Kees van Jaarsveld in zijn praktijk.
Kees van Jaarsveld in zijn praktijk. Foto: Caroline van der Linden

‘Bedankt, het gaat u goed’

Human Interest Human interest

Sint-Oedenrode - Huisarts worden is kiezen voor afwisseling en diversiteit. Geen uur, geen kwartier is hetzelfde. Je patiëntenpopulatie is divers, en zo de vragen waar je patiënten mee komen. Je werk omvat zowel diagnostiek en therapie als preventie en begeleiding. Je bent een generalist met het hele leven als werkgebied. Huisarts Kees van Jaarsveld, bracht dit mooie beroep 38 jaar lang in de praktijk. En had patiënten die al net zo veel jaren bij hem kwamen, met grote en kleine problemen. Die hem hebben leren kennen als een geduldige directe arts met empathie voor zijn patiënt. Met veel betrokkenheid maakte hij tijd, had hij wel een “gaatje” voor je vrij, luisterde hij en gaf antwoord op je vragen. Een bewogen huisarts met zorg voor zijn mensen. En hoewel elke patiënt zijn of haar eigen weg bewandelt, was hij al die jaren graag hun helpende hand.

Door: Caroline van der Linden

In ons Rooise dorp belandde hij in 1983 in een samenwerking met huisarts Jan de Kort, die destijds een praktijk had, die zo groot was, dat hij het niet alleen kon bolwerken. Hij zocht er iemand bij en in een tijd waarin het niet zo mee viel om als huisarts aan de slag te kunnen, nam Kees van Jaarsveld deze kans met beide handen aan. Wanneer je een dokterspraktijk over wilde nemen, werd over het algemeen het bijbehorende huis ook in de verkoop gedaan. Als je het niet beiden overnam, beperkte dit drastisch de kans om tot een overeenkomst te komen. Een flinke investering voor een beginnend huisarts, destijds net een jaartje of drie klaar met zijn opleiding. Een buitenkans dus, het aanbod van Jan de Kort. Het leidde tot 1997 tot een mooie samenwerking, waarbij ze vol overgave samen de praktijk runden. Toen dokter de Kort door privéomstandigheden stopte met de uitoefening van zijn beroep, ging Kees van Jaarsveld op zoek naar een nieuwe arts om een samenwerking mee aan te gaan. Kasper Tersmette kwam op zijn pad, waarmee hij tot op de dag van vandaag met heel veel plezier heeft samengewerkt. Een voortvarend, goed op elkaar ingespeeld duo, inmiddels alweer 23 jaar.

Kees van Jaarsveld geboren in de Achterhoek, daar ook opgegroeid met één broer en vier zussen, waar zijn vader dierenarts was met een praktijk aan huis, was als kind al direct geïnteresseerd in geneeskunde. Hij zag zijn toekomst in de diergeneeskunde al weggelegd. Hij keek toe hoe de boeren uit de omgeving ’s morgens met hun vragen op het spreekuur van zijn vader neerstreken en zat zodra hij vrij was, naast zijn vader in de auto tijdens zijn rondritten langs de boerenbedrijven. “Dat was geweldig”, zegt Kees nu nog glunderend. Tot zijn elfde woonden ze in de Achterhoek, waarna ze verhuisden naar Utrecht, waar zijn vader aan de slag ging op de Universiteit voor diergeneeskunde, om praktijkonderwijs te geven aan coassistenten. Zijn vader, een zachtmoedige man met veel geduld, werd al snel een geliefd onderwijzer. “Dat leek me ook wel wat, eerst dierenarts en dan m’n vader achterna”, laat Kees van Jaarsveld weten. Wonend in Utrecht lag het kiezen van de studierichting diergeneeskunde dan ook voor de hand. Toch praatte zijn vader hem van dat idee af. “Hij zei tegen me: ‘Denk nou niet dat je alleen dieren beter maakt en altijd lekker door de wei loopt. Over een aantal jaren ben je tevens bedrijfsadviseur, dus neem dat in je overweging mee.’” Aangezien geneeskunde gericht op de mens hem ook aansprak, maakte hij die keuze en heeft er nooit spijt van gehad. Het ziekenhuis was niet de plek waar hij het liefste was. Een opleiding tot chirurg, internist of neuroloog ging het dan ook niet worden. Hij zocht de eerste lijn op, waar hij zijn roeping vond in het contact met mensen.

