
Een écht familiebedrijf, dat voel je
Zakelijk ZakelijkSint-Oedenrode - De bouwvak zit er bijna op. Familie van den Biggelaar ziet er uitgerust uit. Het is zaterdag en daarom rustig op de zaak. Vanaf maandag slaat de dynamiek weer toe, maar de kalmte van het moment geeft Lambert, Ardie, Joost en Martje de tijd om terug te blikken op 40 jaar Van den Biggelaar installatietechniek. Dit najaar (op 6 september om precies te zijn) vieren ze – met hun o zo gewaardeerde personeel - het jubileum waar ze allemaal zo trots op zijn.
Door: Jeroen van de Sande
Het is nog maar kort geleden dat DeMooiRooiKrant schreef over uitbreiding van het huidige pand op bedrijventerrein de Kampen. Toch begon het avontuur ergens anders, bij Lambert en Ardie aan huis op de Landingsweg in Sint-Oedenrode. “Ik kwam net van de LTS toen ik voor een klus aan het werk was bij de melkfabriek in Rooi. Er was veel laswerk te doen, Piet Voss was hier het leidingwerk aan het maken. Hij vroeg al snel of ik voor hem kwam werken”, weet Lambert nog als de dag van gisteren. Hij hield het daar aardig wat jaren vol, maar het ‘vur z’n eige beginne’ kriebelde. Dat weet Ardie zich dan weer goed te herinneren. Op zijn 31e begonnen Lambert én Ardie met de zaak. De vrouw des huizes had een dubbelfunctie. “Vanaf dag 1 heb ik meegeholpen. Boekhouding, telefoon aannemen, spullen ophalen. Ik heb het altijd met veel plezier gedaan. Het was wel best zwaar, want ik had ook nog een huishouden te runnen, maar het is me nooit tegen gaan staan.” Ardie blikt tevreden terug en voor Lambert was haar inzet en steun goud waard. Hij kon mede daardoor snel zijn bedrijf uitbreiden. Lambert: “We deden veel aan stalinrichting, maar wat veel mensen niet wisten was dat het ongeveer de helft was van onze werkzaamheden. We legden bij veel huizen ook verwarming en sanitair aan. Vooral in het buitengebied, dat wel.
Een kantelpunt in de bedrijfshistorie was de overname van installatiebedrijf Jan van de Ven, gevestigd aan het Kofferen. Jan wilde stoppen met zijn zaak en zocht een overnamekandidaat. Lambert en Ardie hadden daar wel oren naar. Samen met Jan namen ze de bouw aan van appartementencomplex Bastion in 1997. “Ons eerste grote project”, zegt Lambert. “Jan en ik vulden elkaar goed aan. Ik was meer van de praktijk, Jan de theoreticus. Bovendien had Jan de papieren voor water en gas die je in die tijd moest hebben voor dergelijke projecten.” Juist in die periode sloeg het noodlot toe. Jan overleed en die klap kwam hard aan. Emotioneel, maar ook zakelijk. Lambert zat direct met een probleem. Het was zijn zoon Joost die uitkomst bood. “Ik zat nog op school en was bezig om mijn papieren te halen”, vertelt Joost over toen. “Een tijdje hebben we op dat vooruitzicht mogen draaien en ik zat er ineens middenin. Plotseling had ik veel verantwoordelijkheden voor een twintigjarige, maar ja, dat was gewoon zo. Voor mij was het heel vanzelfsprekend. Eigenlijk had ik elders ervaring op willen doen een aantal jaar, maar dat kwam er niet van.” Net als Jan vulde Joost zijn vader goed aan. Op het theoretische vlak maakte (en maak) je hem niets wijs. Lambert bleef zijn sterke rol in de praktijk vervullen. Daarnaast was hij uiteraard het uithangbord en de contactpersoon van klanten. Ondertussen deed Joost levenservaring op, want dat was nog wat er aan ontbrak. Joost: “Ik had het als broekie wel eens zwaar op de bouwvergaderingen, maar daar leer je alleen maar van.”
