Afbeelding

"Ooit kom ik hier misschien wel terug"

Algemeen

Sint-Oedenrode - Het vertrek van de locatiemanager per 1 mei is binnen een relatief kleine gemeenschap als Odendael waarschijnlijk het gesprek van de dag, en misschien ook wel van de week. Ook de komst van een nieuwe locatiemanager maakt tongen los. DeMooiRooiKrant wil graag horen van de gaande en de komende locatiemanager wat daar allemaal achter zit, en wat de bewoners, vrijwilligers en personeel kunnen verwachten.

Als eerste wil Wil van de Laar (bijna 53), de vertrekkende locatiemanager, gezegd hebben dat de wisseling van de wacht los staat van een reorganisatie binnen Brabant Zorg (dit was in de aankondiging overgenomen uit het persbericht, red.). "Je ontwikkelt op den duur toch blinde vlekken als je steeds op je post blijft. Voor medewerkers is het goed om af en toe te wisselen van taak of locatie. Dat kun je ze wel vertellen, maar je kunt als leidinggevende ook zelf het goede voorbeeld geven." Maarten Coolen (55), die de plaats van Wil gaat innemen, vult haar aan. "Door de organisatie wordt dit ook erg gestimuleerd. Er zijn natuurlijk ook altijd wel redenen om het juist niét te doen, anders is niet persé beter, maar het levert altijd iets op." Beiden blijven locatiemanager maar wisselen van locatie: Maarten Coolen komt van Den Bosch naar Rooi, Wil van de Laar het omgekeerde.

Wil van de Laar: "Den Bosch is voor mij een uitdaging. Dat zal heel anders zijn dan Rooi: langere lijnen want bijvoorbeeld meer afstand tot een wethouder, van een dorps-naar een stedelijke omgeving." "Ook cultuurverschillen natuurlijk, al verwacht ik geen echte cultuurschok. Netwerken zal bij de grootste organisatie hier in Rooi ook heel anders zijn dan bij de kleinste speler in het veld in Den Bosch" vult haar opvolger aan. Wil van de Laar wijst op de enorme kanteling in de zorg van de afgelopen jaren. "De transities zijn dan wel achter de rug, maar de transformatie is nog in volle gang. Dat de klant de regie neemt, en wij veel meer aanvullend zijn, faciliterend. Niet kijken naar 'wie doet wat', maar naar 'wat doen we samen'. Samen in de zorg, met bewoners, mantelzorgers, medewerkers en vrijwilligers. De zelfstandigheid van medewerkers groeit, iedereen moet ook groeien in het loslaten."

Lees deze week verder in DeMooiRooiKrant