Deze eieren vond Mario Bullens als eerste
Deze eieren vond Mario Bullens als eerste

Weidevogelgroep Jekschot vindt eerste wulpen-ei

Natuur Natuur en milieu

Sint-Oedenrode - Weidevogelgroep(WVG) Jekschot heeft met de vondst van het eerste wulpen-ei van Brabant een goed vervolg gegeven aan haar activiteiten die ertoe bij moeten dragen om de stand van de weidevogels in het gebied op z’n minst op niveau te houden, maar liever nog, te verbeteren. Mario Bullens, al jarenlang lid, was afgelopen vrijdag 26 maart de ‘gelukkige’. Hij vond het legsel in Jekschot op een graslandperceel.

Al jarenlang gaat het slecht met weidevogels in Nederland. Ook hier in Brabant. De oorzaken zijn divers en niet simpel met een draai aan een knop te verhelpen. In willekeurige volgorde: klimaatverandering (droogte in en na broedtijd), grootschalige landbouw (monocultuur) en predatie zorgen voor een grote achteruitgang van de weidevogels. De afgelopen twee jaar bijvoorbeeld hebben we te maken gehad met een zeer warm en droog voorjaar. Net in de periode dat de kuikens uit het ei komen. De warmte veroorzaakt dat het broedproces minder loopt (het ei en het groeiende kuiken hebben vocht nodig) waardoor het uitkomstpercentage (flink) daalt. Lukt het toch heelhuids uit het ei te komen, dan wacht het volgende probleem: eten. Maar helaas, door de grote droogte zijn er geen of slechts weinig insecten en kleine wormpjes. Gebieden met monocultuur bevorderen de aanwezigheid van insecten en wormpjes zeker niet.
Water is dus onmisbaar in die periode. Om de kuikens vliegensvlug te krijgen zal er meer vernatting moeten zijn. Op diverse plaatsen in Brabant wordt er door het Brabants Landschap daarom ook gewerkt aan het ‘anders inrichten’ van de gronden (greppels bijvoorbeeld) om meer drassigheid te creëren. Water uit de hemel is in principe natuurlijk ook te gebruiken. Als het in de goede vorm ‘aangeleverd’ wordt tenminste. Als kuiken zit je er ook niet op te kijken dat er fikse stortbuien vallen of hagel- en sneeuwbuien bij temperaturen onder nul. Zeker niet bevorderlijk voor het overleven van het jonge grut.
Ook predatie is genoemd als een van de oorzaken van de achteruitgang van de weidevogels. Dat begint al in de leg- en broedtijd. Kandidaten genoeg. Wat te denken van kraaiachtigen, dassen en vossen, om er enkele te noemen. Al ruim 25 jaar worden door vrijwilligers werkzaamheden verricht om de achteruitgang van de weidevogels op z’n minst te stoppen. Het begint bij het markeren van de legsels (nesten). Door een goede samenwerking met de grondeigenaren (laten we ze maar boeren noemen) en de loonwerkers die de percelen bewerken, kunnen de nesten worden beschermd. Bijvoorbeeld door om de markering heen te rijden en dus stukken grond (met daarop het nest met de eieren) niet te bewerken. Het kan ook anders. Zo wordt een compleet legsel bijvoorbeeld via mandjes tijdelijk verlegd en na afloop van de bewerking weer op de oorspronkelijke plaats teruggelegd. Dat zoiets veel werk met zich mee brengt spreekt voor zich. Maar gelukkig hebben heel veel vrijwilligers en grondeigenaren en -bewerkers er dit voor over. Het is overigens goed om te weten dat de boeren financieel ondersteund worden als ze deelnemen aan een ‘weidevogelproject’.

Heeft u interesse in deelname aan activiteiten? Ook al bent u helemaal ‘leek’, geen probleem. Er worden diverse cursussen verzorgd om wat kennis op te doen. Voor meer informatie kunt u terecht bij: Bert de Koning, coördinator Weidevogelgroep Jekschot. Tel.: 06-5761754 of mail: lkoning3@kpnmail.nl

Mario Bullens wijst 'zijn' ei aan.