Kees van Jaarsveld, naast huisarts een gelukkige vader, van vijf inmiddels uitgevlogen kinderen, waarvan hij zelfs gezegend werd met een tweeling, heeft tijdens zijn loopbaan heel wat bijzondere en indrukwekkende gebeurtenissen meegemaakt. Waarvan het wonderlijke om een kind ter wereld te mogen brengen, toch wel één van de meest indrukwekkendste voor hem is. “Tijdens mijn begin jaren heb ik verschillende bevallingen mogen doen, prachtig was dat. Het trekt me nog steeds, het onderzoeken en behandelen van kleine kinderen. Met name de zuigelingen, echt zo geweldig, zo puur. Je legt ze neer en hebt meteen contact. Het is zo volkomen niet gemaakt.” Jaren heeft Van Jaarsveld samen met Tersmette dan ook met veel plezier zijn kennis mogen toepassen bij het consultatiebureau. “Daarentegen heb ik ook situaties meegemaakt die veel indruk op me maakte, omdat ze juist de andere kant van het leven lieten zien. Ik kan me nog herinneren dat er een familiefeest plaatsvond en dat de vader van het gezin tijdens het feest, in een niet zo grote woonkamer waar iedereen bij elkaar zat, niet lekker werd. Toen ik erbij kwam, kreeg hij een hartstilstand en moest gereanimeerd worden. Deze reanimatie lukte niet, waardoor hij overleed. Ik was er totaal door aangeslagen, door de emotie die ik van iedereen voelde, maar ook door de frustratie dat het niet gelukt was. Heel lastig vond ik dat.”

“Wat zich tijdens mijn loopbaan ontwikkelde, was de relatie met mijn patiënten en het vertrouwen dat ik van hen kreeg, waardoor ik ze kon helpen. Dat moest ik opbouwen en ging niet vanzelf. Het gevoel dat dat gelukt is, vind ik wel echt het meest bijzondere aan het huisartsenvak. Dat zorgt nu voor de mooie herinneringen en doet enorm goed. Het is een rijkdom dat ik dat heb mogen ervaren. In mijn beginjaren kon ik het werk niet altijd los laten. Regelmatig had ik ’s avonds een ongerust gevoel en ging ik nog naar iemand thuis, om te vragen hoe het ging. Bang om een diagnose gemist te hebben. Dat gebeurt me nu nog zelden, maar als er intensieve zorg aan de orde is, zit ik nog steeds te wachten op een telefoontje en te denken hoe het zal gaan. Hoe ik kan helpen en wat de beste gang van zaken is.”

“De coronatijd heb ik ervaren als een vreselijke ontregeling van ieders leven. Een grote plaag voor mensen met angst. Als huisarts een kans om te helpen, maar we werden ook lamgelegd, omdat menig patiënt met klachten niet kwam. Tijdens de eerste golf werkte ik veel op de huisartsenpost, wat ik dramatisch vond. Tijdens de nachtdienst reden we de hele nacht rond, stond ik buiten in het donker mijn pak aan te trekken, bij de patiënt naar binnen, kleding op de stoep weer achterlatend en door naar het volgende adres met steeds hetzelfde ritueel. Alleen kunnen constateren dat mensen het benauwd hadden en al dan niet naar het ziekenhuis moesten, vreselijk. Een tijd die we nooit zullen vergeten.”

“Door de jaren heen is er veel veranderd in het huisartsenvak. Inmiddels werken we van acht tot vijf, wordt er voornamelijk parttime gewerkt, hebben praktijkondersteuners veel taken overgenomen en is er meer zorg vanuit het ziekenhuis naar ons toe gekomen. Als je vroeger suikerziekte had, werd je bij de internist in het ziekenhuis behandeld. Tegenwoordig gebeurt dit bij de huisarts, tenzij het heel gecompliceerd is. Een huisarts is immers een stuk goedkoper dan het ziekenhuis. Toen ik in 1983 bij De Kort begon, werkte hij nog met één assistente, Irma Foolen, ze werkt hier nog steeds. Inmiddels is er voor alle taken die erbij gekomen zijn, mankracht ingezet en wat eerst door één huisarts gedaan werd, doen er nu drie.”

De laatste jaren heeft ook de huisartsenpost de huisarts meer vrijheid gebracht. Voor de patiënten is het minder comfortabel, omdat zij vaak een vreemde dokter zien. Voorheen was de arts altijd in je eigen dorp en kon je er op elk moment terecht. Ook huisbezoeken zijn in de loop der jaren verminderd. Tien tot vijftien bezoeken per dag was normaal. Dit was verdeeld in acute - en chronische zorg, zoals mensen met suikerziekte, hoge bloeddruk, COPD of wanneer iemand een beroerte had gehad. Chronische klachten zijn inmiddels ondergebracht bij onze praktijkondersteuners. Dat scheelt de huisarts veel werk. Naast de acute zorg, komen er nu nog maar enkele bezoeken bij. Dit zijn de chronisch zieken waarbij het slecht gaat, de palliatieve zorg, de mensen die gaan overlijden. “Ik hoop dat de huisarts in de toekomst zijn karakteristiek behoudt, een luisterend oor dat dicht bij de mensen staat. Juist in die nabijheid ligt onze kracht. De tijd en de rust nemen om contact te maken. Als mens de ander aankijken en proberen een indruk te krijgen van hoe het met die ander gaat.”

Af en toe kijkt Van Jaarsveld zijn kamer rond, waar hij al die jaren zijn vak tot uiting heeft gebracht. Hij staat op, loopt naar de kast, pakt er een schedel uit en vertelt me het verhaal erachter. “Het staat er al jaren, ooit gekregen als presentje van m’n peetoom, die tevens huisarts was en als medisch student in Amsterdam bij een opgraving van een kerkhof betrokken was. Helaas weet ik niet waar het precies vandaan komt en kan het dus niet terugbrengen, maar hij of zij heeft al die jaren toegekeken”, zegt hij lachend. Wat me tevens opvalt in zijn praktijkkamer, zijn zijn favoriete dieren, koeien. “Ik ben er gek op”, geeft Kees toe. “Ik vind het geweldige beesten.” Het is duidelijk dat hij de zoon van een dierenarts is.

Nu de wegen gaan scheiden en er afscheid genomen wordt, van hem als arts die menig generatie voorbij zag komen, nieuwe levens zag ontstaan, maar ook mooie mensen heeft zien gaan, samen met patiënten gelachen heeft, maar soms ook met hen huilde, beseft Van Jaarsveld dat het een groot deel van zijn leven was. Vele lieve berichten heeft hij dan ook mogen ontvangen en afgelopen weken nam hij bij iedere patiënt die hij voor het laatst als dokter zag, al steeds een beetje afscheid. Samen terugkijkend naar wat ze hebben meegemaakt. Zij bedankten hem voor alles en wensten hem geluk. Het zijn die mensen waar hij het voor deed of hij nu een grote of kleine bijdrage leverde. Dat maakt zijn afscheid nu al tot een mooi afscheid en einde van een lang hoofdstuk als hun dokter. Aanstaande maandag 1 februari zal hij in functie voor de allerlaatste keer zijn dokterspraktijk betreden en geeft hij met een gerust gevoel, vol vertrouwen dat de praktijk in goede handen is, zijn stokje over aan dokter Maas. Lang van te voren dacht hij dit gepland te hebben, toch komt die dag eerder dan verwacht. “Maar het is goed zo. Ik kijk terug, maar ook vooruit”, zegt Van Jaarsveld. En met een verhuizing in het vooruitzicht, het sleutelen aan auto’s, het bewerken van hout en ritjes met de camper, komt deze arts zijn tijd wel door. Maar dat hij het gaat missen, dat is zeker. Zijn praktijk was als een tweede huis. Het contact met zijn patiënten, zijn collega’s, met nog één keer zwaaien, een laatste blik, hier en daar een traan en tot slot, bedankt, het gaat u goed, zal hij de deur gaan sluiten.

Afbeelding