Afbeelding

Wil van der Linden 'masseert' mensen om ze met elkaar te verbinden

Algemeen

Boskant - Boskanter Wil van der Linden (63) weet eigenlijk niet zo goed waarom een portret van hem moet worden gemaakt. 'Ik ben niet zo van op de voorgrond', zegt hij. Maar na enig aanhouden: 'Ik denk omdat ik redelijk actief ben op allerlei fronten en in het verenigingsleven, mijn naam kom je nogal eens tegen.' En dan met een grapje: 'Er wonen drie Wil van der Linden's in Sint-Oedenrode, waarvan er twee goed bekend zijn. Zij maken reclame voor mij.' Aan het einde van het gesprek is het portret van Wil van der Linden duidelijk: een bescheiden man, rustig, evenwichtig, relativerend, positief. Door zijn jeugd redelijk gehard in het leven.

Door Jan H.F. van der Heyden

'Verdiensten? Nee, die heb ik niet zo. Ik loop niet voorop, ben niet echt een kartrekker, ik doe mee. Ik help graag met iets op touw zetten. Ergens aan bijdragen vind ik heerlijk. Misschien is mijn karakter wel te zacht om een leidend figuur te zijn.'
Wil van der Linden is meer een 'verbale' masseur. Tijdens het gesprek laat hij herhaaldelijk het werkwoord 'masseren' vallen. Met dat werkwoord bedoelt hij praten. Dat doet hij graag en dat gaat hem ook goed af, vindt hij zelf. Praten om mensen met elkaar te verbinden. In bestuursfuncties binnen verenigingen, zoals de Wild Beheer Eenheid (WBE), de Boskantse Hengelsportvereniging, de voetbalclub v.v. Boskant en de Dorpsraad. 'Ik ga graag met mensen om', beargumenteert hij zijn sociale activiteiten. Terwijl Wil een pure 'techneut' is - chemisch technoloog noemt hij zichzelf - die bijna veertig jaar bij Philips werkte, eerst op het NatLab, daarna bij Philips Galvano Techniek en de laatste jaren bij het gelijksoortige ATM in Oirschot. Die daarin een gekwalificeerde functie bereikte dankzij keihard studeren in de avonduren. Zelfs in zijn militaire diensttijd volgde hij met succes de PBNA-opleiding Hogere Wiskunde.
Studeren in de avonduren, ja. Vijf jaar lang, want thuis hadden hij en zijn vijf broers en zussen het niet zo breed. Hij volgde de HBS in Veghel en wilde verder met een technische beroepsopleiding, maar als oudste in een gezin, waarvan vader al op vroege leeftijd ziek werd en met 61 jaar overleed, moest hij 'aan de bak.' Niks studeren, werken. 'We hadden een moeizaam boerderijtje, echt zo'n Brabants keuterboertje, tien tot vijftien koeien. 'Ik pakte mijn fiets, reed naar Philips en ik had een baan. Zo ging dat vroeger.'
Op het Natlab van Philips trof hij het. Goede mensen om zich heen, die al snel inzagen dat Wil van der Linden kon en wilde studeren. Cum laude slaagde hij voor de tweedelige beroepsopleiding analytische chemie. Op de Technische Hogeschool in Eindhoven volgde hij Wiskunde en Mechanica.

Wil van der Linden is een natuurmens. Aan de Donderdonksedijk, grenzend aan natuurgebied De Scheeken, is hij geboren en opgegroeid. 'Ik leefde vroeg in en van de natuur', zegt hij, doelend op zijn jagershobby, die hij op 18-jarige leeftijd zou overnemen van zijn vader. 'Als manneke van vijf, zes jaar ging ik met mijn vader mee de bossen in. Vond dat natuurlijk prachtig, dat jagen. Ik was achttien toen ik zelf voor het eerst een jachtgeweer in handen kreeg.' Ze joegen in De Scheeken en aangrenzend gebied op hazen, fazanten, eenden, konijnen, kraaien en houtduiven. En nog steeds is hij als jager actief, maar het is niet meer zijn belangrijkste hobby. 'Ik vind het heerlijk om met mijn hond door de bossen te struinen, dat schieten is niet meer het belangrijkste.'

