Jansen is directeur van De Vijfmaster en Van Boxtel van Bs. Antonius, Bs. Nicolaas, Bs. De Empel en nks de Horizon.
Jansen is directeur van De Vijfmaster en Van Boxtel van Bs. Antonius, Bs. Nicolaas, Bs. De Empel en nks de Horizon.

‘Als schoolleider moet je veel vertrouwen geven aan je personeel’

Onderwijs

Meierijstad - Veel basisschooldirecteuren vertrekken vanwege de hoge werkdruk of hun naderende pensioen. Uit cijfers van het ministerie blijkt dat het tekort in Nederland is opgelopen tot 15 procent. Binnen schoolbestuur Verdi is er (nog) geen tekort aan schooldirecteuren, maar de ontwikkelingen worden nauwlettend in de gaten gehouden. Wij spraken met Susan Jansen (directeur van De Vijfmaster) en Leon van Boxtel (directeur op vier basisscholen) over het vak schooldirecteur.

Door: Ties van Dooren

Er is de afgelopen jaren veel aandacht geweest voor het lerarentekort. Volgens het ministerie ligt dit al jaren rond de tien procent. Het tekort aan schooldirecteuren verandert wel. In 2022 was dit nog 13.6 procent, inmiddels meldt het ministerie van Onderwijs dat dit is opgelopen tot 15 procent. Leon van Boxtel uit Veghel is als schooldirecteur door de wol geverfd. Hij begon zijn directeurschap vijftien jaar geleden op De Ark in Veghel en is inmiddels schoolleider op Antonius (Keldonk), Nicolaas (Boerdonk), De Empel (Erp) en NKS de Horizon (nieuwkomersschool in Veghel). Hij vertelt wat het vak voor hem zo interessant maakt: “Soms moet je heel direct zijn en soms zijn er situaties waarin je leerkrachten juist heel veel ruimte en verantwoordelijkheid moet geven. We werken hier niet met een product, maar met kinderen. Als schoolleider moet je veel vertrouwen geven aan je personeel. Je wil samen het beste voor de leerlingen. Met die uitdaging ben ik iedere dag bezig.”

Susan Jansen uit Sint-Oedenrode maakte onlangs de overstap van de Odaschool in Sint-Oedenrode, waar ze adjunct-directeur was, naar De Vijfmaster in Veghel. Daar volgde ze twee jaar geleden Ellen Vos op. Ze legt uit wat er zo leuk is aan het schooldirecteurschap: “Het is een ontzettend veelzijdige baan. Het is een beetje cliché, maar geen dag is hetzelfde. Je bent bezig met de kwaliteit van het onderwijs, het personeel, met wat speelt er in de omgeving van de school en natuurlijk met de ouders. Het werk vliegt alle kanten op en juist de diversiteit vind ik zo leuk.” Van Boxtel sluit zich daar volledig bij aan: “Op het ene moment sta je bij een kleuter die zijn teen heeft gestoten en vlak daarna heb je de wethouder aan de telefoon. Wat ik belangrijk vind is dat we onze eigen visie kwijt kunnen. Er ligt geen draaiboek klaar, maar dat maakt het ook weer heel complex. Het werkveld verandert continu. Daar krijg je energie van, maar het is soms wel pittig. Het schooldirecteurschap is geen makkelijk vak. Bovendien heb je altijd te maken met de verantwoordelijkheid naar de kinderen en leerkrachten toe. En dan heb je ook nog de ouders die allemaal iets van je vinden. Daar moet je wel tegen kunnen. Bij calamiteiten kijken ze altijd naar jou.”

De Veghelaar vindt dat er best wat meer waardering mag zijn voor het werk dat schooldirecteuren verzetten. “Ik mis dat wel een beetje ja. Het is echt enorm complex. Je moet politiek kunnen zijn, maar ook diplomatieke afwegingen kunnen maken. Het vergt veel van je intellectuele en interpersoonlijke capaciteiten.” Het is niet zo dat Van Boxtel de waardering mist in de vorm van salariëring. Daar is Jansen het mee eens. “Je werkt in een sector die maatschappelijk nut heeft en je draagt bij aan een groter doel. Het is een waardevolle branche. Dat is voor mij erg belangrijk.”

