De geïnterviewden vanaf de achterkant bekeken.
De geïnterviewden vanaf de achterkant bekeken. Foto: Bas Ulehake

Alles achterlatend op de vlucht

Zorg en Welzijn

Sint-Oedenrode - ’s Ochtends wakker worden op een stoffige weg. De kleur van je deken net zo zwart als dat van de vuilniszakken om je heen. Onder de 18 jaar een verplichte militaire training, willekeurige arrestaties zonder toegang tot een advocaat, geen vrijheid van meningsuiting. Wereldwijd gaan miljoenen mensen er met gevaar voor eigen leven voor op de vlucht. Allemaal met een persoonlijk verhaal, op weg naar hun dromen, om misschien wel dokter, leraar of politieagent te worden, maar vooral, om veilig te zijn. 

Door: Caroline van der Linden

Dat laatste is wat het meest blijft hangen na een bezoek aan opvanglocatie chaletpark Boschvoort in ons eigen dorp. 69 jongeren worden er opgevangen,15 meisjes en verder jongens, allemaal tussen de 15 en 18 jaar oud in hun eentje naar ons land afgereisd. 

Bij betreden van het terrein moeten we ons melden. Camera’s houden toezicht op de plekken waar de jongeren verblijven. Twee huisjes (met 4 woningen) voor de meisjes en zes (met 11 woningen) voor de jongens. Er wordt gevoetbald op een veldje en op de picknicktafels staat al wat te drinken klaar, want zo direct gaan we met twee van deze jongeren in gesprek. Vooraf worden de vragen goed doorgenomen. De locatiemanager én communicatieadviseur van het COA (het Centraal orgaan Opvang Asielzoekers) buigen zich erover. “Ben voorzichtig met het doorvragen naar hun ervaringen van land van herkomst, want voelen de jongeren zich niet veilig, zal het gesprek moeten worden stopgezet,” wordt gewaarschuwd. 

Samen met de jongeren nemen we plaats aan tafel. Ter bescherming van hun privacy worden alleen hun voornamen gebruikt. Met de tolk via de telefoon die in het midden op tafel ligt, gaan we het gesprek aan. Strak voorbereid met geselecteerde vragen, leidt deze leidraad al snel tot een prettig natuurlijk gesprek, waarin we spontaan ingaan op wat er bij hen leeft. Wie zijn zij? Hoe vinden zij het hier en wat zijn hun ervaringen, uitdagingen en dromen? Net zoals je dat van iedere andere puber zou willen weten. 

Tegenover ons zit Feruz en naast ons Herman, beiden 17 jaar oud en afkomstig uit Eritrea vertellen dat ze het fijn vinden dat ze op Boschvoort mogen verblijven. Hier voelen ze zich vrij, wat ze in hun land van herkomst niet kennen. 

“Ik mag hier elke dag naar school en krijg les in de Nederlandse taal”, vertelt Herman dankbaar. “Het gaat goed”, zegt hij. Beiden gaan naar de internationale schakelklas (ISK) in Veghel naar het Koning Willem I College. Omdat eerst de basis van de Nederlandse taal gelegd dient te worden, krijgen ze les in een aparte klas met enkel vluchtelingen. Naast deze lesuren mengen ze zich met de rest van de school. “Wanneer ik niet naar school ga, speel ik voetbal op ons veldje en elke week fietsen we twee keer naar sportzaal de Kienehoef om daar te zaalvoetballen”, vertelt hij verder. “Ook ga ik één keer in de twee weken naar de kerk. Waar ik het meest aan moet wennen is de kou. Handschoenen en een das, dat kende ik niet”, lacht hij schuchter. Feruz vertelt dat ze van koken houdt. “We gaan op de fiets naar de supermarkt en doen zelf onze boodschappen. De mensen uit het dorp zijn aardig, vaak zien we ze onderweg en zeggen we even hoi tegen elkaar.” “We doen de was en maken zelf schoon”, vult Herman aan. We hebben een wasmachine, daar is het vaak druk, dus kijken we wanneer deze vrij is.”

“Ik had niet veel toen ik hier kwam, geen kleding, niets eigenlijk”, zegt Feruz. “Het COA en de gemeente hebben veel voor ons geregeld. Eerst zijn we opgevangen in Ter Apel en nu mogen we hier verblijven. We slapen in een tweepersoonskamer en ieder heeft een eigen bed, zo fijn.”

