Afbeelding

Het Open Huis, een gevoel van vrijheid en saamhorigheid

Historie Historie

Sint-Oedenrode - Enkele weken geleden publiceerden we meerdere artikelen en ingezonden stukken van het Open Huis. Dat heeft de tongen aardig los gemaakt. De diversiteit aan herinneringen maakte het er wellicht niet duidelijker op. Daarom hebben we enkele echte Open-Huis-bezoekers gevraagd om nog eenmaal in de pen te klimmen en een sprong terug in de tijd te maken.

In de woelige na-oorlogse zestiger jaren klinkt in de westerse wereld alom de roep om meer vrijheid. Jongeren (later de zogenoemde babyboomgeneratie) roeren zich. Men voelt zich niet meer passen in het keurslijf van de vorige generatie. Men wil meer vrijheid, zelf vorm geven aan leven en toekomst.

In het Brabantse dorp Sint-Oedenrode aan de rivier de Dommel is alles rustig. Hier geen krakersrellen, Vietnam-protesten en provobeweging. Maar ook hier klinken de geluiden van de buitenwereld door. Het is te rustig voor de nieuwe generatie jongvolwassenen. Er is niet veel te beleven in het dorp. Pastoor en burgemeester zijn het nog eens. Op zondag is het leeg en stil. In de cafés heerst de gemoedelijkheid van oude mannen aan toog en biljart. Voor de oudere jeugd is er de harmonie, het voetbal en een enkele ander vereniging, zoals scouting en sport. Het jeugdhonk is gevestigd in het patronaatsgebouw, keurig gereguleerd met beperkte openingstijden en een glaasje fris. Slechts zo af en toe brengt een beginnende beatband de hoofden van de jonge meisjes op hol.

In deze context ontstaat het Open Huis. Enkele jongeren vinden vooreerst de weg naar de cafetaria van Van Engeland aan de Borchmolendijk. Niet alleen voor het biertje, toen nog te verkrijgen als zestienjarigen, maar vooral ook voor de aanwezige jukebox met nieuwe eigentijdse muziek. Geweldig, rustig wat kletsen aan de formicatafeltjes met een biertje en de ‘nieuwste’ muziek uit de kast. Aan de praat geraakt met de baas kan de ruimte van de voormalige bakkerij in gebruik verkregen worden als jeugdsoos Pa-let. Een eenvoudige inrichting met tap, toog en een paar krukken. Eigenlijk meer een soort ‘mancave‘ want veel jongeren kwamen er niet. Er gebeurde ook te weinig aan activiteiten ofschoon er wel een recordpoging drummen plaatsvond. Hierdoor ontstonden er nieuwe contacten en er kwam een wens op tafel: een ruimte voor alle jongeren, ‘een Open Huis’, een soort underground centrum, het stadse vergezicht. Een aantal jonge mensen ging aan de slag, samen met een aantal vooruitstrevende personen uit de Rooise gemeenschap met een lobby naar de plaatselijke overheid en gemeenteraad. Men liet het oog vallen op de voormalige smidse, in eigendom van de fam. Habraken die ermee instemde om het pand te verhuren. Na diverse onderhandelingen verkreeg de groep toestemming van de gemeente evenals een kleine startsubsidie door bijdragen van het Rijk, gemeente en eigen werkzaamheden voor verbouw en inrichting. 

Lees woensdag het complete verhaal in DeMooiRooiKrant.