Afbeelding

De Visarend, de beste vismachine van de wereld

Roois nieuws Natuur en Milieu
Uren en uren zitten ze verkleumd langs de kant van het water zonder ook maar iets te vangen. Een haakje met een pier eraan, turend naar een wiebelend dobbertje, af en toe wat lokvoer erbij gooien. De gemiddelde visser bakt er over het algemeen maar weinig van. Zeker als je het vergelijkt met de ultieme vismachine, de visarend. Als je de visarend per “onderdeel” bekijkt, snap je ook waarom. 

Het begint natuurlijk met gecontroleerd vliegen. Ingenieurs van de Airbus 380 hebben van de arend geleerd dat je vleugels niet te lang moet maken. De draaicirkel wordt dan namelijk te groot en mis je de thermiek. De arendvleugel combineert maximale lift met minimale lengte. De opstaande vleugelpuntjes die je sinds kort bij vliegtuigen ziet, zijn ook van de vogels afgekeken. Dat spaart namelijk veel energie. De arend kan ze ook nog eens als een soort vingers bewegen om voor maximale lift en wendbaarheid te zorgen.

Het oog van de arend wordt wereldwijd gezien als het meest geavanceerde. Hij ziet super scherp en van grote afstand. De ogen zijn bijna net zo groot als die van mensen. Aan de achterkant zijn ze wel een stukje platter, waardoor het beeld uitvergoot wordt. Verder hebben ze drie oogleden, eentje boven en eentje onder. Hij “knipoogt” vanaf beneden. Het derde is het zogenaamde knipvlies voor extra bescherming, die beweegt als een ruitenwisser. Zo’n knipvlies hebben wij ook, maar die doet het niet meer, het restant zit in ons ooghoekje als een paars klontje. Het water beweegt en glinstert, de vis beweegt ook. Lastig mikken. Jonge arenden hebben nog wel eens moeite om in één keer beet te hebben, maar puur door ervaring gaat dit snel beter.

Met drie vlijmscherpe vleeshaken aan de voorkant en één aan de achtkant van de gespierde poot heeft een vis geen schijn van kans. Vast is vast. “Eagle Claw” is dan wel een mooie merknaam voor een vishaakje, maar zo trefzeker als die van de arend is hij zeker niet.

En ten slotte de bek, super sterk en gehaakt, met een scherpe punt om de kronkelende gladde vis in bedwang te houden. En uiteraard op te peuzelen, want daar is het tenslotte om te doen. Visarenden zijn ook rond de Dommel te vinden, ik hoop alleen dat ze geen kwabalen lusten.

foto's: Jan Ebbenn
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding