‘De Deurdouwers’ in het Everse hebben ook een kapel. Deze is echter toegewijd aan de heilige Martinus.
‘De Deurdouwers’ in het Everse hebben ook een kapel. Deze is echter toegewijd aan de heilige Martinus.

Kerken sluiten en kapellen verschijnen

Historie Historie

Sint-Oedenrode - In de vorige Rooise Streek zijn twee kapellen beschreven die opgericht zijn tijdens het Rijke Roomse Leven, de bloeitijd van het katholicisme aan het eind van de 19e en in de eerste helft van de 20e eeuw. De kapel Maria ter Troost, vlak bij kasteel Henkenshage, hoort ook in dit rijtje thuis.

In de jaren zestig van de vorige eeuw begint de deconfessionalisering, het kerkbezoek loopt in een steeds rapper tempo terug en de grote volkskerken worden leger en leger. Uiteindelijk moeten er kerken sluiten. Zo ook in Sint-Oedenrode. De kerken in Eerschot, Boskant en Olland hebben de deuren dichtgedaan. Echter, ondanks de afname van het aantal katholieken en het kerkbezoek, is het aantal kapellen in een rap tempo gegroeid.

3. Kapel Maria Ter Troost
In 1935 wordt door Bertus van der Zanden en Marinus Brouwers een afdeling opgericht van de landelijke katholieke jeugdbeweging de ‘Jonge Wacht’. Deze jeugdbeweging lijkt in een aantal opzichten op de huidige verkenners. Elke week komen de Jonge Wachters bijeen. De samenkomsten worden geopend en besloten met gebed rondom een eenvoudig Mariakapelletje ‘achter in de hof’. Het kapelletje, naar ontwerp van een van de jeugdleiders, is een groen geverfd houten kapelletje met een asfaltdakje en rust op vier poten. In 1942 na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog verbiedt de bezetter de jeugdbeweging. De Duitsers doen dit in het kader van de ‘Gleichschaltung’: alleen Duitsgezinde en door hen goedgekeurde organisaties mogen blijven bestaan. Na de oorlog richten de oude leden van de Jonge Wacht een nieuwe jeugdbeweging op, de R.K. Vereniging ‘Jong Leven’. Evenals de Jonge Wacht heeft deze ook de Mariaviering hoog in het vaandel staan. Op enig moment ontstaat bij Bertus van der Zanden het idee om het houten kapelletje te vervangen door een mooie stenen kapel. Als eind 1948 de plannen en tekeningen klaar zijn wordt door Jong Leven bij de Rooise inwoners geld ingezameld. Architect H.W. Valk uit 's-Hertogenbosch maakt een ontwerp en begroot de totale bouwkosten op ongeveer f 5.000, een voor die tijd zeer groot bedrag. Dus de begrippen ‘gratis’ en ‘vrijwilligerswerk’ voeren de boventoon bij de realisatie van de kapel. Zo nemen de leden van Jong Leven de uitvoering zelf voor hun rekening. De gemeente geeft groen licht om de kapel tegenover kasteel Henkenshage te bouwen burgemeester Leurs geeft persoonlijk toestemming een boom te kappen. Uit deze ene boom, een eik, wordt al het houtwerk voor het kapelletje gezaagd en gedisseld. De Rooise steenfabriek Werners levert gratis driekwart van de benodigde stenen. Martien Timmers voert het metselwerk uit, Wim van Zon neemt het timmerwerk voor zijn rekening en Frans Driessen zorgt voor het siersmeedwerk. De N.V. Oda levert het overige ijzerwerk. Pastoor Schoofs zorgt voor een Mariabeeld en de aankleding ervan. Eind april 1949 is de kapel gereed. De kapel wordt toegewijd aan ‘O.L. Vrouw ter Troost’. Dit heeft waarschijnlijk te maken met het feit, dat veel mensen bidden en troost zoeken bij Maria omdat Rooise jongens als dienstplichtigen naar Indië gestuurd zijn en worden en daar in gevaar geraken vanwege de koloniale oorlog. Logisch dat de gelovige Rooise familieleden hulp en troost zoeken bij Maria Ter Troost. Zij draagt deze naam omdat Maria eens een moeder, die vele tranen vergoot uit zorg om het welzijn van haar zoon, haar troostend toe heeft gesproken met de woorden “Een zoon van zoveel tranen zal niet verloren gaan“. Waarschijnlijk hebben de Rooienaren in de kapel, met deze woorden in gedachten, veel tranen geplengd met hun kinderen in Indië in gedachten.                                                                                                                        
Op zondag 1 mei 1949, vertrekt een grote processie vanuit de Martinuskerk met het Mariabeeld naar de kapel. De kapel wordt door Jong Leven overgedragen aan de parochie want het moet immers een kapel worden voor alle Rooise mensen. De verzorging van de kapel wordt tot op de dag van vandaag door vrijwilligers verricht. In de loop der jaren zijn er vele kaarsjes aangestoken door mensen die nog steeds, maar nu om een andere reden dan de oorspronkelijke, troost zoeken bij Maria.

