Afbeelding

“Van niets iets moois maken, dat spreekt me aan”

Human Interest Human interest

Sint-Oedenrode - Voor iedereen die het kantoor aan de Heuvel 7 binnen stapt, is José Munster het gezicht van DeMooiRooiKrant. Ook wie de krant belt, krijgt haar bijna zeker als eerste aan de lijn. Zij zorgt er samen met haar collega’s voor dat alle advertenties netjes bij de opmaakafdeling aan worden geleverd, denkt mee met mensen die goed nieuws te vertellen hebben, maar biedt ook een luisterend oor voor hen die net een dierbare zijn verloren. Iedere dag komt het leven voorbij in een notendop en als ‘mensen-mens’ voelt José zich daar goed bij.

Op de vraag hoelang José al voor DeMooiRooiKrant werkt, antwoordt ze: “In 2013 ben ik bij DeMooiRooiKrant gaan werken. Ik woonde toen nog in Vlijmen en reed in die tijd twee of drie dagen in de week naar Sint-Oedenrode. In het begin hielp ik Anja van Turnhout met werkzaamheden voor Mooirooi.nl.” Dat José niet in Rooi woonde toen ze voor DeMooiRooiKrant ging werken is meteen aanleiding om met een tweede vraag te informeren hoe ze vanuit Vlijmen bij MooiRooi terecht is gekomen. Maar dan blijkt al snel dat lijntjes ooit kort zijn.
“Vroeger werkte ik als collega van Bas van Turnhout bij een bedrijf in ’s-Hertogenbosch. Toen Bas daar wegging, spraken we af dat we nog wel een keer koffie zouden drinken. Maar, als zo vaak kwam daar niets van terecht omdat iedereen het dan druk heeft met zijn eigen werkzaamheden. Totdat ik vertrok bij dat bedrijf. Al snel belde Bas me op en zei hij dat ik nu zeker toch wel tijd zou hebben om een kop koffie te komen pakken. We spraken uitgebreid over het verleden en over DeMooiRooiKrant, die Bas toen samen met Jeroen net was begonnen. Ik was me eigenlijk niet bewust dat het een soort van “sollicitatiegesprek was”. Pas toen Bas me de volgende dag terugbelde, of dat ik de week er op ondersteunend werk kon doen, drong dat tot me door”, vertelt José.

“In het begin werkte ik zoals ik al vertelde, twee of drie dagen in de week. Maar al snel werd dit een fulltime job als kantoormanager, maar dat houdt veel meer in dat dat ene woord. Mijn belangrijkste taak is ervoor te zorgen dat wekelijks de balans tussen de redactionele en commerciële inhoud van de krant in verhouding is. Het is een mooi proces, van niets iets maken. Op woensdag starten we met een lege krant en zes dagen later hebben we weer een editie klaar. Zeker zo belangrijk vind ik het te woord staan van mensen die teksten, maar vooral advertenties aanleveren. Zo kwam er op een dag een man bij mij op kantoor, die een Mooirooitje wilde plaatsen omdat hij een appartement wilde verhuren”, vervolgt José. “Ik antwoordde hem toen: ik wil die advertentie graag plaatsen. Maar het lijkt me beter dat ik eerst zelf maar eens ga kijken of die woning niet iets voor mijzelf is. Zo kon het gebeuren dat de advertentie niet werd geplaatst, maar ik wel hier in Rooi kwam wonen.”

De verhuizing naar Rooi was voor José een grote sprong in het duister. “Als vertegenwoordiger kwam ik wel eens in Rooi, maar behalve mijn klanten en de klomp aan de Corridor kende ik in Rooi helemaal niets of niemand. Maar in de pendelperiode pakte ik al wel regelmatig een terrasje in Rooi”, tovert José weer een glimlach op haar gezicht. Inmiddels weten we dat José gewoon bij het Rooise interieur hoort en droeg ze onder andere bij de ‘SamenLoop voor Hoop’ haar steentje bij aan de saamhorigheid die ons dorp kent.

Ze vindt het ontzettend dankbaar om al die Rooienaren en ondernemers te mogen helpen met allerlei vraagstukken. Het gaat om advertenties, campagnes, maar ook om trieste gebeurtenissen zoals overlijden. “Gelukkig bestaat het grootste deel van mijn werk uit het helpen van mensen die beter nieuws te melden hebben. Het maakt niet uit of het een commerciële advertentie is voor een bedrijf dat wekelijks adverteert of voor een organisator van een evenement dat maar één keer per jaar plaatsvindt. Daarnaast ben ik de contactpersoon van landelijke reclamebureaus en werk ik offertes uit. Als het resultaat een mooie pakkende advertentie en een tevreden klant is, word ik daar blij van. Van Bas heb ik altijd geleerd dat wanneer een klant belt met een vraagstuk, we degene exact bieden waar behoefte aan is en niet per se wat gevraagd is.”

Maar José maakt veel leuke en bijzondere dingen mee aan de voordeur van de redactie. “Zo was er een keer iemand die wekelijks kwam melden dat er weer geen DeMooiRooiKrant was bezorgd. Toen ik na een paar weken door ging vragen, bleek dat de persoon in kwestie een “Nee-Nee” sticker op de brievenbus had geplakt. Daarna was het probleem snel opgelost. Een ander bijzonder voorval was toen een bekende van me ’s morgens al vroeg aan mijn bureau stond en vertelde dat ze ’s nachts een kangoeroe bij haar in de straat had gezien. Ik lachte haar een keer vriendelijk toe en ook de vage foto die ze me liet zien, was voor mij geen overtuigend bewijs dat ze me niet voor de gek hield. Pas toen ’s middags bij de persberichten de politie meldde dat er een ontsnapte wallaby was gevangen, drong het tot me door, dat ze me niet in het ootje wilde nemen. Sinds dat moment neem ik onwaarschijnlijke meldingen ook heel serieus. Mensen die nieuws brengen doen dat niet zo maar”, zo sluit José af.