
Proces Omgevingsvisie Meierijstad stilgelegd
Sint-Oedenrode - Zo’n drie jaar geleden heeft Gemeente Meierijstad een ‘taskforce’ geformeerd voor het opstellen van een omgevingsvisie voor Meierijstad. Daarin moet de gemeente aangeven hoe ze de fysieke leefomgeving wil beschermen en benutten. In die taskforce treffen ambtenaren voorbereidingen voor het ontwikkelen en samenstellen van een omgevingsvisie. De Omgevingswet, die in maart 2016 is aangenomen, verplicht Nederlandse gemeenten uiterlijk in 2022 te beschikken over zo’n omgevingsvisie. Afgelopen januari was het voorontwerp klaar, en zou op 1 februari online worden gepresenteerd waarbij iedereen in de gelegenheid werd gesteld om daarop te reageren.
Eind januari werd die avond echter geannuleerd: “Het college neemt graag meer tijd om te werken aan het vervolg van de Omgevingsvisie. De gemeente doet dat om iedereen in de gelegenheid te stellen een bijdrage te leveren aan de visie. De bijdrage van de inwoners is onmisbaar, omdat de Omgevingsvisie richting geeft aan hoe we met z’n allen met onze leef-, woon- en werkomgeving om willen gaan.”
Deze wending was voor werkgroep Gebiedsvisie KCR (Kinderbos, Cathelijne, Rijsingen), die al baanbrekend werk heeft verricht op hun eigen deelgebied, aanleiding om in de pen te klimmen. Hieronder volgt hun eerste reactie.
Rijkelijk laat
De gemeente wil de burgers dus betrekken bij het opstellen van die Omgevingsvisie. En dat is nu precies wat de Omgevingswet (al sinds 2016!) heel expliciet aan elke gemeente voorschrijft: ‘het in een vroegtijdig stadium betrekken van belanghebbenden
bij het proces van de besluitvorming over een project of activiteit’. Met belanghebbenden bedoelt de wet: burgers, vertegenwoordigers van bedrijven, professionals van maatschappelijke organisaties en bestuurders van overheden. De wet stimuleert, nee, verplicht vroegtijdige participatie, want juist op die manier kunnen overheden op tijd belangen, meningen en ook creativiteit op tafel krijgen. Onze gemeente heeft gewerkt met bijeenkomsten waarin ofwel in- en externe deskundigen, ofwel ook vertegenwoordigers van belanghebbenden voor zijn uitgenodigd. In die zogeheten ‘labs’ is ervaring opgedaan hoe het ontwikkelen van een omgevingsvisie voor een deelgebied kan worden aangepakt. Het landelijk gebied is daar een voorbeeld van. In gesprekken die daarover met betrokkenen zijn gevoerd, blijkt dat een visie op land- en tuinbouw nodig is als bouwsteen voor een integrale omgevingsvisie.