Het Britse grondleger in de buurt van Boskant
Het Britse grondleger in de buurt van Boskant

Een klein dorpje in een grote oorlog (deel 27)

Algemeen

Sint-Oedenrode - Er is afgelopen week veel gebeurd en de oorlog is nog steeds dichtbij. De Duitsers doen al sinds zondag verwoede pogingen om de Corridor te doorbreken. Op die manier hopen zij de opmars van het geallieerde leger te stoppen. Met aanvallen door grondtroepen en beschietingen door artillerie sneuvelen honderden geallieerde soldaten. Er vallen zoveel doden dat de Amerikanen en de Engelsen zelfs spreken van Hell's Highway, snelweg door de hel. Ten noorden van Veghel, bij Mariaheide slaagden de Duitsers er afgelopen vrijdag en zaterdag in om de Corridor te doorbreken. Het eigenlijke doel van de Duitsers was om de bruggen over de Aa en de Zuid-Willemsvaart bij Veghel te vernielen. Dat hebben de geallieerden echter weten te voorkomen en in de loop van zaterdag is het verkeer van de geallieerden in de richting van Arnhem weer op gang gekomen. Het gevaar is echter nog niet geweken, zoals een week na de geallieerde landing blijkt.

Hoofdstuk 27: Komen de Duitsers toch nog terug?

Steeds opnieuw weten er kleine groepjes mensen uit de verschillende Rooise buurtschappen naar Rooi te vluchten. Uit de verhalen die zij vertellen, blijkt dat de Duitsers nog lang niet verslagen zijn. Het verhaal dat Antoon van Panningen en zijn ouders afgelopen vrijdag vertelden over de strijd op Rijsingen is er een uit velen. Dat merken Hend en Ties als ze weer een keer op de Markt zijn. Daar komen ze pastoor Van Keldonk en de burgemeester tegen. "Dag burgemeester en mijnheer pastoor", is de groet van de twee jongens. "Dag Hend en Ties, goed dat we jullie zien. Zoals jullie weten zijn er bij Kamp Oda tientallen vluchtelingen ondergebracht. Zouden jullie daar willen helpen met het inrichten van slaapplaatsen. We vermoeden dat er de komende dagen nog veel meer mensen deze kant uit zullen komen. De Engelsen en Amerikanen hebben me verzekerd dat ze Rooi in elk geval zullen houden. Wat het waard is weet ik niet, maar het betekent in elk geval wel dat ze iedereen die ze tegenkomen aan het front deze kant uit zullen sturen". Hend en Ties twijfelen geen moment, "Natuurlijk burgemeester we gaan direct naar Kamp Oda en zullen daar helpen bij alles dat nodig is". Als de twee bij de fabriek aankomen zien ze dat er al tientallen mensen zijn. Ook gezinnen van oud-klasgenoten. De meesten van hen hebben net als de familie van Panningen helemaal niets anders bij zich dan de kleren die ze droegen op het moment dat ze hun thuis verlieten.

"Dag Hend en Ties, is jullie huis ook vernield of wat komen jullie hier doen?", vraagt Peerke Sanders, de gemeentebode. "Nee Peerke, ons huis is gelukkig niet vernield, maar de burgemeester en de pastoor vroegen of wij hier heen wilden gaan om te helpen". "Ah, dat is mooi, want ik kan wel wat hulp gebruiken. De mensen die hier komen hebben echt helemaal niks meer, vaak zelfs geen kracht meer om te helpen. Sommigen hebben drie dagen zonder eten in een kelder gezeten als ze hier komen", vertelt Peerke.

Lees woensdag verder in DeMooiRooiKrant