Afbeelding

Foto van de maand

Algemeen

Sint-Oedenrode - Manja van der Heijden van FotoclubRooi heeft een workshop gevolgd die zich richtte op het gebruik van lange sluitertijden, dat wil zeggen op het maken van foto's die gedurende een relatief lange tijd worden belicht. Bijgaande foto is gemaakt met een sluitertijd van 10 seconden. Normaal ligt de sluitertijd tussen 1/60e en 1/500e seconde.

Door: Hans Vervloed

Naar aanleiding van de workshopheeft ze tegen de avond een sfeerplaatje gemaakt aan de Zeeuwse kust. Je ziet de gevolgen van de lange sluitertijd. De golven zijn vervaagd tot wattige wolkjes en het zand van het strand heeft de vorm van een nevel aangenomen. Alles wat op de foto kon bewegen is in de 10 seconden dat de opname duurde vervaagd. De palen, die tezamen een paalhoofd vormen, lijken op het verstoven zand te zweven.
De zachte vormen en de blauwachtige tint geven aan dit zeegezicht een onwerkelijke uitstraling.

De palen zijn echter scherp in beeld gebracht en voeren de blijk van de toeschouwer van de linkerhoek in het beeld naar de strakke horizon. Een horizon overigens die niet in het midden van de foto ligt, maar op ongeveer 1/3e deel van boven. Dat klinkt als iets onbelangrijks, maar dat is het niet. Een horizon die midden in het beeld ligt splitst de foto in twee helften, zodat dikwijls een onrustig beeld ontstaat. Bovendien loopt de horizon kaarsrecht door het beeld. Meestal is een scheve horizon op (vakantie-)foto's een echter spelbederver en dat zou het in deze foto zeker ook zijn geweest. Kortom: de foto zou prima dienst kunnen doen als poster op de slaapkamer en dat is beslist niet laatdunkend bedoeld.

Nog even over een lange sluitertijd, want die kun je natuurlijk alleen gebruiken als er weinig licht in de lens valt. Bij avond- of nachtopnamen is er in de regel al zo weinig licht dat je wel lang moet belichten. Als er te veel licht is om een opname te maken bij 1 of meer seconden, kun je proberen het diafragma (de lensopening) zoveel mogelijk dicht te draaien (naar het hoogste getal, bijvoorbeeld 22). Maar overdag helpt je dat in de regel niet veel. Het enige wat er dan nog op zit is het gebruik van een "grijsfilter". Die zijn er in verschillende sterktes. Hoe donkerder de filter is, des te meer licht hij tegenhoudt. Daarmee kun je overdag het water van een fontein of van een stromende rivier mooi vloeiend vastleggen.

TIP. Experimenteer ook eens met lange sluitertijden en leg daarmee beweging in je foto's vast, zonder die te "bevriezen". Gebruik bij opnames met een lange sluitertijd een statief, anders worden de stilstaande voorwerpen ook bewogen. De meeste camera's meten een sluitertijd van 30 seconden nog automatisch. Als dat te kort is moet je zelf inschatten wat een juiste tijd is. Zet de camera dan op B (bulb), druk de ontspanknop in en laat die los als je denkt dat je in de buurt van een juiste tijd zit. Begin met diafragma 8, dan vormen de (eventuele) lichtjes in je onderwerp sterretjes. Het zal niet altijd lukken, maar als het lukt ben je er zeker gelukkig mee!