'Ik heb een hekel aan rommel in de natuur, aan mensen die hun asbak vanuit de auto leegschudden.'

De natuur, daar houdt hij van. Nog steeds. Daarom ergert hij zich aan de vervuiling ervan. 'Ik heb een hekel aan rommel, aan mensen die hun asbak vanuit de auto leegschudden. Aan de lege flessen, blikjes en potjes in de bossen en langs de bermen van de weg. 'Maar ja', relativeert hij dan, 'we leven in een consumptieve maatschappij, hè.' Wil van der Linden doet er wat aan. Al meer dan vijfentwintig jaar, begonnen in de jaren negentig, organiseert hij in Sint-Oedenrode de jaarlijkse 'Opschoondag'. Mobiliseert hij mensen om het veld in te gaan of bepaalde stukken van het dorp te ontdoen van zwerfvuil. In 2007 ontdekte de gemeente zijn vrijwillige inzet als 'vuilnisman' en kreeg hij financiële ondersteuning voor de stortkosten bij Van Kaathoven. 'Och', zegt hij, 'het gaat ook vooral om het sociale aspect ervan. Na afloop drinken we met ons allen een borreltje en praten we wat na.' Een kleine honderd vrijwilligers krijgt Wil van der Linden voor dit werk wel op de been. 'Hoewel het steeds moeilijker wordt, want het moet op zaterdag gebeuren en dan mis je bijvoorbeeld de voetballers en de elftalleiders.' Op mijn vraag wat hij vindt van de mentaliteit van de veroorzakers van zwerfvuil volgt een diplomatiek antwoord: 'Het zou anders kunnen.' Een verandering van gedrag is nodig, beseft hij. 'Op scholen wordt er al meer aandacht aan besteed.' Voldoende? Wil: 'Dat is een moeilijk woord in dit geval. Ik denk dat je het nooit voor honderd procent geregeld krijgt.' Wil beschouwt zichzelf niet als een milieufreak. 'Ik ben geen vooroploper. Zal me dus niet zo gauw aansluiten bij een milieuorganisatie of zo. Maar ik ben zelf niet te beroerd om soms twee keer op een dag naar Van Kaathoven te rijden om mijn eigen vuil weg te brengen, gras en zo. En ik zou het ook gemakkelijk hierachter kunnen wegkieperen.'
Vissen doet Wil ook graag. En dat heeft eveneens met zijn gevoel voor de natuur te maken, verklaart hij. 'Die rust en de omgeving van water. De hengel is vaak het excuus om aan het water te gaan zitten, gewoon om te relaxen.' Een aantal jaren was hij secretaris van de Boskantse Hengelsportvereniging.

'Bij meningsverschillen of onenigheid lukt het mij vaak mensen bij elkaar te brengen, de scherpe kantjes eraf te halen.'

Sinds april van dit jaar is hij lid van de Dorpsraad. 'Gevraagd door een paar personen', zegt hij. Zijn motivatie: 'Het dorp voldoende leefbaar houden. Niet een dorp van alleen maar wonen, ook zorgen voor de ouderen, voor de jeugd, sport- en andere voorzieningen. Als je zelf niks doet, gebeurt het je maar, moet je maar kijken wat op een ander niveau voor je wordt beslist.' Hij denkt dat het hem gaat lukken zijn gemotiveerde doelen waar te maken. 'Op een aantal fronten wel', zegt hij, 'door veel te luisteren'. En dan, opnieuw relativerend: 'Dit soort dingen blijft altijd een spel.' Ook als Sint-Oedenrode straks opgaat in Meierijstad ziet hij nog wel een functie voor dorpsraden. 'Als je niks doet blijft Boskant een stipje op de kaart.' Hij wil samen met andere dorpsraden de krachten bundelen om invloed te kunnen blijven uitoefenen.'
Invloed uitoefenen op de overheid. Wil van der Linden heeft daar een andere term voor: 'beleid masseren.' 'Ik laat mensen in hun waarde, ben redelijk sociaal ontwikkeld, ken veel mensen. Ik denk dat ik een goede rol kan vervullen bij het werken met mensen in groepen. Mijn karakter staat daarnaar. Ik heb wel de drive om mensen te verbinden. Bij meningsverschillen of onenigheid lukt het mij vaak mensen bij elkaar te brengen, de scherpe kantjes eraf te halen.'