4. De Petruskapel in Olland 1990
Aan de Roest in Olland heeft vanaf de 15e eeuw een kapel gestaan gewijd aan de H. Petrus. Olland is dan nog geen zelfstandige parochie met een kerk, dit wordt zij pas in de 19e eeuw. De kapel is dan ook haar enige bedehuis. De kapel wordt niet vanuit Rooi maar vanuit Boxtel bediend. Omdat de katholieken na de 80-jarige oorlog hun bedehuizen niet meer mogen gebruiken van de protestante overwinnaars, is in 1670 de kapel gesloten en omgebouwd tot schoolgebouw. In 1871 is de school gesloopt. Een paar jaar daarvoor, in 1865, als de vrijheid van godsdienst inmiddels in de grondwet is geregeld, is Olland een zelfstandige parochie met een eigen herder geworden. In 1990 is dat dus 125 jaar geleden. Het voor deze jubileumviering opgerichte feest comité heeft zich ingezet voor het terugbouwen, op de oorspronkelijke plek, van een nieuwe kapel. Vele Ollanders hebben dit mogelijk gemaakt zodat met gratis arbeid en gulle giften de kapel tot stand is gekomen. Het beeld dat zich in de kapel bevindt is een in 1865 aan de kerk geschonken beeld, dat het oorlogsgeweld van de Tweede Wereldoorlog, als de kerk in puin wordt geschoten, heeft overleefd. Op 22 april 1990 heeft de Bossche bisschop Mgr. Ter Schure de kapel ingewijd. Op13 maart 2013 is naast de kapel een Kartuizer Koorbank. geplaatst. Deze herinnert aan de tijd dat de Kartuizers in Olland verblijven in de middeleeuwen. Ze zijn er overigens niet lang gebleven, maar twee jaar. Ze hielden het er niet uit. Het was een moerassig gebied met waarschijnlijk veel muggen en de Kartuizersj zijn afhankelijk van de opbrengst van het land. Het land is echter grotendeels onbewerkbaar vandaar ook de naam Olland in de betekenis van ‘Onland’ oftewel niet bewerkbaar land. Dit bijvoorbeeld in tegenstelling tot Eerschot wat bewerkt of bewerkbaar land betekent. Kunstenaar Huub Thorissen heeft het ontwerp voor de Koorbank gemaakt. Dit kunstwerk is mede onthuld door de toenmalige oudste vrouw en de op één na oudste man van Olland, respectievelijk Nella Versantvoort-Termeer, 97jaar, en Jaske Leenderts 89. Deze gevorderde en gezegende leeftijden tonen overigens wel aan dat Olland al lang geen Onland meer is.

