Bemanning van B-17 42-3439. Foto 3 oktober 1943. Eerste rij v.l.n.r. Pilot Charles F. Geyer, Co-Pilot Robert P. Surdez Jr, Bombardier Donald O. Mills, Navigator William J. Doherty.  Achterste rij v.l.n.r. Edward L. Lantron, Radio Operator Melvin H. Litke (*), James A. Parker, Frank J. Killarney, Alexander J. Guilianelli en Gunner Everett J. Missey (*). (*) Melvin Litke en Everett Missey waren niet aan boord tijdens de rampzalige missie. Ze waren vervangen door Aaron M. Becker en Charles R. Randel. Beiden kwamen om, evenals Lantron, Parker en Guilianelli. Bron: Collectie Cor Vervoort
Bemanning van B-17 42-3439. Foto 3 oktober 1943. Eerste rij v.l.n.r. Pilot Charles F. Geyer, Co-Pilot Robert P. Surdez Jr, Bombardier Donald O. Mills, Navigator William J. Doherty. Achterste rij v.l.n.r. Edward L. Lantron, Radio Operator Melvin H. Litke (*), James A. Parker, Frank J. Killarney, Alexander J. Guilianelli en Gunner Everett J. Missey (*). (*) Melvin Litke en Everett Missey waren niet aan boord tijdens de rampzalige missie. Ze waren vervangen door Aaron M. Becker en Charles R. Randel. Beiden kwamen om, evenals Lantron, Parker en Guilianelli. Bron: Collectie Cor Vervoort Foto:

Vergeten helden uit de Tweede Wereldoorlog

Historie Historie

Sint-Oedenrode - Operatie Market Garden wordt ieder jaar herdacht. Ook dit jaar gaat dat weer gebeuren, midden september. Rond deze tijd proberen we daarom ieder jaar interessante artikelen te plaatsen over die tijd. Dit keer worden we geholpen door Cor Vervoort. Hij schrijft in een tweeluik over Donald Oliver Mills uit San Francisco. Een Amerikaanse soldaat die prompt in Sint-Oedenrode terecht kwam en zijn leven niet zeker was. Deze week deel 1 van ‘Vergeten helden uit de Tweede Wereldoorlog.’

In 2018 heb ik mijn boek ‘Sodom und Gomorra’ gepubliceerd. In het boek een groot aantal authentieke ooggetuigenverslagen uit de Tweede Wereldoorlog uit de omgeving van Sint-Oedenrode. Tijdens het schrijven van het boek heb ik op 13 december 2017 een oproep gedaan in de DeMooiRooiKrant, op zoek naar een Rooise familie, die een bemanningslid van een Amerikaanse B-17 op het meest cruciale moment van zijn vlucht geholpen heeft. Helaas leverde mijn zoektocht toen geen enkele reactie op. Toch ben ik blijven zoeken, met een verassend resultaat.

Door: Cor Vervoort

De naam van de Amerikaan was 2e Luitenant Donald Oliver Mills uit San Francisco, de bommenrichter van een B-17 van de 96th Bomber Group, die op 20 oktober 1943 boven Brabant op de terugweg naar de thuisbasis Snetterton Heath in Engeland werd neergeschoten door Duitse Messerschmitts. Mills wist bijna twee maanden later op 17 december veilig en wel Gibraltar te bereiken. Hij werd direct teruggevlogen naar zijn thuisbases in Engeland en vandaar uit terug naar Amerika. Hij was in het bezit van geheime informatie. Als bommenrichter bediende hij het geheime Norden-apparaat, dat de Amerikanen in staat stelde veel nauwkeuriger en bij daglicht te bombarderen. Het apparaat was kort te voren, evenals als zijn toestel de B-17 ‘Flying Fortress’ in gebruik genomen. Bij zijn terugkomst volgende een lange ondervraging, waarvan een uitgebreid geheim rapport opgemaakt werd (E&E report 279). Deze rapporten zijn afgelopen jaren vrij gegeven voor verder onderzoek.

Mills vertelt tijdens zijn verhoor wat hem op 20 oktober 1943 overkwam. Zijn B-17 met 10 bemanningsleden aan boord voert die dag een bombardement uit op een spoorwegcomplex in Düren (D). Door technische problemen raakt de B-17 op de terugweg achterop bij de formatie en wordt het toestel in de buurt van Sint-Oedenrode door een groep van zes Messerschmitts in brand geschoten. Al snel is het de bemanning duidelijk dat het toestel reddeloos verloren is. Mills weet samen met 4 bemanningsleden het brandende toestel ternauwernood, via het neusluik, te verlaten. De 5 overige bemanningsleden die achter blijven in het toestel zijn op dat moment al dood, een poging om een van hen naar buiten te krijgen mislukt. De onbestuurbare B-17 zal 20 minuten later in De Bilt neerstorten op het huis van de familie Rijksen. Hierbij komen 3 bewoners om het leven. 

