Teun Wouters met collega Anita van Erp
Teun Wouters met collega Anita van Erp

"Christianne wenst me altijd een 'veilige dienst' als ik wegga"

Algemeen

'Wat kom je hier doen?' vroeg in 2003 de politie-inspecteur van Brabant-Noord in Oss aan de 22-jarige HAS-student Teun Wouters uit Sint-Oedenrode toen deze op sollicitatiegesprek kwam voor een baan bij de vrijwillige politie. 'Je bent Hbo'er en nog zo jong. Wil je niet fulltime bij de politie?' Nee, dat wilde hij niet. Inmiddels is Teun Wouters (34) bedrijfskundig ingenieur, eigenaar van een bedrijf dat sportvelden van kunstgras aanlegt, woont met Christianne, hebben samen twee kinderen en is een ervaren diender in Sint-Oedenrode en omgeving. Als vrijwilliger. Met hart en ziel.

Door Jan H.F. van der Heyden

Zijn motivatie om zich als 22-jarige student te melden bij de vrijwillige politie is 'een rechtvaardigheidsgevoel en maatschappelijke betrokkenheid. Je bent een schakel tussen de rechtsstaat, de wetgever, en de maatschappij. Als je het leuk vind om bij vechtpartijen te zijn en bekeuringen uit te delen, word je niet aangenomen.' Deze uitspraak, zijn motivatie, is de ene kant van de Rooienaar. De andere kant aan hem is ook dat hij het als volwaardig surveillant met vuurwapen, pepperspray en wapenstok toch wel 'gaaf' vindt en graag 'het verschil maakt' bij spannende zaken, zoals autodieven pakken, een straat 'schoonvegen' en agressieve cafébezoekers te lijf gaan. Teun, heel eerlijk: 'Boeven achter de tralies, daar is 't om te doen.' Idealisme ook misschien? 'Wel gehad, het eerste jaar. Natuurlijk, je wilt de maatschappij beter maken en de prestaties van de politie verhogen, de criminaliteit omlaag brengen. Maar de maatschappij en de criminaliteit zijn continu in beweging, worden steeds ingewikkelder, daar kun je als politie maar ten dele invloed op uitoefenen. Een honderd procent veilige samenleving bestaat niet, is niet haalbaar.' Toch is het gevoel van Teun Wouters positief als het gaat om zijn betekenis voor en bijdrage aan de maatschappij door criminaliteit te bestrijden, de leefomgeving van mensen veiliger te maken en de afstand tussen politie en burger te verkleinen. Teun Wouters, zoon van een theoloog, al twaalf jaar vrijwillig politieman. Elk jaar legt hij, net zoals al zijn collega's, vier toetsen van bekwaamheid af: aanhouding en zelfverdediging, geweldbeheersing, fysieke vaardigheid en schieten. Hij is inzetbaar bij grote publiekstrekkende evenementen, zoals Paaspop in Schijndel, het Bossche Jazz in Duketown, kermissen en carnaval, bij verkeerscontroles en extra horecadiensten (hoofdzakelijk in de weekenden van 's avonds acht tot 's nachts vier uur) om de 'reguliere' collega's te ondersteunen. En ook natuurlijk bij het zogenaamde Donkere Dagen Offensief wanneer de politie tegen het invallen van de winter en het vroeg donker wordt extra aandacht geeft aan inbraakpreventie en verkeersdeelname in het buitengebied. Teun: 'dan kom je ook van alles tegen, krijg je wel een kick van.' Teun Wouters opereert als politiesurveillant op vrijwillige basis in zijn eigen woonomgeving en dat is als rasechte Rooienaar in Sint-Oedenrode en omgeving. 'Ik doe dat graag, heb daar geen moeite mee. Ook niet met uitdelen van bekeuringen of als ik iemand zou moeten aanhouden. Het werken in je eigen regio heeft voor- en nadelen. Het grote voordeel is dat je goed bekend bent met de samenleving, het nadeel is dat je in je sociale omgeving als politieman in aanraking kunt komen met vrienden en kennissen. Ik vind het in elk geval interessant om in mijn eigen omgeving te werken. Daarom ben ik ook blij met het zogenaamde "nieuwe werken" bij de politie. Dat houdt in dat wijkagenten nog meer "all round" inzetbaar worden. Als vrijwilliger zal ik daardoor nog meer ten dienste van de wijkagenten gaan werken, me veel meer op teamniveau met de eigen omgeving bezighouden. Dat is leuk, inventief en doeltreffend.' 'Nee, een politieman moet niet een kille mentaliteit hebben. Wel professioneel zijn. Wat dat betekent? Hij moet meeleven met de maatschappij, begrijpen wat de veranderende maatschappij voelt en beweegt.' In dit licht wijst de in 'Management en Economic Studies' afgestudeerde bedrijfskundig ingenieur Teun Wouters op discussies over Nederlandse vrijheden, waarin de politie – en dus ook politieman Teun - een neutrale positie inneemt. Zijn verwijzing naar die discussies belicht de intellectuele kant van de Wageningse wetenschapper Teun Wouters. Dezelfde Rooise Teun praat desgevraagd met even groot gemak over zijn wapenfeiten als het op de keiharde werkelijkheid van de straat aankomt. Met gemak inderdaad, maar niet met trots of als een winner. En met de gevraagde voorbeelden moet hij voorzichtig zijn. Na een interne afweging noemt hij de arrestatie van twee autodieven in Sint-Oedenrode als eerste, omdat hij daar als politieman 'het verschil' kon maken. 'We reden op een vrijdagmiddag onopvallend over de Schijndelseweg toen we een melding doorkregen van een gestolen auto in Uden. De dieven waren aan de politie ontkomen en wij hoorden dat ze de afslag op de A50 bij Sint-Oedenrode hadden genomen. Bij het Esso-station zagen we twee personen zich verdacht gedragen. Maar we konden er niet zoveel mee. We zijn toen de wijk De Heikant ingereden en daar zagen we twee straten verder de gestolen auto. Toen was het voor ons één plus één is twee. Dus snel collega's erbij gehaald en die knapen aangehouden. Dat geeft een kick, dat je als politieman het verschil hebt gemaakt.' Een tweede voorbeeld: zijn hulp bij een agressieve gewonde in de ambulance onderweg naar het ziekenhuis op de A2. 'Met vier jongeren erin is een auto over de kop geslagen. De vermoedelijke bestuurder is behoorlijk gewond. Maar niet alleen dat, hij is ook agressief tegen de ziekenbroeders en tegen ons. Met veel moeite hebben we hem in de ziekenauto gekregen, mijn collega erbij en ik in de auto er achteraan naar het ziekenhuis. Onderweg krijg ik van mijn collega een seintje dat de ziekenauto gaat stoppen omdat de "patiënt" zo agressief is. We hebben hem toen tot bedaren gebracht, maar eenmaal in het ziekenhuis deed hij weer hetzelfde, wéér zo agressief.' Een derde voorbeeld: de melding uit een café in Sint-Oedenrode over vier amokmakers. 'Wij ernaar toe en naar binnen. Daar bleek al snel dat de vier weinig zin hadden om met ons mee naar buiten te gaan. Dus dat was voor ons al een signaal. Eenmaal buiten sommeerden wij de vier om linksom of rechtsom naar huis te gaan. We wilden geen confrontatie, zeiden we, maar die vier wilden dat wel. En ze vlogen ons in de haren. Dan schiet je vol gezonde adrenaline en dan ga je op de automatische piloot aan de bak.' Teun: 'Dat zijn gave dingen om mee te maken.' Onmiddellijk erachteraan prijst hij zijn baas en de sfeer binnen het politiekorps: 'De volgende dag word je opgebeld door je teamchef met de vraag: "Hoe voel je je vandaag?" 'Want ja, het had natuurlijk ook verkeerd kunnen aflopen. Zoiets kan je toch een paar dagen dwars zitten.' Teun roemt het Team Schijndel, waaronder Sint-Oedenrode valt. 'Uniek, een warm nest voor vrijwilligers. Zij worden daar als gouden gasten beschouwd.' Eén week na de vechtpartij in Sint-Oedenrode moet Teun alweer dezelfde handelingen verrichten op een paar rumoerige terrassen in Schijndel. 'Daar stonden we op een gegeven moment met zo'n twaalf of veertien agenten tegenover zo'n vijftig tot zestig man, die allemaal behoorlijk hadden gedronken. Die straat moest worden schoongeveegd. Drie of vier aanhoudingen, geloof ik.' Of het bewaken van het 'plaats delict.' Teun heeft het verschillende keren gedaan. In Boxtel, Esch, Sint-Michielsgestel en Heusden. Maar minstens zo enerverend vindt Teun instructie geven aan en opleiden van de verkeersbrigadiers in groep 7 van de basisscholen binnen het werkgebied van Team Meierij van de Eenheid Oost-Brabant (Boxtel, Haaren, Heusden, Schijndel, Sint-Michielsgestel, Sint-Oedenrode en Vught). En zeker als het de Odaschool van zijn zoon is.

