Afbeelding

'Mijn keuze om mijn leven aan God te wijden voel en beleef ik elk moment'

Algemeen

Sint-Oedenrode - Pater Pushpa Raj Antonysamy (37) is priester in het pastoraal team van de Heilige Odaparochie met vijf kerken in Olland, Nijnsel, Sint-Oedenrode, Son en Breugel. Hij kwam in 2011 vanuit India naar Nederland om vanuit de Sint Jan in Den Bosch het bisdom te helpen met het priestertekort. Een jaar later werd hij overgeplaatst naar Sint-Oedenrode. Hij werd geboren in het dorpje Varadarajanpet, volgde de priesteropleiding in zijn hindoestaanse geboorteland, waar rooms-katholieken sterk in de minderheid zijn. Werd in 2005 tot priester gewijd en benoemd tot parochiepastoor in Andra Predesh voor de sacramentele en pastorale zorg van vijfhonderd gelovigen in vijf verschillende dorpen zo'n twintig kilometer van elkaar verwijderd. Hij spreekt en verstaat redelijk Nederlands, maar een interview van dik twee uur verloopt desondanks vrij moeizaam. Sommige uitdrukkingen en woorden zijn hem vreemd. Hij is de vriendelijkheid zelve, lacht voortdurend minzaam, drukt beide handen in de mijne bij de begroeting en het afscheid. Hij is opvallend nederig, stelt zich volledig in dienst van God, de paus, de bisschop en zijn missiecongregatie. Op nagenoeg elk plekje in zijn huis in de Nijnselse Hortensiastraat én in zijn Suzuki Swift op de oprit hangen, staan of liggen rozenkransen, beelden en beeldjes, schilderijen en schilderijtjes, foto's en plaatjes van heiligen en pausen. Een leeg wijwatervaatje bij de kamerdeur. Hij ontvangt me in een stemmig grijs streepjeskostuum met bijpassend hemd dat rond de hals eindigt in een hagelwit boordje.

Door Jan H.F. van der Heyden

Ik wilde van pater Pushpa Raj - dat is zijn voornaam in het Indiase Sanskriet en betekent letterlijk 'koning der bloemen' - de verschillen horen tussen India en Nederland in het geloof en de geloofsbeleving. Maar Pushpa Raj schrikt daarvoor terug. 'Verschil maken wil ik niet. Ik wil niet oordelen.'
Pushpa Rai komt uit een gezin van zes kinderen. Zijn vader is 25 jaar geleden overleden. Zijn jongste broer Francis (30) werkt als priester in India. Twee 'priesterzonen' binnen één gezin. Ik vraag of hij daarvoor een mogelijke verklaring heeft. 'Ik was vijftien toen ik besloot mijn toekomst aan God te wijden. Mijn broer wilde mij navolgen om zich aan God te wijden. Ik was zijn voorbeeld.'
Wat bedoelt u met 'toekomst aan God wijden'?
'Dienaar van God te zijn.'
Is dat een 'roeping'?
'Mijn keuze om mijn hele leven aan God te wijden voel en beleef ik elk moment.'
Met zo'n keuze ontzegt u uzelf nogal wat. U leidt een celibatair leven bijvoorbeeld.
'Ik heb al vóór die keuze besloten dat een leven in dienst van God goed en beter is, belangrijker, een betere keuze. Ik voel geen tekort. Ik ben blij en dankbaar dat ik die keuze heb gemaakt. In de opleiding ben ik getraind om deze keuze waar te maken, om blij en gelukkig te zijn.'

'Iets kleins kan groot zijn in de ogen van God.'


Op de site van de H. Odaparochie stelt u zichzelf voor met o.m. het volgende statement: "De kracht van mijn priesterschap is vol vertrouwen in de geest van Jezus Christus en in navolging van Sint Theresia van Lisieux, graag iets kleins doen dat goed is in Gods ogen." Wat bedoelt u met 'graag iets kleins doen'?
'Een klein gebaar. Iemand helpen, met iemand praten. Iets kleins kan groot zijn in de ogen van God.'
U behoort tot de missiecongregatie 'Heralds of Good News'. De afkorting ervan, HGN, vermeldt u achter uw naam. Waarom?
'Heralds of Good News' betekent 'Verkondigers van het goede nieuws'. Ik ben een verkondiger van het goede nieuws.'
En wat is het goede nieuws?
'Het evangelie van Jezus.'

'Sommige mensen denken dat geloof en geloven ouderwets is.'