5. Kapel van de heilige Martinus 2003
Het verhaal van de Martinuskapel is heel bijzonder en onlosmakelijk verbonden met carnaval. In het Everse zijn twee verenigingen die zich met carnaval bezighouden. De ene is carnavalsvereniging ‘De Plekkers’ en de andere vriendenvereniging ‘De Deurdouwers’. Natuurlijk ontstaat er daardoor in het Everse een gezonde rivaliteit tussen de twee. Wanneer op een bijeenkomst ‘De Deurdouwers’ van ‘De Plekkers’ de spottend en uitdagend gestelde vraag krijgen voorgelegd waarom ze geen kapel beginnen, is het antwoord: “We kunnen nie blaoze, mèr wel bouwe, dan hèn we ok een kapel”. Dit antwoord heeft grote gevolgen want dit schept verplichtingen. Tinus Kluijtmans bood een stuk grond, uiteraard voor een zeer christelijke prijs want het was voor de bouw van een kapel, te koop aan. De grond is rustiek gelegen langs het Everse Akkerpad tegen de Dommelbeemden aan. Er word een ontwerp voor een kapel gemaakt en op 7 november 1997 wordt op de jaarvergadering het plan goedgekeurd tot oprichting van de ‘Stichting Kapel van de Heilige Martinus’. Na een langdurig vergunningenproces van bijna zes jaar kan op 14 april 2003 eindelijk met de bouw worden begonnen. Tijdens de vergunningsprocedure, zijn de voorbereidingen gewoon doorgegaan en de nodige gelden via sponsoren binnengehaald. Men wil bouwen met oude materialen. Zo gebruikt men IJssel-stenen, die voor een zacht prijsje worden ingekocht. Men gebruikt ook veel ‘krijgertjes’. Zo komt de aankleding en inrichting van de kapel uit het Damianenklooster en de leien van de Sonse kerk. Het beeld van de H. Martinus wordt echter gekocht. Op 12 juni 2003 wordt het hoogste punt van de bouw bereikt en op 21 november van datzelfde jaar vindt de inzegening plaats door de bisschop van het bisdom Den Bosch Mgr. Drs. A. Hurkmans. Zo staat er in het Everse een bijzondere kapel gebouwd op particulier initiatief. Jaarlijks worden vele kaarsjes aangestoken. De opbrengst hiervan gaat naar goede doelen. De kapel is uiteraard ook ingepast in het Rooise carnaval. Elk jaar gaat een delegatie van ‘De Deurdouwers’ naar Tours, de stad waar de heilige Martinus bisschop is geweest en begraven ligt. Daar haalt men wijwater bestemd voor de kapel. Bovendien laat men daar een carnavalskaars zegenen en deze wordt op de zaterdag vóór carnaval met de nodige ludieke plechtigheden en speeches in de kapel geplaatst en ontstoken om op dinsdagavond samen met Wilhelmke Pap op de Rooise markt verbrand te worden. Vanzelfsprekend staan ‘De Deurdouwers’ toe dat tijdens de ceremoniën ‘bij hun kapel ‘De Plekkers’ met hun kapel ‘blaoze’. Helaas zijn niet alle gebeurtenissen bij deze kapel ludiek en onschuldig. Vandalen hebben al een paar keer flink huisgehouden bij en in de kapel. Met ‘eigen gemaakte?’ explosieven heeft men veel schade aangericht en heeft men zelfs het Martinusbeeld gestolen. Dit moet met veel geweld gepaard zijn gegaan want Martinus stond achter kogelvrij glas: ‘O tempora, O mores!’ (‘O tijden, o zeden!). De dader ligt blijkbaar op het kerkhof want ondanks een fikse beloning voor de juiste tip ter waarde van 100 kaarsen, is deze helaas nooit achterhaald. Het Martinusbeeld is uiteraard vervangen door een ander exemplaar.

Wordt vervolgd.

Door: Heemkundige Kring 'De Oude Vrijheid', werkgroep geschiedenis

Contact: secretariaat@oudevrijheid.nl

Extra informatie op www.oudevrijheid.nl klik op Rooise Streken                 

Kapel Maria Ter Troost uit 1947 bij kasteelpark Henkenshage
Afbeelding
De Petruskapel in Olland met de Kartuizer Koorbank
Afbeelding