'Dan schiet je vol gezonde adrenaline en ga je op de automatische piloot aan de bak.'

Hoe kijkt Christianne naar zijn politiewerk? 'Positief, ze merkt dat ik erin opga. Soms is er toch wel eens discussie over de tijdsbesteding. We hebben natuurlijk een gezin. Er zitten risico's aan het vak. Ze spoort me aan mijn verstand te gebruiken. Ze wenst me altijd een "veilige dienst" als ik wegga.'' Je bent 24 uur politieman: als je niet in dienst bent kijk je op een passieve manier, ín dienst op een actieve manier. Ja, je kijkt als politieman door een andere bril. Ik zie dingen die jij niet ziet doordat ik in aanraking kom met allerlei incidenten.' Dat er zo weinig belangstelling is voor vrijwillig politiewerk gaat hem aan het hart. 'Ik denk dat het vanwege de onbekendheid is. Onbekendheid met het feit dat politiewerk ook door vrijwilligers kan worden gedaan en onbekendheid met de inhoud van het vak en wat je daarvoor moet kunnen. In Sint-Oedenrode wonen méér reguliere politiemensen dan vrijwilligers. Wij zijn maar met ons tweeën. Soms zijn mensen ook bang voor het politiewerk. Daarom wil ik best graag in contact komen met mensen die twijfelen over toetreding tot de vrijwillige politie. Ik wil ze graag vertellen hoe boeiend het werk is, maar ook hoe belangrijk. Want "blauw" staat onder druk, de uren staan onder druk. Dat ze zich maar melden op het bureau in Schijndel.'