In een preek sprak u over 'roepingen' en stelde toen 'dat onze samenleving steeds meer van God lijkt los te raken.' Hoe komt dat, denkt u?
'Ik denk door het modernisme. Sommige mensen denken dat geloof en geloven ouderwets is. Men wil graag modern zijn.'
En wat is daaraan te doen?
'Jezus navolgen.'
Door wie?
'Door iedereen.'
In diezelfde preek zei u ook 'dat er priesters nodig zijn om de stem van God voor ons te vertolken.' Maar er zijn en komen steeds minder priesters. Hoe gaat het dan met het vertolken van die stem van God?
'Iedere katholiek heeft door het doopsel een roeping gekregen. U ook. U heeft ook de stem van God te vertolken door bijvoorbeeld een goede vader te zijn. Katholieken hebben een roeping om in hun leven God een plaats te geven.'
U wordt gekenschetst als 'erg sociaal en zeer betrokken bij en actief in de gemeenschap.' Waaruit blijkt dat?
'Ik probeer bij de mensen te zijn als ik kan. Ergens aanwezig zijn, bijvoorbeeld bij feesten, kermis, carnaval, sporten. Ik kijk naar de sportende jeugd op de velden. Waar de gemeenschap is, probeer ik aanwezig te zijn. Ik doe mee aan de Rooise Fietsvierdaagse en aan de Wandelvierdaagse. Maar de prioriteit ligt natuurlijk bij de parochie.'
U beschouwt de kerk eerder als 'samenwerkende mensen in al hun diversiteit dan als instituut', vertelde men mij. Klopt dat?
'Ja.'
Hoe ervaart u het werken in een vreemd land als Nederland?
'Ik ben missiepater. Ik ben gewend om te werken en te wonen overal in de wereld.'
Wat is voor u vreemd in Nederland?
'De kou. In India is het elke dag zo rond de veertig graden. En carnaval, maar dat bedoel ik niet negatief, hoor!

'In Nederland kan men zich overal voor verzekeren. Dat bestaat in India niet.'

Werken in een vreemde cultuur. Wat is voor u vreemd in de cultuur van Nederland?
'In Nederland kan men zich overal voor verzekeren, financieel bedoel ik. Dat kan in India niet, bestaat niet zoiets. Ik begrijp dat elk land zijn eigen situaties heeft.'
Ziet u verschillen tussen het werk van een Indiase priester en een Nederlandse priester?
'Nee, geen grote verschillen. Wij zijn de lokale leiders van de kerk. In India en in Nederland.'

Ik besluit het gesprek over een andere boeg te gooien. U werkte in de Sint Jan in Den Bosch. Kent u het carnavalslied 'Onze ouwe Sint Jan'?
'Dat heb ik wel gehoord, ja, maar ik kon het niet onthouden.'
Hoe vindt u het dat een carnavalslied wordt geschreven over een kerk in Den Bosch?
'De mensen houden van die stad en van de kathedraal. De Sint Jan is in het hart van Den Bosch. Van overal kun je de Sint Jan zien.'
U heeft autorijles gehaald in Sint-Oedenrode. Hoeveel lessen had u nodig?
'Vijftig. Moeilijk. In India rijden ze links, hier rechts. In India had ik ook al een rijbewijs, maar geen auto, wel een brommer. Nederland is een veilig land in vergelijking met India. Ik heb respect voor de verkeersregels in Nederland.'
En inmiddels ook in het bezit van een auto?
'Ja, een Suzuki Swift.'
Hoe kijkt u naar de Rooise gemeenschap?
'Een mooie gemeenschap.'
Kunt u daarover misschien iets meer zeggen?
'Mensen zijn sociaal en vriendelijk. Zal ik u eens wat vertellen? Door de naam van de krant 'Midden Brabant' dacht ik dat Rooi in het midden van Brabant lag en dat Rooi in het hart van het bisdom lag. Dat zei ik ook altijd tegen pastoor Vincent Blom: "Onze parochie is het hart van het bisdom!"'
Maar die krant bestaat niet meer. Het is nu "DeMooiRooiKrant". Wat vindt u dan van die naam?
'Klinkt zo mooi: mooi Rooi. "Mooi Rooi", zeg ik ook altijd zoals de naam van de krant. Ik vind het mooi hier. En ook mooi Schijndel en mooi Son.'
Leeft uw moeder nog?
'Ja.'
Hoe oud is ze?
'65.'
Hoe vaak ziet u haar nog?
'Een keer per jaar.'
Weleens heimwee naar India?
'Nee. Ik bel regelmatig naar India. Met mijn moeder, mijn broers, neven en nichten.'

'Ik maak fietstochten van twintig kilometer rond al die kapelletjes. Heel mooi, die kapelletjes.'

Hoe brengt u hier uw vrije tijd door? Hoe vermaakt u zich?
'Ik luister graag naar klassieke muziek en kijk naar de sporten. Ik wandel, loop hard en fiets. Hardlopen doe ik een rondje om Nijnsel en fietstochten maak ik van twintig kilometer rond al die kapelletjes. Heel mooi, die kapelletjes.'
Kent uw leven hoogtepunten?
'Dat ik priester ben.'
Dieptepunten?
'Het overlijden van mijn vader.'
Heeft u weleens beproevingen doorstaan?
'Nee, die heb ik niet.'
Teleurstellingen?
'Nee, altijd positief blijven.'
Hoe gaat u met emoties om?
'Die horen bij het leven.'
Wat is uw dierbaarste herinnering?
'De wijding van mijzelf en van mijn broer.'
Heeft u nog wensen of idealen?
'Nee. Ik ben heel gelukkig hier.'

We sluiten het gesprek af en maken ons op voor het maken van foto's. Pater Pushpa Raj grijpt in zijn binnenzak naar een haarborstel en strijkt zijn gitzwarte haarbos nóg strakker. Bij het afscheid vraagt hij nieuwsgierig wanneer het interview wordt gepubliceerd.