Frans aan het werk op het politieloket in het gemeentehuis
Frans aan het werk op het politieloket in het gemeentehuis Foto: Hans van den Wijngaard

Uit de oude doos: interview met wijkagent Frans

Human Interest Human interest

Sint-Oedenrode - Met regelmaat duiken we op deze website in de oude doos. Ook dit keer trekken we een mooi ‘oud’ interview van stal.

Op 2 april wordt Frans van Rozendaal 62 jaar. Dan is hij ook bijna 44 jaar in dienst van de politie. Tijd om zijn uniform, legitimatie en dienstwapen in te leveren en aan een nieuwe levensfase te beginnen. De laatste vijftien jaar van zijn loopbaan was Frans wijkagent in Sint-Oedenrode. “Dat was het mooiste deel van mijn loopbaan”, vertelt hij in een openhartig interview met DeMooiRooiKrant op een van zijn laatste actieve politiedagen.

Frans werd in 1957 in Schijndel geboren en woonde ongeveer zijn hele leven in ons buurdorp. Na de middelbare school ging hij in 1975 naar de politieschool in Leusden en na het afronden van zijn opleiding trad Frans in dienst bij de gemeentepolitie in Leiden. Dat hij Brabant niet kon missen bleek al snel, want na drie jaar Leiden werd Frans aangenomen bij de gemeentepolitie van Eindhoven. In die stad deed hij ervaring op in het centrum en in Eindhoven Zuid. Van Rozendaal maakte daarna nog een keer de overstap naar Boxtel. Van de vijfde stad van Nederland naar het kleinste gemeentepolitiekorps van Nederland Boxtel. Met de grote reorganisatie van de Nederlandse politie in 1994, waarbij Rijks- en Gemeentepolitie fuseerden tot de Nationale Politie, kwam Frans in dienst van het district Aa en Dommel, waarvan Sint-Oedenrode samen met Schijndel, Boxtel, Sint-Michielsgestel en Vught deel uitmaakte. Sinds 2004 is Frans van Rozendaal wijkagent in Sint-Oedenrode.

Frans was zo ongeveer zijn hele loopbaan in dienst ‘op straat’. “Daar voelde ik me vrij als een vis in het water. In Boxtel hebben ze me gevraagd om bij de recherche te komen. Ik heb daar een jaar recherchewerk gedaan, maar ik was maar wat blij toen er weer een functie vacant kwam in de straatdienst. Op straat ligt mijn hart, direct met mensen in contact komen en behulpzaam zijn”, vertelt de agent in hart en nieren.

“In mijn beginjaren moest je hard zijn, niet grienen als je na een inzet ergens mee zat.”

Ook een agent is een mens
Er is in de 44 jaar dat Frans van Rozendaal bij de politie werkte veel veranderd. Met name op het sociale vlak binnen de politie is er veel veranderd in die jaren. “In mijn beginjaren moest je hard zijn, niet grienen als je na een inzet ergens mee zat. Je was een politieagent en die laten zich niet kennen, dat was in die tijd de cultuur. Gelukkig is dat veranderd, nu hebben we een bedrijfsopvanggroep. Ik heb zelf ook vijf jaar van die groep deel uitgemaakt. Als collega’s nu een traumatische inzet hebben gehad, zoals bijvoorbeeld hulpverlening bij een ernstig ongeluk, maar ook als een collega tijdens zijn werk ernstig gewond is geraakt, dan hebben we na afloop altijd een debriefing. Dan kan iedereen daar zijn ei kwijt en vertellen wat hem of haar heeft aangegrepen en tijdens de debriefing sluit ook een collega van de bedrijfsopvanggroep aan. Ik ben blij dat die cultuur veranderd is, politiemensen zijn ook gewoon van vlees en bloed. Maar ik moet zeker mijn eigen vrouw niet vergeten, ook zij heeft altijd een luisterend oor als ik tijdens mijn werk iets ernstigs heb meegemaakt.”

Wijkagent in Sint-Oedenrode
Sinds 2004 is Frans wijkagent in Sint-Oedenrode. “Toen mijn voorganger, Bas Goedejohan, een andere functie kreeg binnen de politie, ben ik eerst een halfjaar waarnemend wijkagent geweest. Daarna werd ik de vaste wijkagent van Sint-Oedenrode. Daarvoor was het noodzakelijk dat ik vanuit het team Boxtel naar het team Schijndel werd overgeplaatst. Ik heb daar wel even over na moeten denken. Ik woonde in Schijndel en leidde daar mijn maatschappelijke leven. Ik wist toen niet goed of het wel verstandig was om als agent te werken tussen de mensen die je in andere omstandigheden goed kent. Maar ik ben achteraf blij dat ik die keuze heb gemaakt. Het werken in een omgeving met bekenden maakte het werk gemakkelijker. De mensen waren veel eerder geneigd om iets van me aan te nemen, merkte ik al vrij snel.”

“Negatieve kanten van het wonen in de plaats waar ik ook werkte kan ik eigenlijk niet opnoemen. Er heeft nooit iemand boos bij mij thuis aangebeld. Natuurlijk is het anders als je een bekende aan moet spreken op een overtreding, dan wanneer het een vreemde is. Maar als iemand die ik goed ken bijvoorbeeld met drank op rijdt, dan houd ik hem ook aan net als een ander. Daar kun je echt geen verschil in maken.”