Mills landt rond 15.00u met een gescheurde parachute in een bosrand op de grens van de Koevering en Eerde. Mills ziet hoe vier Duitse jagers in een ‘overwinningsformatie’ laag over hem heen vliegen en hoe op enkele honderden meters afstand een tweede B-17 neerstort in Eerde. Snel is een groep Duitsers op motoren ter plaatse, die een ware klopjacht op hem organiseert. Mills kruipt door een bietenveld in de richting van de Duitsers. De Duitsers verwachten dit niet en lopen op weg naar de bosrand over hem heen. Ze passeren hem op zo’n korte afstand dat hij de modderspatten van hun laarzen in zijn gezicht voelt. Ook is hij erg bang voor een blaffende hond, die zoals later blijkt de Duitsers van de familie Vissers geleend hebben. Na enkele uren lijkt de kust veilig en verplaatst Mills zich met behulp van zijn kompas, het is het enige dat hij nog bezit, naar het zuiden. Hij bereikt ter hoogte van de Koevering de Veghelseweg, de huidige A50.
Op de weg is weinig verkeer. Diverse keren verstopt Mills zich achter bosjes en in sloten. Hij weet niet waar hij neergekomen is en is bang dat hij opgemerkt wordt. Dan verschijnt er uit het niets een jongeman op een fiets. De man op de fiets volgt de Amerikaan en spreekt hem aan. Een gesprek is nauwelijks mogelijk, de man op de fiets spreekt geen Engels. De man biedt Mills aan mee naar zijn huis te gaan. Mills heeft geen keus, zijn ‘emercengy’ pakket is hij tijdens de ongecontroleerde landing kwijt geraakt en hij draagt nog steeds zijn luchtmachtuniform. Onderweg komen ze een paar Duitsers tegen, het deert de fietser niet. Ze fietsen rustig verder. Mills probeert zich met zijn naamplaatje te identificeren, de fietser is niet geïnteresseerd. Hij heeft alleen interesse in de ‘badges’ van de Amerikaan. Tijdens zijn verhoor, na zijn veilige terugkeer, verklaart Mills het volgende over de Nederlanders; ‘I found that the Dutch people, more than others I have met, always want souvenirs’.

Als ze bijna in Rooi zijn, komen ze de broer van de fietser tegen. Mills krijgt de pet van de broer zodat hij minder opvalt. Ze arriveren bij de familie van de fietser. Het grote gezin is bepaald niet blij met de komst van Mills, ze weten zich geen raad. De boosheid richt zich niet op Mills, maar op de fietser. Mills noemt de familie ‘Good Jerry’s’, ze zijn erg vriendelijk tegen hem. Mills verklaart verder dat hij ondervraagd werd door de broer van de fietser. De ondervrager, die Engels spreekt, vraagt naar de identiteit van Mills. Mills laat zijn ‘dog tag’ zien en de ondervrager is gerust gesteld. 

Daarna vertelt de ondervrager iets dat voor mijn zoektocht heel belangrijk was. Volgens Mills betrof het een infanterie officier uit het Nederlandse leger. Verder vertelt hij dat ze weinig voor hem kunnen doen. Mills krijgt uitgebreid te eten en andere kleren. Ze voorzien hem van genoeg eten en drinken voor de komende dagen. Daarnaast krijgt hij rantsoenbonnen voor melk en brood, 20 gulden en een landkaart met daarop ingetekend de veiligste route naar België. Diezelfde avond wordt Mills door drie mannen uit de familie buiten het dorp gebracht. Mills trekt de ‘luchtmacht wings’ van zijn shirt en geeft die aan de fietser als dank voor zijn onmisbare hulp. Twee man gaan hem vooraf, een man volgt hem.

Mills neemt afscheid van zijn begeleiders, op het meest cruciale moment van zijn vlucht is hij geholpen door deze dappere ‘Rooise familie’. Mills staat voor een bijna onmogelijke en gevaarlijke tocht. In zijn eentje zal hij naar België lopen, met uiteindelijke bestemming Gibraltar. Twee dagen later steekt hij bij Borkel en Schaft de grens over. In de buurt van Turnhout komt hij in contact met verzetsmensen van de ‘Comet ontsnappingslijn’. Bijna 2 maanden later arriveert Mills, als enige van de vijf overlevende bemanningsleden, veilig in Gibraltar. Zijn vrouw Anna Lowland, waarmee hij kort van te voren getrouwd was, had ondertussen het bericht ontvangen dat haar man Donald was neergeschoten. Hij werd vermist ‘Missed In Action’, dat beloofde weinig goeds. Zoon Don vertelde me dat moeder Anna er toch alle vertrouwen in had dat haar man Donald veilig terug zou keren. De overige vier overlevenden waren gewond of werden door de Duitsers opgepakt tijdens hun ontsnapping en verbleven tot het einde van de oorlog in krijgsgevangenekampen. 

Wie waren die dappere Rooienaren die Mills geholpen hebben? Dat lees je volgende week!

Welk gezin is dit? Volgende week lees je het in deze krant.