Afbeelding

Broeikasgasuitstoot Nederland gedaald

Algemeen

Volgens de laatste cijfers van het CBS stootte Nederland vorig jaar 2 procent minder broeikasgassen uit dan het jaar daarvoor. Dit is mede te danken aan de vermindering van het gebruik vans steenkoolcentrales. In 2017 werden er 4,2 miljard CO2-equivalenten meer uitgestoten dan in 2018. Met een daling van 2 procent bedroeg de uitstoot vorig jaar 189,5 miljard CO2-equivalenten. Deze daling is voornamelijk toe te schrijven aan de energiebedrijven die hun CO2-uitstoot flink hebben aangepakt. Ook de kleinere rundveestapel zorgt voor minder methaanuitstoot.

Nederlandse uitstoot relatief hoog
Het doel is dat Nederland in 2020 een broeikasgasuitstoot heeft die 25 procent lager ligt dan de uitstoot van 1990. In 2018 had Nederland echter nog 10,5 procent te gaan om zijn doel te behalen. Een blik op Europa wijst uit dat in 2017 de Nederlandse uitstoot van broeikasgas nog relatief vrij hoog lag in vergelijking met de rest van de Europese landen. Per inwoner werd er dat jaar 11,3 ton CO2-equivalenten uitgestoten. Met dat aantal ligt Nederland 34 procent boven het gemiddelde van de EU.

Op gelijk niveau met 2013
De CO2-uitstoot in Nederland in 2018 bedroeg 161 miljard kilo. Daarmee was de uitstoot 2 procent lager dan in 2017. De CO2-uitstoot van energiebedrijven daalde in diezelfde tijdspanne met 3 miljard kilo, waardoor zij in 2018 slechts 45 miljard kilo uitstootten. Dit is dezelfde hoeveelheid als in 2013. In 2015 werd Nederland gekenmerkt door een piek in CO2-uitstoot. Dit was te wijten aan het openen van nieuwe kolencentrales. Na 2015 werden oude kolencentrales echter een voor een stopgezet, waardoor de uitstoot weer daalde. De afwezigheid van kolenstroom werd vorig jaar opgevangen door het vergroten van de elektriciteitsimport, terwijl de aardgascentrales onverstoord door bleven draaien.

De uitstoot daalt
Ten opzichte van 2015 is ligt de broeikasgasuitstoot in 2018 3 procent lager. De economie heeft in diezelfde tijd echter een groei doorgemaakt van 8 procent, terwijl de emissie-intensiteit met 10 procent afnam. Deze daling is tevens een gevolg van het buiten werking zetten van oude kolencentrales, energiebesparing in het algemeen, het hogere verbruik van hernieuwbare energie en de dienstensector die tegenwoordig een groter aandeel heeft in de economie. Dankzij deze vooruitgang lag de emissie-intensiteit vorig jaar maar liefst 44 procent onder het niveau van 1990.

De Europese emissie-intensiteit
In 2017 lag de Nederlandse emissie-intensiteit 3 procent boven het Europese gemiddelde met 257 CO2-equivalenten per 1000 euro bbp. Er zijn 17 landen in Europa die het wat slechter doen dan Nederland en de meeste hiervan bevinden zich in het oosten. Zo bevindt Bulgarije zich bovenaan met een emissie-intensiteit die vier keer hoger ligt dan het gemiddelde van Europa. Over het algemeen kan gezegd worden dat landen met een hoge emissie-intensiteit een relatief grote industriële sector hebben. Landen die minder snel hun toevlucht zoeken in fossiele brandstoffen om energie op te wekken scoren relatief laag. Frankrijk, Zweden en Oostenrijk zijn hier een voorbeeld van. Frankrijk maakt voornamelijk gebruik van kerncentrales, terwijl Oostenrijk en Zweden gebruikmaken van duurzame energie zoals waterkracht.