Ook hier staat het team van A. Kuis weer voor u klaar.
Ook hier staat het team van A. Kuis weer voor u klaar. Foto: Jos van Nunen

Mensen teleurstellen, dat past niet bij ons

Zakelijk Zakelijk

Sint-Oedenrode - Geen avondwake, geen condoleance, geen koffietafel, geen zoen, geen troostende omhelzing en slechts een handjevol mensen bij de afscheidsdienst. De maatregelen ter bestrijding van het coronavirus hakten erin. Een ‘gewone’ uitvaart was er niet bij. Mensen konden elkaar niet even vastpakken. Dat doet pijn. Ook voor Uitvaartverzorging A. Kuis voelde het ongemakkelijk en ook zij wisten niet wat hen overkwam. In het kader van Allerheiligen Allerzielen bracht MooiRooi een bezoek aan de Rooise uitvaartonderneming. 

Door: Caroline van der Linden

Ze hadden het hartstikke druk en wilden onder tijdsdruk toch de uitvaart bieden die mensen verdienden, met veel zorg en aandacht voor de overledene en zijn of haar familie. Maar zou dat nog lukken, nu er zoveel mensen overleden aan corona? Ze zouden zoveel meer hebben willen doen, maar deden wat ze konden. Van drie of vier uitvaarten per week gingen ze naar twaalf of dertien per week. Uitvaartverzorging Kuis draaide overuren. Ze werkten bijna de klok rond. Ze konden de drukte door corona nauwelijks aan. Ondanks alles hebben ze toch voor iedereen een mooie uitvaart kunnen regelen, met eerbied voor de overledene en naar wens van de familie. Antwan Kuis, Marjon van de Ven en Alfred Kuijper kunnen het nog maar nauwelijks bevatten. “Het voelde alsof we in een boze droom terecht waren gekomen. We konden de mensen in het begin niet eens een hand geven en in een latere fase niet eens meer zien en moest het contact telefonisch plaatsvinden. Het persoonlijke contact was weg en dat viel zwaar. We zijn een onderneming waarbij het persoonlijke nou eenmaal een cruciale rol speelt.”

“Begraafplaatsen en crematoria draaiden overuren. Ze konden het aantal uitvaarten amper aan. We waren blij als we ergens terecht konden, dan maar op een ongebruikelijk tijdstip.                 Omdat er kans was op besmetting, mocht de familie de eerste 24 uur niet bij de overledene aanwezig zijn en konden wij de overledene niet verzorgen. Dit was voor nabestaanden erg zwaar. Zelfs onze koelruimte moesten we uitbreiden, omdat we mensen niet naar het crematorium konden brengen, omdat deze vol zaten. Dit wilden we persé binnen kunnen doen, het was ondenkbaar dat dat buiten moest met een bouwhekje erom. Gelukkig hebben we dit voor elkaar gekregen op de plek waar onze rouwauto stond. We hebben wel een tent voor ons gebouw gezet, waar we in ieder geval de overledenen afgeschermd uit de rouwauto konden halen, want je zag mensen denken: ‘toch niet weer iemand?’ Ook de buren vonden dit fijn, die zagen ons immers dag en nacht af en aan rijden. Dat het menens was, was duidelijk. We kregen veel positieve reacties en medewerking. Zo kwam een buurvrouw bijvoorbeeld een pan soep brengen en riep een langskomende fietser dat hij respect voor ons had. We hebben alle begrip van mensen gekregen, ook zeker omtrent de inperkende maatregelen. Dat deed ons goed. Daar zijn we heel erg dankbaar voor.”

“We hielden ons aan de regels van het RIVM. Destijds maar maximaal 30 personen, met 1,5 meter afstand van elkaar. Veel dingen konden niet of waren beperkt, maar de opbaarkamer wilden we behouden. De familie moest persoonlijk afscheid kunnen nemen van hun dierbare. Dat hielden we overeind. Dit was niet bij elke uitvaartonderneming zo, maar we konden echt niet over ons hart verkrijgen om bezoeken te beperken. Met een beetje creativiteit en veel inzet, konden we nog best wat voor elkaar krijgen. Ons hele team heeft zich ingezet om alles zo goed mogelijk te laten verlopen en was steeds bereid om, ook buiten de reguliere uren, een helpende hand te bieden.”

“Overdag verzorgden we de uitvaarten en in de avonduren reden Alfred en ik de ziekenhuizen af”, vertelt Antwan. “Wij haalden samen de overledenen op, om de rest van ons team te kunnen beschermen. We hebben heel wat afstanden afgelegd om dierbaren vanuit het hele land terug te halen, want het ziekenhuis in Uden lag vol. Toen we een keer van Arnhem kwamen en een dochter belde dat we haar vader op hadden gehaald, was de emotie niet te omschrijven, zo dankbaar dat hij weer in Brabant was, een kippenvelmoment.”

Zelf hadden Antwan en Alfred geen angst om ziek te worden, helemaal niet zelfs. “We namen alle hygiënevoorschriften in acht en hielden afstand. Dat doen we nog steeds met het hele team. Het is enorm heftig wat er in Brabant is gebeurd en tevens zo ongrijpbaar, want ook in Son en Breugel hebben we natuurlijk onze uitvaartonderneming. Een aparte gewaarwording, want terwijl ons Rooise dorp zo zwaar getroffen werd, leek er voorbij Nijnsel een soort gordijn te hangen waar het virus niet doorheen kon. We hadden daar zelfs minder uitvaarten dan normaal, maar overal voelden we de angst van mensen. Ouderen kwamen niet of nauwelijks meer naar uitvaarten of meldden zich op het laatste moment af, omdat ze toch niet durfden te komen. We adviseerden mensen hun rouwkaart een dag later op de post te doen, zodat meteen het prentje bijgevoegd kon worden, zodat nasturen niet nodig was. We reden soms een andere route naar de begraafplaats of het crematorium, waarbij mensen zich verzamelden langs de weg. Ze klapten, om op die manier toch hun respect te tonen aan de overledene, rillingen kreeg je ervan.”

“Hele verdrietige en in sommige gevallen zelfs ook schrijnende en hartverscheurende situaties, maakten we mee. Waarbij bijvoorbeeld de man overleden was en zijn vrouw in coma in het ziekenhuis lag, waardoor ze niet eens wist dat haar man overleden was. Dat raakte ons diep. Omdat ik in Rooi woon en hier veel mensen ken, kwam het soms wel erg dichtbij”, vertelt Antwan. “Zoals eigen kinderen die buiten moesten wachten tot hun vader of moeder uit een verzorgingshuis werd gedragen, omdat ze er eerder niet bij mochten. En de verpleging met tranen in hun ogen, omdat mensen onder hun handen stierven. Dat gaat door merg en been. We zijn nu gelukkig beter voorbereid, maar hopen dit natuurlijk nooit meer zo mee te maken.”