Een klein dorp in een grote oorlog (deel 8)

Sint-Oedenrode - De werkelijke strijd is grotendeels aan Sint-Oedenrode voorbij gegaan. Bij de Ollandseweg is geschoten en op de Sloef zijn bij een achterhoedegevecht vijf militairen gesneuveld, onder wie soldaat Jozef Schrijnemaekers, de soldaat die Toon tijdens de terugtocht van De Rips naar Beek en Donk kort leerde kennen. Naast Schrijnemaekers uit Amsterdam zijn de doden Adriaan Doolaard uit Oud-Beijerland, Jan Mourik uit Krimpen aan den IJsel, Cornelis Schoone uit het West-Brabantse Standdaarbuiten en Cornelis van 't Hof uit Heinenoord. Voor deze militairen is er een veldgraf in de bogaard van de familie Van Acht aan de Sloef vlak bij de plaats waar de jongens sneuvelden (1).

HOOFDSTUK 8: GORDIJNEN DICHT EN ETEN OP DE BON

Toon mag van geluk spreken dat Ties hem bij Kamp Oda zag en dat Bert van Rooij hem hielp bij de ontsnapping uit krijgsgevangenschap. Enkele dagen later zijn de andere gevangenen door de Duitsers met de trein naar Duitsland gestuurd. Ze moesten te voet naar Best marcheren. De geruchten gaan dat ze naar een krijgsgevangenkamp bij de Poolse grens zijn gebracht. Als dat inderdaad zo is, dan was vandaaruit ontsnappen nagenoeg onmogelijk geweest, realiseert Toon zich. Nadat de 'Kampftruppen (2)' Rooi hebben verlaten, durft Toon zich ook weer vrij op straat te bewegen en hoeft hij geen gevaar meer te vrezen.
Voor Gerda Wijn duurt de onzekerheid voort. Sinds dat haar man Gerard in de ochtend van 10 mei van huis is vertrokken, heeft ze alleen maar gehoord dat hij zich in Veghel moest melden. Ook bij het Rode Kruis kunnen ze haar geen informatie geven over de verblijfplaats van Gerard. Zou hij gesneuveld zijn of is hij krijgsgevangen gemaakt? Niemand die het haar kan vertellen. In al haar onzekerheid is ze met haar dochters naar haar schoonouders in Meerveldhoven vertrokken.

Lees verder in DeMooiRooiKrant van komende week