Pieter en zijn zoon Robin bij de koeien.
Pieter en zijn zoon Robin bij de koeien.

Een Rooise boer in hart en nieren

Landbouw / Visserij Landbouw

Sint-Oedenrode - De boer staat onder druk. Stikstofuitstoot, bestrijdingsmiddelen, dierenwelzijn, milieuheffingen (en ga zo maar door), maken dat het er voor de agrariër niet gemakkelijker op wordt. Dat is wat we in de media voorbij zien komen. Hoe gaat het met hen? DeMooiRooiKrant sprak één van deze boeren om een inkijkje te geven in zijn bedrijf en zijn leven.

Door: Caroline van der Linden

Ik neem voor nu telefonisch contact op met Pieter Bekkers (46 jaar), geboren en getogen in Rooi, om hem hierover te spreken. Bij Pieter zit het agrarische leven in zijn bloed. Zijn vader en daarvoor zijn opa waren beiden eigenaar van het boerenbedrijf, een melkveehouderij aan het Sterrebos. Elf jaar geleden nam Pieter als derde generatie het bedrijf van zijn vader over en woont er nu samen met Marjolein en hun vierjarige zoontje Robin. Pieter ging na zijn basisschooltijd in Schijndel naar de Havo en daarna naar de HAS in Den Bosch, de Hogere Agrarische School. Op zijn éénentwintigste studeerde hij af. Dat hij boer wilde worden was al op jonge leeftijd duidelijk. Tijdens de schoolvakanties was hij altijd de helpende hand op de boerderij van zijn vader. Als de schooltijd weer begon en hij de schoolbanken weer in moest, was de heerlijke tijd op de boerderij voorbij en ging hij met frisse tegenzin weer naar school. Voordat hij het bedrijf overnam, verrichtte hij eerst een heel aantal jaren nevenwerkzaamheden buitenshuis bij boerenbedrijven in de buurt, die zijn hulp konden gebruiken. De boerderij aan het Sterrebos was te klein om deze toen al volledig samen met zijn vader te runnen. De inkomsten zouden te beperkt zijn voor twee gezinnen. Maar terwijl zijn vader zich steeds meer bezig ging houden met de paardenbranche, nam Pieter steeds meer waar in het bedrijf.

Het gezin van Pieter woont nu naast zijn vader en moeder. De woonboerderij is gesplitst in twee woningen. Wat hij als heel prettig ervaart, want hij heeft een goede band met zijn ouders en zijn vader doet nog regelmatig klusjes in het bedrijf. Zolang zijn ouders gezond zijn, vinden ze het zelf ook heerlijk om in het buitengebied te wonen.

Pieter heeft nu bijna honderd melkkoeien en vijfenvijftig stuks jongvee. “Ik koop geen dieren aan. Ik fok ze zelf op, waardoor ik weet wat ik in huis heb. Een gesloten veestapel noemen ze dat.” Hij vertelt dat zijn koeien voornamelijk op stal staan. “Hierdoor hebben de dieren weinig of geen last van weerschommelingen en kan ik ook de opbrengst van mijn land beter optimaliseren en is de benutting van de meststoffen beter. Als het dus puur draait om efficiëntie, dan is het binnenhouden van de koeien op mijn boerderij het gunstigste. Hierover is natuurlijk discussie met dierenwelzijn, maar de koeien komen binnen niets te kort. De weidegang wordt zelfs financieel gestimuleerd, maar iedere boer maakt hierin zelf een keuze. Zo is het per boer verschillend of zijn of haar bedrijf zich hiervoor leent. De hoeveelheid land die direct aan je boerderij ligt, speelt hierin uiteraard een rol. Daarnaast hebben de koeien veel regelmaat en zijn daardoor voor mij goed te managen.

Lees verder in DeMooiRooiKrant van komende woensdag