“Natuurlijk kende ik Sint-Oedenrode al, maar als wijkagent moest ik toch een compleet nieuw netwerk gaan opbouwen. Ik leerde er mensen kennen bij de gemeente, in de horeca en bij de verschillende ondernemersverenigingen. Maar ook andere maatschappelijke organisaties maken deel uit van het netwerk van een wijkagent. Denk daarbij aan de GGD, Novadic, Jeugd- en Jongerenwerk en ook maatschappelijk werk. Met veel van deze organisaties hebben we als wijkagenten elke zes weken een gezamenlijk overleg. Dat is een van de mooie dingen in mijn werk, samen met deze mensen doen we ons best om iemand die het moeilijk heeft weer op pad te helpen. Ik kan je vertellen dat er ook in Sint-Oedenrode best wel verborgen ellende is. Ik vind het echt mooi dat ik er een bijdrage aan heb kunnen leveren om dat te verminderen.”

“Ik kan je vertellen dat er ook in Sint-Oedenrode best wel verborgen ellende is”

Burgerparticipatie
Iets anders waar Frans met gepaste trots op terug kan kijken is burgerparticipatie. “Samen met Anita van Erp, die ook vele jaren als wijkagent in Rooi werkte, hebben we met betrokken inwoners wijkteams opgezet. Samen met deze mensen doen we elk jaar ‘het donkere dagen offensief’. Tegen het einde van het jaar, als de avonden weer langer worden, lopen we door een wijk en maken er bewoners op attent hoe gemakkelijk het is om bij hen binnen te komen. De vrijwilligers die regelmatig door de wijken lopen zijn te herkennen aan hun gele hesjes. Deze mensen hebben zeker niet als taak om boeven te vangen. Maar het is wel bekend dat als mensen met kwade bedoelingen in een wijk rondrijden en ze zien zo’n team, dat ze die wijk zo snel mogelijk achter zich laten.”

Frans vervolgt zijn verhaal: “De burgervrijwilligers zijn niet alleen de oren en ogen van de politie, het instrument is ook heel hard nodig omdat er door de bezuinigingen veel minder politie op straat is dan dertig jaar geleden. In de tijd van de Rijkspolitie had Sint-Oedenrode een eigen politiepost met vijfentwintig mensen. Er waren in Rooi toen bijna altijd twee wagens op de weg, dat is nu echt niet meer. We zijn dan als politie ook maar wat blij met de burgerparticipatie die er nu is. Zoals gezegd, we verwachten zeker niet dat burgers boeven gaan vangen, sterker nog: dat willen we niet eens. Maar onlangs was er nog een geval waarbij een van de burgervrijwilligers ons wees op iemand die in de wijk enorm aan het vereenzamen was. Dankzij die extra ogen en oren hebben we daar misschien wel een drama kunnen voorkomen door de juiste hulpverlening daarover te informeren.”

Politie op de kaart zetten
“Een van de dingen die ik belangrijk vind en altijd belangrijk heb gevonden, is dat de politie zichzelf positief op de kaart zet. Ik heb daar zelf altijd mijn best voor gedaan; bijvoorbeeld als we als politie bij een evenement een rol konden spelen, dan deden we dat, mits de tijd het toeliet. Zo hebben Anouk en ik onlangs nog bij de intocht van Sinterklaas in Olland een bijdrage geleverd. Iemand had het lef om de staf van Sinterklaas te stelen. Samen met de Zwarte Pieten hebben we de ‘boef’ aangehouden. Met zulke bijdragen kweek je enorm veel goodwill bij de ouders en kinderen. Maar dat geldt overigens niet alleen voor mij, ook mijn collega’s doen dat. Zo heeft collega wijkagent Sjors Verbruggen tijdens de SamenLoop voor Hoop in september nog een groot aantal collega’s gemobiliseerd om als team mee te lopen”, vertelt Frans vol enthousiasme.

Pensioen
Ondanks dat Frans eigenlijk nooit met tegenzin naar zijn werk is gegaan, ziet hij toch uit naar het pensioen. “Ik werk nu nog een paar dagen en ga dan mijn vakantiedagen opmaken. Eind maart maak ik dan nog een rondje langs de mensen waar ik in de afgelopen vijftien jaar mee heb gewerkt en daarna lever ik mijn spullen in. Daarna wil ik heel veel leuke dingen gaan doen. Ik ben trainer van een jeugdteam van voetbalclub Avanti, daar kan ik dan meer tijd aan besteden, en ik zal ook zeker vaak gaan mountainbiken en tennissen. Maar omdat mijn vrouw nog werkt, zal ik ook een deel van het huishoudelijke werk op me gaan nemen, werken in de tuin, schoonmaken en natuurlijk eten koken.”

“Ja, wat heb ik Rooi nog te vertellen?”, herhaalt Frans. “Die vraag had ik niet verwacht, daar moet ik even over nadenken. Ik heb in de stad gewerkt en ik heb in dorpen gewerkt. Natuurlijk kende ik Rooi al een beetje, maar ik heb Rooi de afgelopen vijftien jaar leren kennen als een dorp met een dorpse mentaliteit. Daar houd ik van. Dat is iets dat Rooi ook vast moet houden. Jullie wonen in een mooi dorp en ik zal er zeker nog regelmatig doorheen fietsen en een terrasje pakken. Vanzelfsprekend ben ik er met Rooi kermis weer gewoon bij. Wijkagent in Rooi mogen zijn is een van de mooie dingen die me bij de politie zijn overkomen. En ik wens mijn collega wijkagenten Anouk van Eijck en Sjors Verbruggen, samen met mijn opvolger Dirk Meijer, veel werkplezier in Rooi toe.”

“Ik mocht wijkagent in een fantastisch dorp zijn”