Na wat gesproken te hebben over de praktische zaken op het terrein, valt er even een stilte als ik hen vraag naar hun familie. “Al mijn familieleden zijn in Ethiopië”, vertelt Herman licht geëmotioneerd. “Ik ben hier alleen naartoe gekomen en mis mijn ouders enorm”, zegt de nog net geen achttienjarige. “Af en toe bel ik naar huis, dan voel ik me slecht, dat is moeilijk.” Hetzelfde geldt voor Feruz, ook zij ervaart het zo. “Mocht ik nog ooit terug kunnen naar mijn land omdat er vrede is, zou dat heel fijn zijn”, zegt Herman. Beiden missen hun familie, vrienden en cultuur, maar ondanks dat geen van de jongeren op de locatie elkaar vooraf kende, zeggen ze dat ze er gemakkelijk bevriend raken met elkaar en dat doet goed. “Als ik ooit een verblijfsvergunning krijg, wil ik een opleiding gaan volgen, computerscience”, zegt Herman vastberaden. Hij wil een vak leren om zelfstandig aan de slag te gaan. “Voor mij wordt het verpleegkunde”, vult Feruz aan. Inmiddels zijn we al ruim een half uur met elkaar in gesprek en vragen we hen of zij misschien ook iets aan ons willen vragen. Herman neemt het woord: “Jullie zijn best nieuwsgierig en willen alles van ons weten, maar waar kunnen we dat terugzien?” We leggen uit dat het in de krant van ons dorp komt, de MooiRooiKrant en beloven meteen een stapel af te komen geven, zodra zij erin staan.

Dana, een van de vele begeleiders van de jongeren vult vanuit zijn kant nog het een en ander aan. “De jongeren hier zijn vrij om te gaan en te staan waar ze willen”, vertelt hij. “Wel hebben zij twee meldmomenten, ’s ochtends en ’s avonds en uiteraard hun schoolplicht. Met school hebben we korte lijntjes, is iemand er niet, horen we dat direct. Ook hun voogd en mentor worden dan ingelicht. We zijn hier erg tevreden over de jongeren”, vertelt hij. “Wanneer ze straks 18 worden of een verblijfsvergunning hebben, gaan ze of naar een eigen woning of naar een andere COA locatie waar men ouder is. Ze krijgen van ons kook-, verkeers- en hygiëne trainingen. Momenteel gaan de jongeren met de bus naar school, maar vanaf april willen we dat iedereen over een goede fiets beschikt en gaan ze daarop naar school. De trainingen geven we meestal zelf of vanuit de GGD en regelmatig hebben we gesprekken met de jongeren om te vragen hoe het met ze gaat.” 

“Omdat de jongeren hier geen ouders hebben, wordt er een voogd toegekend”, vult Sakina aan. Zij is werkzaam bij de NIDOS (jeugdbescherming voor vluchtelingen) en is vier dagen per week aanwezig op deze locatie om onder andere alle juridische zaken onder haar hoede te nemen en contact te onderhouden met hun ouders. Als wij ons ooit zorgen maken om een jongere, merken we vaak dat ouders toch invloed hebben op hun kind, ondanks de afstand. Er zijn hier jongeren, zowel uit onveilige – als veilige landen. Bijvoorbeeld vanuit een situatie waarbij er niemand meer was om voor hen te zorgen, zonder familie gedoemd om op straat te leven. Dat laatste is lastig, voor deze jongeren is het erg moeilijk om een verblijfsvergunning te krijgen. De meesten hier komen uit Syrië en Eritrea, maar ook uit Jemen, Somalië, Gambia, Gaine en Ethiopië. Allemaal met een extreme reis achter de rug, midden in hun puberteit en zonder ouders. Natuurlijk gebeurt er hier wel eens wat”, zegt Sakina. “Het zijn en blijven pubers, net als de doorsnee middelbare scholier, maar ik heb op verschillende locaties gewerkt en ik moet zeggen, het gaat hier hartstikke goed. Ik ben blij om voogd te zijn op deze locatie. Wat hier zeker aan bijdraagt is dat ze in eigen huisjes wonen. Niet te veel jongeren op één kamer. Ze hebben hier meer privacy in vergelijking met veel andere locaties en kunnen zich hierdoor terugtrekken op momenten dat het nodig is.”

Door hen een aangename plek te bieden en veel voor hen te organiseren, probeert het COA ervoor te zorgen dat omwonenden zo min mogelijk overlast ervaren.

Met een oproep willen de begeleiders ons bezoek aan hun locatie afsluiten: “er is al veel geregeld, maar er is nog behoefte aan zaalsportschoenen met witte zool, goede fietsen en mocht het mogelijk zijn een pooltafel”, zegt Dana bescheiden. Verder is er vraag naar vrijwilligers, “bijvoorbeeld door met ons mee te gaan naar de sportzaal”, zegt begeleider Redouann die inmiddels ook aangeschoven is. “Of mensen die zelf een activiteit willen organiseren, denk aan wandelen of breien. Ook zijn we bezig een officieel fiets-verkeersexamen voor de jongeren te regelen, dat zouden ze geweldig vinden. Dus wil je hierin ondersteunen; alle hulp is welkom.” Neem dan contact op via communicatie@meierijstad.nl

We bedanken elkaar en verlaten het terrein. Er weer van doordrongen dat vrijheid niet voor iedereen vanzelfsprekend is, terwijl we zien dat Herman alweer een balletje trapt op het veldje. 

Het interviewt vond buiten plaats.
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding