Sander en Rob in het wiel van vriend Joris van Esch.
Sander en Rob in het wiel van vriend Joris van Esch.

50% trappen, 50% support

Human Interest Human interest

Sint-Oedenrode - De langste dag van het jaar schijnt een dingetje te zijn bij amateurwielrenners. Ze trekken er dan op uit voor een extra lange tocht. Op social media kwamen afgelopen weekend daarom verschillende Rooise renners voorbij die hun benen op de pijnbank hadden gelegd. Een clubje uit Nijnsel maakte een tocht van 350 km naar het noorden (en terug), terwijl dorpsgenoten in het blauw van WTC Gerry van Gerwen 400 km aan wegdek verorberden. Kameraden Rob Vervoort en Sander van de Ven spanden echter de kroon. Zij zochten letterlijk de grens op met 505 km en dat binnen de gewenste 24 uur.

Door: Jeroen van de Sande

Rondje Brabant XL, zo heet de helse route die de complete grens van onze provincie omvat. ‘In hoeveel dagen kunnen we dat fietsen?’ vroeg Rob weken geleden aan Sander. Hij appte terug: ‘3’. Dat moet sneller kunnen, dachten ze allebei en om de uitdaging groter te maken, legden ze zichzelf op om de tocht binnen 24 uur te voltooien. “We vertelden het aan Ton van Hout, ook een vriend van ons. Dat hadden we niet moeten doen”, lacht Sander. Als een hond die niet uit zijn mand mag, zo moet Ton zich tijdens corona hebben gevoeld. Nu hij eindelijk weer een doel had, begon hij direct met het regelen van zo ongeveer alles om de tocht perfect te faciliteren. “Toen konden we niet meer terug. Het werd ineens allemaal heel groot, terwijl we eigenlijk ‘gewoon’ een eindje wilden gaan fietsen”, omschrijft Sander hoe iets onschuldigs ineens een evenement werd.

Boost
Sander en Rob hebben veel vrienden, familie en collega’s. Vrijwel allemaal droegen ze bij aan het avontuur. Zo zat Ton samen met Martijn Kanters in een volgwagen – met zwaailicht – en zorgden ze voor de reservespullen. Veel bekenden stonden op afgesproken punten met eten om de motor draaiende te houden en soms doken ze op de meest vreemde plekken op. Om aan te moedigen of om per fiets aan te sluiten, want verschillende jongens trapten de nodige kilometers mee. Ruud Swinckels tikte zelfs 280 kilometer aan. Ook dat is een eervolle vermelding waard. “Die support, dat is echt alles. Het geeft je iedere keer zo’n boost. Zonder al die aanmoedigingen had ik het denk ik niet gered”, is Sander eerlijk. “Pin me niet vast op percentages, maar je kunt gerust zeggen dat we de finish gehaald hebben door voor 50% te trappen en de andere 50% door support.”

Knikkebollen
Een dag na de tocht hebben ze verrassend weinig fysiek ongemak. Ze zijn goed getraind, wellicht is dat de reden, maar natuurlijk hebben ze ook zware momenten gekend. “Voor mij was dat in het tweede gedeelte van de rit”, weet Rob nog goed. “Tussen Borkel en Someren was ik erg vermoeid. Ik zat zelfs te knikkebollen op de fiets. Dat vond ik gek, want het was net na een eetpauze. Maar goed, we zijn nog even gestopt, en na een colaatje en wat andere kleding ging het wel weer.” Sander heeft enigszins nare herinneringen aan de befaamde Oesterdam, daar waar het vrijwel altijd waait. “Toen ik daar om 3.00 uur ’s nachts tegen de wind in aan het ‘stoempen’ was, zag ik het even niet meer zitten.” Toen ineens enkele collega’s opdoemden en ze vertelden dat het over een uur alweer licht zou worden, klaarde voor Sander bijna letterlijk de hemel. “Ik voelde iets in mijn hoofd… Zo van, nu ga ik het redden!”

Mooiste momenten
Op een paar zware momenten na hebben de heren voor de rest alleen maar genoten. Wat is voor hen het hoogtepunt? Bij Sander is dat duidelijk: “Wat iedereen voor ons gedaan” en daarna stipt hij de support nog eens aan. Rob tekent een moment op, om ongeveer 8.15 uur, net over de Belgische grens. “We stonden even stil en in de verte komt een Belgisch ‘boerke’ naar buiten. Hij pakt post uit de brievenbus, maakt een fietsbeweging met zijn armen en roept hard ‘Allez!’ Hij bedoelde… fiets eens door!” Als tweede benoemt hij de finish, ook dat maakte het nodige bij hem los. Dat de heren de streep nog binnen 24 uur haalden, was mooi meegenomen. Rob: “Plezier maken stond bij ons op 1, dat hadden we van te voren afgesproken, maar toen we op een gegeven moment merkten dat we het nog binnen de tijd konden halen, hebben we nog even goed aangezet.” “Dat was maar goed ook”, vult Sander aan. “Want we wilden natuurlijk niet drie minuten later aankomen.”

Wat is de volgende uitdaging? “Oeee, dat is een gevaarlijke’, zeggen de vrienden. Ze pretenderen niets in gedachten te hebben. “Eerst maar eens vader worden. Daarna zie ik wel weer”, glimlacht Rob.

Rob en Sander (als tweede) komen over de finish.
Rob (l) en Sander trappen en trappen.