Afbeelding

Rooise Ien

Column Column

Tijdens het weekend van het varken mag je gewoonlijk geen varkentje wassen. Wel word je vriendelijk uitgenodigd om de Rooise open stal te bezoeken. Je kunt er varkens van voren naar achteren en van boven tot onderen bewonderen. En de biggetjes knuffelen. Het hele gezin kan zich prima vermaken op het boerenerf. Ieder ziet met eigen ogen dat de roze brigade een goed leven heeft.

Weet je dat deze dieren in bepaalde opzichten op mensen lijken. Of is het andersom: lijken mensen op varkens? Daar ben ik nog niet uit. Qua gewicht, omvang en bijvoorbeeld afmetingen van organen schijnen mens en varken vergelijkbaar te zijn. De hartkleppen zouden feilloos in ons mensenlijf te passen. Zijn het onze redders in nood? Raar idee trouwens. Geen wonder dat varkens best slim uit hun priemende oogjes kijken. Ook mooi vergelijkingsmateriaal. Met sommige mensen dan!

Gelukkig zijn er ook verschillen. Stel je voor, dat wij mensen met zo'n guitig krulstaartje zouden rondlopen. Met een platte neus en spitse roze rechtopstaande oortjes. Dat we ons op vier van die korte varkenspootjes moesten voortbewegen. Niet zo elegant. Ik zie het voor me, zo'n beer van een vent die op kantoor aankomt, op zijn directiestoel plaatsneemt op zijn dikke roze billen en eens flink knort als er iemand bij hem in de buurt komt. Of een schattig biggetje in een wiegje waar we ons knorrend van plezier overheen buigen.

In Rooi wonen er welhaast net zoveel varkens als mensen. Varkens houden is 'vet'. Er wordt zo veel vlees geproduceerd omdat de bevolking jaarlijks heel wat dieren verorbert. Het is spekkie naar Nederlands bekkie. En het spekt de kas van veehouders, slagers, supermarkten, restaurants en snackbars. Goed voor hun spaarvarkentje.

En ja, het varken is inderdaad een belangrijke leverancier van voedsel. Een karbonade of een stuk worst op zijn tijd, ribbetjes om af te kluiven en de ultieme nieuwe lekkernij zijn de heerlijk malse varkenswangetjes. Waarom die dan niet gewoon wangen worden genoemd? Nee, wangetjes klinkt zoveel liever en onschuldiger.

Ondanks alle waardering voor ons nationale varken heb ik tijdens het open-stalbezoek nog niemand zo gek gezien om parels voor de zwijnen te gooien. Wel veel ander ondefinieerbaar spul. Denk nou niet dat ik de pest aan varkens heb, maar van mij mogen ze in de modder rollen en vrolijk verder knorren in plaats van gemarineerd, geroosterd, bekokstoofd, gehakt, of gespietst aan een satéprikker, op de eettafel te belanden. Sowieso is het beter als we allemaal eens vaker het vlees weglaten bij de maaltijd. We hebben het niet nodig. Er zijn goede alternatieven.

Je kunt je voorstellen dat ik in XXL-stallen en enorme varkensflats niet mijn favoriete toekomstbeelden zie. Zeker niet in het Rooise landschap, waar nu al zo'n grote varkensdichtheid is. Onze landbouwminister is voorstander van de natuurlijke kringloop in het boerenbedrijf. Daarover nadenken kan zeker geen kwaad.

Over enkele maanden ga ik stilletjes genieten van een heel klein stalletje, met een os en een ezel, Maria en Jozef en in een kribbe een heel klein roze hummeltje. In hun nabijheid de herders met de schapen. En dan komen de wijzen uit het oosten met al hun pareltjes van schatten, goud, wierook en mirre. En die wijzen wisten het al veel langer. Elk varken – en ja, ook het allergrootste feestvarken - kan ze gewoon gestolen worden.

Rooise Ien