We belanden bij Wils' grootste hobby, het voetbal. Zelf begon hij als 17-jarige bij v.v. Boskant. 'Vrij laat', vindt hij zelf, 'maar dat kwam door de gezinsomstandigheden thuis, hard werken, en mijn vader had niks met voetbal. Later wel, toen ik eenmaal in het eerste speelde, sloeg hij geen wedstrijd meer over.' Hij begon bij de A-junioren. Herinnert zich dat hij twee achtereenvolgende wedstrijden een doelpunt maakte. Ze dachten dat ze met mij een goeie te pakken hadden. Maar in de jaren daarna heb ik nauwelijks gescoord. Dus ze hebben zich lelijk vergist.' Twee keer kampioen met het eerste elftal van Boskant, promotie van de vierde naar de tweede klasse. 'Ja, redelijk niveau.' Vooral de derby's tegen Rhode vond hij spannend. Links op het middenveld stond hij, later linkerverdediger. Op zijn 35ste zette hij er een punt achter. Maar hij bleef v.v. Boskant trouw. Als trainer van de jeugd, waar zijn twee zonen, Maarten en Roy, ook voetballes kregen van hun vader. En met resultaat. Trots vertelt hij dat ze nu beiden deel uitmaken van de selectie.
Hij is nog steeds 'aanspreekpunt' voor de eerste drie elftallen. Een 'ondersteunende rol', noemt hij deze functie. En opnieuw valt het werkwoord 'masseren' als hij uitlegt wat de 'ondersteunende functie' inhoudt. Daarnaast is hij redacteur van het clubblad, maakt graag interviews, en verzorgt de wedstrijdverslagen voor DeMooiRooiKrant. Kan dat wel objectief? 'Ja, dat kan. Ik kan na afloop van een wedstrijd goed relativeren, een wedstrijd neutraal bekijken.'

'De mest moest met kruiwagens naar buiten. Het had één voordeel: door de sterke ammoniakgeur werd ik nooit verkouden.'

Wil van der Linden kijkt 'content met hoe het gelopen is' terug op zijn leven. 'Ik voel me goed', zegt hij, 'en heb toch niet het meest makkelijke leven gehad. Ik heb een stevige jeugd achter de rug', doelend op het werken 'bij een typisch Brabants keuterboertje', de ziekte en het vroege overlijden van zijn vader. 'We hadden alleen een paard, geen tractor. Allemaal handwerk.' En plastisch verhaalt hij over het schoonmaken van de koeienstal. 'Dat mest moest allemaal met kruiwagens naar buiten. Het had één voordeel. Door de sterke ammoniakgeur werd ik nooit verkouden.'
Dan schiet hem een voorval uit zijn latere jeugd te binnen toen hij Jacqueline van Grotel uit Son leerde kennen met wie hij in 1977 trouwde. Vertelt: 'Ik had zo'n grote bos met haar' (houdt beide handen een eind van beide oren)' en een hartstikke bruin gezicht, omdat ik altijd buiten was. Toen ik voor de eerste keer met de moeder van Jacqueline kennis maakte, was het eerste wat zij vroeg: "Kan ie wel koeien melken?"'