Op een gegeven moment rammelde de gemeente aan de poort. Het zag de bedrijvigheid aan de Landingsweg liever verdwijnen, want het liep uit de hand. Lambert paste een slimme onderhandelingsstrategie toe bij burgemeester Van Oers en toen was het spel op de wagen. Het bedrijf kon verhuizen naar een gloednieuw pand op bedrijventerrein De Kampen. In 2002 opende familie Van den Biggelaar een onderkomen mét showroom. Er kwam een einde aan een tijdperk. “Vroeger aten de monteurs letterlijk aan het keukenblad mee”, merkt Joost op. “Ik weet dat nog precies.” Als jonge jongen zag hij Wim van Kronenburg en Adrie Dortmans in de pauzes mee-eten. Deze twee monteurs hebben altijd bij het bedrijf gewerkt. Wim is inmiddels met pensioen, maar Adrie hoopt in 2024 een bijzonder jubileum te vieren. “Ik denk dat het tekenend is voor ons bedrijf. We zijn een echt gemoedelijk familiebedrijf en dat voel je. Daarom is er weinig verloop bij ons. Ook jonge mensen willen hier daarom graag werken”, merkt Joost op.
Wat begon als een bedrijf voor stalinrichting en installatiewerkzaamheden bij particulieren is inmiddels uitgegroeid tot een serieuze speler op het gebied van installatie voor woningbouw, nieuwbouw en utiliteitsbouw. Er werken ondertussen zo’n zeventig mensen voor Van den Biggelaar installatietechniek, dat ook een expertise heeft ontwikkeld op het gebied van duurzaamheid. Het eigen pand – inclusief de pas aangekochte aangrenzende hal – ligt vol zonnepanelen en warmtepompen en is daardoor zelfvoorzienend. “Zo’n vijftien jaar geleden leverden we aan Huwa de eerste warmtepomp. Daar waren we toen al mee bezig. Dat geeft ons nu een voorsprong. De aanvragen stromen binnen en we sluiten zo’n 1300 tot 1500 warmtepompen per jaar aan. Er is op dit moment zoveel vraag naar dat heel onze branche veel moeite moet doen om aan ieders vraag te voldoen”, legt Joost uit. Een recent project is de immense bedrijfshal met hoogst haalbare duurzame installatie van familie Van Acht in Veghel. Ook daar is Joost erg trots op. Zijn bedrijf is inmiddels een lopende machine, een prefab-fabriek die het vooral voor het eigen personeel makkelijk maakt. Het contrast met vroeger is groot. Een halve dag bij klanten de trap op en af voor het aansluiten van een ketel is er niet meer bij. De ervaren monteurs maken ze in de hal klaar en met een paar handelingen worden ze even later kant en klaar bij de klant aangesloten. Joost zegt het niet met zoveel woorden, maar op dat proces is hij misschien nog wel het meest trots.
“Ik heb het vak van ons pa geleerd”, zegt hij daarna eerbiedig. Lambert stoomde Joost inderdaad klaar om het ooit over te kunnen nemen. Dat proces is jaren geleden voltooid. Gemakkelijk was dat niet voor de oprichter. “Nee, eerlijk is eerlijk. Daar heb ik in het begin wel moeite mee gehad. Het contact met klanten werd minder en dat vond ik het meest lastig. Ik loop nu ook heel anders rond. Als ik iets zie waar ik normaal wat van zou zeggen, meld ik dat netjes bij Joost. Dan moet hij maar zien wat hij er mee doet.” Ardie vult hem aan. “We zeggen wel eens tegen elkaar ‘Joost is 44, hij kan dat heus wel zelf.’ Lambert gaat iedere dag nog wel even naar de zaak, maar dat is ook goed. Hij heeft nog wat vaste klanten die hem bellen. We zijn vooral heel erg trots dat we het zo hebben kunnen overdragen. Dat is niet iedereen gegeven.” Martje, de vrouw van Joost, nam jaren geleden al wat taken van Ardie over en is werkzaam binnen het bedrijf. Dat maakt de stempel van familiebedrijf extra vet gedrukt. “En zonder ons personeel zouden we hier niet staan”, zegt Joost. “Samen met hen zijn we klaar voor de toekomst. We zijn ze dankbaar voor hun inzet, iedere dag weer.”
Een grote droom van Joost is dat hij later de zaak aan een volgende generatie kan overdragen. Bo en Lou heten de zoons van Martje en Joost. De grappenmakers schoven even aan bij het jubileuminterview en dat maakte het plaatje wel compleet. Een trotse oma vertelde pal voor het interview dat ze pas voor het eerst even hadden meegeholpen in de fabriek. Wie weet waar het toe leidt, ze hebben nu in ieder geval een opa én een vader waar ze het vak van kunnen leren…






