Archief
Archief

De zorgen van de Kerstman

Algemeen

De sint reist na zijn verjaardag in december af naar Spanje en de Kerstman komt naar het schijnt uit Noord-Finland en moet dus een heel eind afzakken van het hoge noorden deze kant in. Ze treffen elkaar derhalve niet ergens onderweg. Maar app-en kan natuurlijk ook.

De sint zal graag zijn ervaringen willen delen. Zal hij op zijn stoomboot op de heenreis opgezien hebben tegen de maar nooit eindigende Zwarte Pieten discussie? Kan Hij het op zijn leeftijd nog allemaal bevatten? Zijn Pieten hadden en hebben toch nooit kwaad in de zin gehad? De Kerstman is ook niet meer zonder zorgen. Want kijk eens goed naar de kerststal! Wie en wat zie je daar allemaal? Eerst de gebruikelijke beelden: het middelpunt is natuurlijk het Kind in de kribbe. Hopelijk is het stro niet te hard voor zijn roze billetjes. Vader en moeder dichtbij, ze raken er maar niet over uitgepraat, wat een mooi kind is ons geschonken! Het lacht en het straalt ondanks de niet jofele omstandigheden daar in die kouwe stal op de vlakte van Judea. Daar kan het in de winter behoorlijk koud zijn en de herberg zat vol, ook dat nog. De os en de ezel zorgen voor wat warmte. Hun warme, vochtige adem die uit hun grote dampende neusgaten stroomt streelt langs het kind en dat is genoeg voor dit moment. Buiten staan de herders, een beetje op afstand. Ze zijn er verlegen onder dat zij de eerste mogen zijn die op kraamvisite mogen komen! Wat een eer. Zij hebben hun schapen bij zich en een hond die de 'mekkeraars' een beetje in het gareel houdt. De herders zijn net een beetje bekomen van de schrik, want toen zij zojuist nog op het veld waren, begonnen de engelen prachtig te zingen en de omgeving te verlichten zodat de herders wisten waar ze naar toe moesten. Een koning in een stal! Het moet niet gekker worden natuurlijk.

Ergens zijn er ook nog koningen onderweg, ze zijn ingefluisterd, misschien wel door diezelfde engelen. En ze hebben een ster ontdekt hoog aan de hemel die hen uitnodigt om hem te volgen. Dat moet ook wel want koningen zijn nu eenmaal niet gewend om een langere voettocht te maken. En ze hebben ook nog wat cadeaus bij zich, dat dan weer wel. Je kunt natuurlijk niet met lege handen bij een koning aankomen. Ze hebben wat goud bij zich, verder mirre en wierook, in de hoop dat dat in de smaak valt bij zijn ouders. Net als ze hun voeten beginnen te voelen, blijft de ster staan. De koningen kijken rond: 'Zitten we hier wel goed? We zien niets wat op een paleis lijkt of zoiets?' De ster blijft echter staan en dan zien ze in de verte een stal met daaromheen wat beweging. Nou, dan daar maar eens gaan kijken en vragen. En verdraaid! Het ziet er allemaal heel huiselijk uit. Een kind, bezorgde en dankbare ouders. Weinig luxe, maar het tafereel heeft wel iets lieftalligs. De koningen voelen dat het hier wel goed zit. Ze kijken nog eens goed rond. De herders zijn al lang uiteen geweken, want ze zien wel aan die dure kleren en aan de kronen dat hier belangrijk volk aankomt. De koningen knielen gevoelsmatig en leggen de cadeaus neer. Ongetwijfeld geven ze Maria en Jozef een hand want een zoon die al op zijn leeftijd koning is, dat overkomt je als ouders natuurlijk niet elke dag.

Tja, alles peis en vree zou je zeggen, maar waar zit dan het probleem? Welnu, de koningen hadden ook een kameel meegenomen en een knecht die hem aan de teugel hield. Een lijfeigene misschien wel. En wat denk je welke kleur die knecht heeft? Precies! Net als één koning. Maar de knecht maalt er niet om en de koningen nog minder. De herders hebben veel meer belangstelling voor de kameel dan voor de knecht. Wat een raar beest! Weer eens wat anders dan die schapen. Iedereen gaat zingen. Geen 'lang zullen ze leven.' Dat past niet. Ze zongen wel: 'Er is een Kindeke geboren op d'aard' en wel in een stille en heilige nacht. Iedereen zong mee, iedereen was blij, iedereen was welkom, niemand voelde zich tekortgedaan. Dat zou het Kind, de koning, ook absoluut niet willen. Hij heeft het beste voor met iedereen, ongeacht afkomst of huidskleur. Hij maakt er geen probleem van, waarom de mensen dan wel? Er zal toch ook geen rendier zijn dat de arrenslee trekt en dat zich tekort gedaan voelt omdat er een kameel op het toneel verschijnt? Ben je mal! De herders zijn van eenvoudige komaf en zij staan hier ook met hun neus voorop. Een hele eer, maar zo werkt het wel. Het Kind zegt: de rijken en machtigen bedruipen zichzelf wel, daar kom ik niet voor. Ik kom voor de verstotenen, zij die alleen maar een doornenkroon op hun hoofd voelen.
Nou, wat valt daar nog aan toe te voegen of tegenin te brengen? Een lesje in nederigheid, daar wordt niemand slechter van. De nieuwe koning geeft kleur aan je leven, welke kleur je zelf ook hebt. De geschiedenis van vele onderdrukten kunnen en mogen we niet ontkennen, sterker nog, ze zijn er nog steeds. Laten we met hen gaan praten in plaats van over hen. Alle mensen en dieren in de stal denken er hetzelfde over. Zij hebben respect voor elkaar en laten eenieder in zijn waarde. Of je nu een koning bent, een herder of een donkere kameeldrijver, voor het Kind ben je gelijk. Hij kijkt naar wat er in je hart omgaat en niet hoe je eruit ziet.