Als we naar de maan kijken, kijken we ruim een seconde in het verleden
Als we naar de maan kijken, kijken we ruim een seconde in het verleden Foto: Lisette van Helden

WeetWeerWatWeetje: is alles wat we zien en horen al voorbij?

Roois nieuws

Sint-Oedenrode – Als de zon ’s morgens in het oosten opkomt, is dat eigenlijk al zo’n acht minuten geleden gebeurt. Simpelweg omdat het licht van de zon zo’n acht minuten nodig heeft om de afstand van ongeveer 150-miljoen kilometer naar de aarde af te leggen. Maar ook de afstand naar de maan is met ongeveer 380.000 kilometer zo groot, dat als daar nu een astroïde in slaat, wij dat hier op aarde pas ruim een seconde later zien.

Volgens Albert Einstein (1879-1955) kan er niets sneller ‘reizen’ dan het licht in een vacuüm, om precies te zijn 299 792 458 meter per seconde. Tot nu is er niets of niemand die het tegendeel heeft bewezen. Daarmee bepaalt de snelheid van het licht, of beter gezegd, de snelheid van elektromagnetische golven de tijd die verstrijkt tussen het moment dat er iets gebeurt en dat wij het zien. De eerder genoemde voorbeelden met de zon en de maan, laten zien dat we dingen pas zien als ze al gebeurd zijn. Van deze voorbeelden uit de onmetelijk grote ruimte merken wij mensen hier op aarde niets. Of toch wel? Wie wel eens een telefoongesprek met Nieuw Zeeland heeft gevoerd heeft dat zeker gemerkt. Zeker als dat gesprek zoals vijftig jaar geleden nog standaard was via een satelliet werd geschakeld. Het telefoonsignaal, werd minstens één keer naar de satelliet en weer terug naar de aarde gestuurd, soms zelfs vaker. Omdat communicatiesatellieten op ongeveer 36.000 km hoogte boven de evenaar hangen, heeft het telefoonsignaal voor elke up- en download ongeveer een kwart seconde nodig. Je moest altijd op het antwoord van je gesprekspartner wachten. Ook tegenwoordig nu veel telefoongesprekken via glasvezelkabels verlopen, heeft een lichtsignaal nog minimaal 0,13 seconde nodig om op en neer te gaan. Maar daarmee antwoordt je gesprekspartner gevoelsmatig toch al een stuk sneller dan via een satelietgesprek. Door deze vertraging gebeurt het dan ook dat het publiek in het voetbalstadion al juicht voor een goal, terwijl de Tv-kijker naast het stadion de goal pas zo’n halve seconde later ziet. Dit omdat het signaal vaak vanuit het stadion via een satelliet naar de studio wordt gestuurd en vervolgens via een andere satelliet weer naar de kijkers thuis.

Ook gesprekken die we gewoon met elkaar op straat voeren hebben een vertraging. Net als licht, heeft ook geluid een bepaalde snelheid. Door de lucht verplaatst geluid zich met ongeveer 331 meter per seconde. Een stuk langzamer dan het licht, dat er voor ons gevoel direct is. Het mooiste voorbeeld is toch wel de donder die standaard bij een bliksem hoort. Een bliksem die op een afstand van vijf kilometer inslaat zien we gevoelsmatig direct, al is dat in werkelijkheid ‘pas’ na 0,000017 seconde. Het geluid doet over diezelfde afstand ‘maar liefst’ 15,1 seconde. Met die wetenschap in het achterhoofd kunnen we dan ook vrij nauwkeurig tellen hoe ver onweer nog van ons verwijderd is. Simpelweg door het aantal seconden tussen bliksem en donderslag door drie te delen. Als je minder dan 10 seconden telt, is het tijd om een veilig heenkomen te zoeken.

Maar om op de vraag uit de titel terug te komen, ‘is alles wat we zien en horen al voorbij?’, is het antwoord eigenlijk ‘ja’. Al is hetgeen dat we direct om ons heen zien gebeuren wel zo enorm kort geleden, dat we het toch wel als het ‘nu’ kunnen beschouwen. Echter de klap van een vuurpijl die op een hoogte van 150 meter in duizenden stukjes uit elkaar spat, horen we pas een halve seconde later.

We zien de zon op de plaats waar zij zo'n acht minuten geleden was