De beflijster
De beflijster Foto: Jan Ebbenn

Beflijster, bergbewoner was op vakantie in Rooi

Natuur Natuur en milieu

Sint-Oedenrode - Een beflijster? U heeft het vogeltje waarschijnlijk nooit gezien. Officieel broeden ze niet in Nederland. Dat maakt deze foto uniek. Onze Rooise vogelfotograaf Jan Ebbenn, kiekte dit mannetje midden in het broedseizoen in de omgeving van het Sterrenbos op land van de familie Van Genugten. Hij had gezelschap van een vrouwtje en ze vlogen ijverig op en neer met voedsel. Waarschijnlijk hebben ze daar gebroed. De waarneming is stilgehouden om ze niet te verstoren.

Door: Peter Verkuijlen

De naam beflijster doet u misschien denken aan vogelvreemde erotische variaties. De foto maakt echter duidelijk dat ie zijn naam ontleent aan de fraaie witte vlek op zijn borst. We houden het er op dat de Nederlandse naamgever het beroep van dominee, rechter of advocaat uitoefende en een vergelijking trok met de eigen beroepskledij. De Latijnse benaming luidt turdus torquatus: lijster met halsketting. De benaming in onze buurlanden zit ook op die lijn: Ringdrossel, Ring ouzel, Merle au plastron. Enkele plaatselijke namen zijn Dûmnylyster (Fries), Kransmerel (Vlaams), Kraagmerel, Dasmannetje (Drenthe).

De beflijster lijkt wat vorm en grootte betreft op een merel. Het menu van de beflijster is hetzelfde als van de merel: wormen, slakken, insecten, bessen en fruit. De verdere leefwijze is totaal anders. Het merelmannetje slooft zich uit met prachtig gezang. De beflijstervrouwtjes zijn gemakkelijker te imponeren. Het mannetje vertrouwt op zijn protserige witte borst en wat schreeuwerig gepiep. De beflijster is een trekvogel. De broedgebieden liggen noordelijk, hoger in de bergen, in Schotland, Noorwegen en Zweden. Zoals bij meer bergvogels (bijvoorbeeld: sneeuwhoen, sneeuwgors) zijn er ook populaties in de berggebieden van Centraal Europa: in de Alpen en op de Balkan. Nesten worden gebouwd in naaldbomen, maar verder noordelijk waar weinig begroeiing, is ook in laag struikgewas of op de grond. 

De kans om een beflijster in levende lijve te zien is niet groot. Ze broeden hier eigenlijk niet en overwinteren doen ze zuidelijker, in het Middellandse Zeegebied. De grootste kans om ze te zien, is tijdens de vogeltrek in het voorjaar en herfst, langs de kust en op de Waddeneilanden. Soms zijn ze ook in het gezelschap van andere “noordelijke” lijsterachtigen zoals kramsvogels en koperwieken. Geschat wordt dat er tussen de 2000 en 10000 exemplaren doortrekken.