De ouders van mijn moeder en mijn moeder en het meisje Miep in het mooie jurkje
De ouders van mijn moeder en mijn moeder en het meisje Miep in het mooie jurkje

Miep, het meisje van zeven

Algemeen

Sint-Oedenrode / Rotterdam - Het is zomer 1941. Op de markt in Rooi staat een groep kinderen uit het onfortuinlijke Rotterdam, naar het Brabantse platteland gekomen voor een vakantie, om een beetje bij te komen van de ontberingen van de oorlog. Miep is een meisje van 7 jaar, heeft een touwtje om de hals met daaraan een label met de naam van het gastgezin. Een jonge vrouw stapt op het meisje af en zegt in onvervalst Roois: "ik heb d'n onze al gevonde"!

Door: Marion Konings

Die jonge vrouw, Marieke van Driek van Cisse, was mijn moeder, die als enig meisje opgroeide in een boerengezin in d'n Hulst. Ze was vooraan in de twintig toen het meisje in het gezin kwam, maar het klikte wel tussen de dames en ook de zomers erna kwam Miep steeds terug naar Rooi. Ze ging er zelfs naar school want in de zomer van 1944 kon ze door de oorlog niet meer terug naar Rotterdam. Pas na de bevrijding zag ze haar ouders weer. De basis voor een vriendschap voor meer dan het leven was gelegd, want hoewel ze beiden trouwden, kinderen kregen en een heel verschillend leven leidden zochten ze elkaar met regelmaat op. Miep ging dus ook naar de Abraham en Sara – reünie toen haar schooljaar aan de beurt was. Ook met het overlijden van mijn vader en later ook mijn moeder kwam Miep met haar man over uit Rotterdam. Toch waren mijn zussen en ik aangenaam verrast toen enige tijd geleden de uitnodiging voor haar gouden bruiloft in de bus viel, en we spraken enthousiast af om er (bijna) allemaal naar toe te gaan.

Lees woensdag dit mooie verhaal verder in DeMooiRooiKrant,