Goed onderwijs
De primaire taak van Jansen en Van Boxtel is dat ze ervoor moeten zorgen dat er goed onderwijs wordt gegeven op hun school. “De weg daarheen is veelzijdig, soms lastig maar vooral leuk. Het is ook erg breed, want je hebt goede mensen en goede faciliteiten nodig om goed onderwijs te geven. Daar zijn wij voor verantwoordelijk”, zegt Jansen. Ze wil dat haar leerkrachten zo min mogelijk worden afgeleid van het lesgeven. Jansen vervolgt: “Dus ik zorg ervoor dat het in de school organisatorisch goed geregeld is. Dat de leerkracht niet te veel met randzaken van buitenaf belast wordt. Ik ben wat dat betreft eigenlijk een hitteschild.” Van Boxtel noemt dat ‘dienstbaar leiderschap’. Hij vult aan: “Wij staan ten dienste van de leerkracht. Zij moeten hun werk goed kunnen doen. Docenten moeten zich kunnen focussen op het lesgeven. Als ziet hoeveel suggesties er binnenkomen voor lesprogramma’s en noem maar op. Daar kun je een leerkracht niet mee opzadelen.” Jansen knikt: “Iemand moet knopen doorhakken en dat doet een schooldirecteur. Het onderwijs is ook wel een beetje het duizenddingendoekje van de maatschappij. Als er ergens iets niet helemaal vlekkeloos verloopt dan wordt er al vrij snel gedacht: misschien kan het onderwijs hier iets in betekenen.”

Werkgeluk
De Verdi-directeuren kunnen altijd bij elkaar aankloppen en gebruik maken van elkaars knowhow. Ook binnen Verdi zit veel expertise waar Van Boxtel en Jansen op kunnen terugvallen. Jansen vervolgt: “Het samenwerken wordt zelfs enorm gestimuleerd vanuit het bestuur. Onze slogan: We zijn verbonden in diversiteit, past goed bij de verschillende directeuren. Maar zoals ik al zei, we hebben allemaal hetzelfde doel: goed onderwijs geven.”

Van Boxtel is directeur op vier verschillende locaties. Dat kan volgens hem alleen doordat hij goed personeel om zich heen heeft verzameld. “Er is wel wat veranderd hoor. Tien jaar geleden was het meer van: ‘Vertel maar wat ik moet doen’. Dat is compleet veranderd. Op mijn scholen loopt alles gewoon door als ik er niet ben. Ik weet zeker dat mocht ik vijf maanden onverhoopt wegvallen dat alles blijft doordraaien. Dus daarmee is het leiderschap binnen de school eigenlijk georganiseerd. Het enige wat je moet doen is goede mensen om je heen verzamelen.” Het personeel van Van Boxtel en Jansen krijgt veel verantwoordelijkheid. “Dat past bij deze maatschappij. Werknemers zijn professionals en willen graag iets van zichzelf kwijt in hun werk. Wij zijn van mening dat dit proces het werkgeluk alleen maar ten goede is gekomen. Al moet er natuurlijk wel hard gewerkt worden”, vertellen ze.

Sommige schooldirecteuren vinden dat ze tijd tekortkomen. Van Boxtel en Jansen snappen dat ergens wel, maar ondervinden daar zelf weinig hinder van. “Mijn agenda is wel overvol”, geeft Van Boxtel toe. “Maar ik ervaar geen werkdruk. Het is ook leuk werk en de dagen vliegen voorbij.” Jansen vult aan: “Het is een kwestie van prioriteiten stellen en flexibel zijn. Soms moet er een stapje bij, want het is zeker geen appeltje-eitje. Je moet je koppie erbij houden.” Van Boxtel vergelijkt het werk met het Chinees Staatscircus: “Je moet als jongleur constant alle bordjes laten balanceren.”

Van het landelijke beeld van basisschooldirecteuren die vertrekken vanwege de hoge werkdruk of hun naderende pensioen is in Meierijstad geen sprake (zie kader). Misschien moet men maar eens in onze gemeente komen kijken hoe het gaat. Van Boxtel lachend: “Ze zijn van harte welkom. Ik denk dat wij het goed voor elkaar hebben, maar we moeten niet naïef zijn. Deze tendens komt niet uit het niks.” Jansen vindt het daarom belangrijk om de situatie goed in de gaten te houden. “Als er in Brainport (regio Eindhoven) wordt gezegd dat er tien basisscholen bij komen gezien alle expats dan moeten we dat wel serieus nemen. Al die scholen hebben namelijk docenten en schooldirecteuren nodig. Dan denk ik ‘ho, wacht even’. Wij hebben veel stagiaires uit die regio en dat zijn onze potentiële collega’s. Als die daarheen gaan, wordt het hier wel erg dun bevolkt. Dus ik heb wel zorgen. Regeren is immers vooruitzien. We moeten onze ogen niet sluiten voor de ontwikkelingen om ons heen”, besluit Jansen.