was een stap te ver. Er wordt gegist. Logisch ook, want je kunt na zoveel jaar niet alles meer weten. Ad van Aarle trapt af. "We begonnen te voetballen op een veld bij Van de Sande. Daar ben ik aan het 'grensrechteren' gegaan. De volgende dag vroegen ze of ik secretaris wilde worden. 'Moet dat?' zei ik, maar dat moest! Mijn eerste klusje was om een gefrommeld stukje papier op te sturen naar de KNVB. Het was de aanmelding bij de bond." Het blijkt de aanzet van meerdere memoires om van te smullen, van alle aanwezigen. Toch pakken we het jubileumboek er nog even bij om wat te verduidelijken. 'De eerste twee jaar werd er naarstig gezocht naar een speelveld dat voldeed aan de eisen van de KNVB. Dit werd uiteindelijk gevonden aan de Kartuizerweg, waar de eerste officiële doelpunten van Ollandia geplaatst werden. Op 7 september 1958 werd het terrein aan de Kartuizerweg officieel in gebruik genomen door middel van een wedstrijd tussen de verenigingen Boskant en Irene. Natuurlijk verrichtte de geestelijk adviseur, pastoor Swinkels, de aftrap.' Later verhuisde de club in 1966 naar een nieuw onderkomen aan de Schootsedijk en elf jaar geleden betrok de club het huidige terrein. Tussendoor werd achter de Holm een trainingsveld aangelegd met de lampen die gebruikt werden aan de Kartuizerweg.

Vragen en antwoorden lopen inmiddels door elkaar heen. Maar het is gezellig en ook in Olland geldt: voetbal maakt de tongen los. Foto's worden van de muren getrokken en Janus laat eindelijk zien wat hij in zijn plastic zak heeft zitten. Hij schudt gele briefjes op tafel. Stuk voor stuk oude facturen, of rekeningen van de KNVB. Echte relikwieën met de geur van de jaren zestig. Jan Hagelaars weet het voor mekaar te krijgen het onderwerp telkens weer op wedstrijden van Ollandia uit te laten komen. Logisch, hij was immers achttien jaar lang de behendige spits van Ollandia 1. Even wordt hardop nagedacht over het jaar van het eerste kampioenschap en de getallen vliegen als bingocijfers rondt. Jan blijkt gelijk te hebben, volgens het jubileumboek althans, wat Janus van de Wetering eerder al citeerde: "De eerste jaren van Ollandia waren de voetbalkwaliteiten wat minder, maar de inzet vergoedde veel, zo niet alles. Dat resulteerde in 1965 dan ook in het eerste kampioenschap. Enkele jaren eerder waren we overigens ook al heel kort bij de titel. In een beslissingswedstrijd tegen Tongelre stonden we op een riante 4-1 voorsprong, maar uiteindelijk gingen we met 7-5 ten onder. Met afstand onze belangrijkste speler was Piet Goyaerts, onze topscorer. Hij was ijzersterk met de kop en had bovendien een uitstekend schot." Ad van Aarle komt ineens met een prachtige anekdote over hem op de proppen. "Piet mistte eens drie penalty's achter elkaar. In een belangrijke wedstrijd kregen we er weer een en die moest hij dus maken. Hij had de hele week getraind door ballen door een gat in de schuurdeur te schieten. Ik zei dat hij zo hard mogelijk moest schieten. Dat deed hij, bijna door het net heen!"
De mannen zijn ook het kampioenschap van het tweede in 1969 niet vergeten en Jan Hagelaars vertelt enthousiast over de titels in 1970 en 1974. Ad van der Heijden blikt terug naar het meest recente kampioenschap van 2009 – het jaar waarin ze de hoogste competitie ooit haalden – en naar de finale van de Toon Schröderbeker in 1978. Toch was hij ook betrokken bij het kampioenschap van 1974. "We speelden uit bij FC Uden", vertelt Van der Heijden. "Ik schoot er tegen mijn eigen paal aan! We verdedigden bijna de hele wedstrijd, maar wonnen uiteindelijk wel met 1-0. Het mooie was dat we helemaal met de fiets waren gekomen uit Olland, want het was autoloze zondag door de oliecrisis."

Drie flesjes bier die nog in de koelkast liggen, hebben inmiddels een nieuwe eigenaar gevonden en Jan Roche begint zijn moppenetalage leeg te ruimen. Eenmaal in de kantine kan een echte Ollander het niet laten om gezelligheid te maken. De hamvraag stel ik met de gedachte om een serieus antwoord te krijgen. Ik word op de wenken bediend. Wat is typisch Ollandia? 'Saamhorigheid', zegt de één. 'bereidheid om elkaar te helpen', zegt de ander. 'Trots', zegt Ad van der Heijden. "De trots op de vereniging. Ondanks dat we lang laag gespeeld hebben. Iedereen helpt iedereen mee als er iets moet gebeuren. Alles wordt gedaan om de club beter en mooier te maken. Toen we nog aan de Schootsedijk voetbalden poetsten we zelfs beton! Van die trots krijg je energie en inspiratie van."

De komende maanden verschijnen meerdere artikelen over het zestigjarig bestaan wat in juli gevierd wordt met een feestweekend.

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding