Afbeelding

Rooise Ien

Algemeen

Sint-Oedenrode - Zalig! Zomermaanden zonder zorgen. In de ochtend is het eerste wat ik doe de tuindeuren met een zwaai opengooien. Dan de frisse lucht diep inademen terwijl ik een paar tai chi bewegingen uitvoer, goed voor de zachte kracht van het stramme lijf. Wat volgt is het bewonderen van onze kleurrijke bloementuin en dan een smakelijk ontbijt, met mijn krant … een krant? Niks krant. Ach ja, onze vaste bezorgster heeft een keurig briefje in de bus gedaan dat er tijdens haar vakantie vervangende bezorging is geregeld. Met een diepe frons denk ik terug aan juli vorig jaar. Wát er toen ook beloofd was, de krant kwam vooralsnog niet in de bus. Maandag niet, dinsdag niet. Hm, ik heb het toch gemeld? Woensdag, tja, ik weet nog dat het even duurde voordat het weer in orde kwam.

Het zal toch niet zo zijn dat deze zomer weer dit duur betaalde leesvoer aan mijn Rooise deur voorbij gaat? En dat mijn ontspannen zomerstemming als een blad aan de boom omslaat bij elke keer dat er een groot gat in mijn brievenbus gaapt; daar waar eigenlijk mijn met zorg gedrukte en opgevouwen lijfblad dient te zitten. Wachtend op mijn aandacht, mijn leeshonger.

Juli dit jaar. Maandag, blote trippeltrappelvoeten richting de brievenbus. Niks … Dinsdag, vroeg wakker, nieuwsgierig naar beneden, mis. Woensdag boze stappen, donderdag een harde schreeuw, intussen telefoongesprekken, advies om digitaal te gaan lezen en beloftes, hoop en verwachting, maar nee … vrijdag nop. Op zaterdag - ten einde raad – zelf een oplossing bedenken. De pratende en luisterende krantenmevrouw die ik pas aan de lijn krijg als ik kies voor de optie 'ik wil de krant opzeggen' beweert dat de krant op nummer acht wordt bezorgd. Maar … ze zal het nog eens nakijken.

De daaropvolgende maandag, buurman groet vriendelijk. 'Zeg buurman', zeg ik 'is er vorig jaar niet een keer onze krant in jouw brievenbus bezorgd?'. 'Kan zijn', zegt hij welwillend 'maar nou krijg ik hem al een paar dagen gratis op zicht'.  'O jee, het is weer zover' is mijn reactie. 'Dus jij ontvangt al een week lang onze krant'. 'Nou, voor mij niet erg' antwoordt de buurman. Terwijl ik dagelijks de klachtenlijn blijf bellen - 'onze buren hebben nummer 8a en wij nummer 8, kunnen jullie dat nou echt niet regelen?' - haal ik nu elke dag mijn eigen krant bij de buurman op.

Een laatste poging om eind tweede week een ochtendkrant in mijn eigen bus te krijgen. Ik schrijf een duidelijke brief met instructies voor de krantenbezorger, vraag of ik die op buurman zijn brievenbus mag plakken en in het nachtelijk donker plak ik hem strategisch dicht. Dit kan echt niet meer misgaan. Het wordt ochtend. 'Krant, ik heb je', bolder ik van de trap, maar nee. Toch weer niet. Na een uur komt de buurman aan de deur. 'Sorry mensen, ik zag vanmorgen dat jullie krant niet bij mij op de mat lag, dus ik dacht dattie nou eindelijk bij jullie was bezorgd. Wat denk je? Ik haal de instructies van de deur, gooi die weg, en plof … warempel, daar is toch nog de krantenman. En weer op mijn deurmat gemikt.' Met de belofte dat hij zelf die avond de instructies opnieuw ophangt ga ik een onrustige nacht tegemoet. Ik blijf hopen op goed nieuws.

Rooise Ien