“Ik kijk altijd uit naar Rooi Kermis”

Roois nieuws
“Naar enkele kermissen kijk ik echt uit. Dat heb ik ook met Rooi Kermis. Het is heel erg bijzonder wat hier gebeurd. Mensen pakken gewoon een week vrij! Waar zie je dat nog?” Hier spreekt Johan Paashuis zijn liefde uit voor de kermis in Sint-Oedenrode. Hij vond er niet alleen de liefde voor het kermisvak, maar ook de liefde voor zijn vrouw. Met de draaimolen als roterend middelpunt.

“Bij sommige kermissen ga je voor de boterham. Hier niet, hier word je opgenomen in de gezelligheid.” Johan versterkt zijn duidelijke mening over de kermis in Sint-Oedenrode met deze zinnen. Hij kan het weten als geen ander. Al bijna 35 jaar draait de draaimolen van Johan hier zijn rondjes. Toch was hij ook al in zijn jeugd werkzaam op de kermis in Rooi. Hij denkt dat zijn familie al 100 jaar op deze Kermis werkt. De opa van de exploitant had een danstent. Johan: “Daar hoor ik nu nog ooit verhalen over van de oude-van-dagen. Er zijn daar veel romances ontstaan. Pas toen er meer horeca kwam, hield de danstent op te bestaan.” Van de danstent van zijn vader Tiny gingen de zaken over in de snoepkraam. Die stond ook ieder jaar in Sint-Oedenrode. “Ik ben de oudste van vier kinderen. Als we maar een kermis in ’n weekend hadden, wat maar weinig voor kwam, waren we eigenlijk met teveel mensen thuis. Dan zei mijn vader dat we andere mensen mee moesten helpen. Dat deden we dan ook. Tegenwoordig is dat veel minder, dat collegiale.” Alle vier de kinderen zijn nog steeds werkzaam in de kermiswereld. Met snoep- en oliebollenkramen, grijpkraantjes en Johan dus met twee draaimolens. Daar reist hij stad en land mee af.

“Het vrije leven trekt me het meeste aan dit vak. Ook vind ik het heerlijk om bezig te zijn. De kermis moet altijd door gaan, dus als er een probleem is, moet dat zo snel mogelijk opgelost worden. Dat wil zeggen dat je allround moet zijn. Met twee linker handen moet je er niet aan beginnen”, gniffelt Johan. De draaimolen van Johan Paashuis staat soms in Amsterdam, Rotterdam, Hilversum en twee keer per jaar zelfs in Brussel. Toch blijft Johan het liefst in Brabant. Dichtbij zijn thuishaven Vught. “Helemaal in het begin reisden de kinderen mee en gingen ze iedere dag op en neer naar school in Vught. Op een gegeven moment hebben gekozen om in Vught te blijven wonen. Zodat de kinderen hun eigen leven met sporten en vriendjes en vriendinnetjes konden hebben. Dan reed ik iedere keer op en neer naar ‘n kermis, en kwam ’s avonds thuis. Dat werkte goed. Zo konden ook de kinderen studeren en heeft een van de drie dochters een eigen kinderdagverblijf. De ander is verpleegkundige en de jongste is pas geslaagd aan de Pabo.” Zijn vrouw Jeanne ontdekte Johan op de kermis in Rooi.

Ga maar eens kijken op een zondagmiddag bij zijn attractie op de Markt in Rooi. “Dat is echt geweldig. Wat is het dan druk! Soms zie ik nog ouders die ik vroeger als kind op de draaimolen heb gezet. Die komen dan een praatje maken. Dat is tekenend voor Sint-Oedenrode. De mensen zijn hier vriendelijk. Daar doe je het voor.”