Lambert Verhoeven
Lambert Verhoeven

Hoop op een vreedzame wereld is de kerstgedachte van Lambert Verhoeven

Algemeen

Ook Lambert Verhoeven (64) uit Nijnsel wond zich hevig op toen hij die vrijdagavond, 13 november, naar de bloedige IS-aanslagen in Parijs keek. Maar nóg bozer werd hij kort daarna op de Franse president Hollande en andere gezagsdragers die schreeuwden om wraak en slechts een paar uren later de daad bij het woord voegden met bommen op Irak en Syrië. 'Want dat is niet de oplossing,' vindt Verhoeven.
Omdat hij beroepshalve goed is met pen en papier, koelde hij zijn woede af met een vlammend opiniestuk in het Eindhovens Dagblad. Met vijfhonderd publieke woorden legde de geboren Geldroppenaar zijn karakter bloot. Een pacifist die vanuit een christelijke levensvisie geweld veroordeelt, de westerse rijkdom en arrogantie verwerpt, opkomt voor onderdrukten. En daarom zo begaan is met de vluchtelingen die in het welvarende Europa een veilig onderkomen hopen te vinden. Met nog twee dagen voor Kerstmis trekt hij een bijzondere vergelijking: 'Jozef en Maria waren ook vluchtelingen, zij werden ook achtervolgd en er was voor hen geen plaats in de herberg.'

Door Jan H.F. van der Heyden

Met de kerstgedachte houdt Lambert Verhoeven hoop op een vreedzame wereld. 'Want,' zegt hij, 'Kerstmis is een nieuw en mooi begin, de geboorte van een kind, nieuw leven.' Hij associeert Kerstmis met wereldvrede en ziet het als de taak van elke mens om daaraan 'in de eigen omgeving bij te dragen.' Hoe? 'Door iets te doen of na te laten. Door een boodschap, door een glimlach. De vissen of vogels voeren. Het hoeft allemaal niet zo groots te zijn. Blijf dicht bij jezelf. Dáár begint het, bij jezelf.'
Terug naar het opiniestuk van Verhoeven in het Eindhovens Dagblad, want dat was dan wel gericht tegen de staatshoofden en politici die het IS-geweld met geweld bestrijden, maar zijn pennenvruchten zeggen vooral iets over hemzelf. Met zijn schriftelijk protest begon Verhoeven in feite bij zichzelf. 'Ontluisterend,' schreef hij, 'dat er nog steeds mensen zijn die pleiten voor een leger en een groter justitieapparaat. Volstrekt zinloos, het werkt alleen maar averechts.'
Geeft zich hier een pacifist bloot?
Een volmondig 'ja' klinkt uit zijn mond. Ook vertrouwde hij aan het papier toe: 'We hebben het te druk allemaal om onze eigen posities hier minimaal te consolideren en waar mogelijk te versterken. Je kunt tenslotte nooit hoog genoeg op de maatschappelijke ladder staan. En ondertussen maar zoveel mogelijk proberen anderen onder je te houden.' Hij bevestigt mijn veronderstelling, dat wij anderen onderdrukken. 'Ja, als je anderen primaire dingen onthoudt, als je anderen de kans ontneemt zich te ontwikkelen, doe je aan onderdrukking.'

'Jozef en Maria waren ook vluchtelingen. En er was voor hen geen plaats in de herberg.'

Hij kenschetst de rijke westerse maatschappij als arrogant. 'Wij hebben ons zelf heilig verklaard. Wij zijn de slimste mensen. Wij bepalen wat in andere landen moet gebeuren. Wij leggen anderen onze wil op, want wij hebben alles in huis.' Het Westen is volgens Verhoeven doorgeschoten. 'De sociaal-maatschappelijke afstanden zijn groter geworden. Bovenin méér, onderin minder.' Trekken we ons te weinig aan van de noden in Derde Wereldlanden? Weer een volmondig 'ja.' En kort hierna: 'In de armste landen van Afrika zie je overal reclames van Coca-Cola en Marlboro.' En weer even later: 'Hoeveel nucleair afval hebben wij naar Afrika gebracht?'
Na de kerstvergelijking van de vluchtende Jozef en Maria met de actuele vluchtelingenstroom naar Europa komt hij opnieuw met een praktisch voorbeeld. Verklaart eerst zo'n hekel te hebben aan de toevoeging 'politieke' of 'economische' vluchteling. Verontwaardigd: 'Waarom moet dat er altijd bijstaan? Wat deden wij jaren geleden toen wij naar Canada, Australië en Nieuw-Zeeland emigreerden? Wij waren toen geen politieke vluchtelingen. Wij verlieten ons land toch ook, omdat we het hier economisch niet meer zagen zitten. Waarom mag dat niet? Déél gewoon. Déél onze welvaart en kennis met anderen. Maar delen is voor veel mensen een brug te ver.'
In het Eindhovens Dagblad pleitte Lambert Verhoeven om 'erkenning van het probleem.' Wat is dan volgens hem het probleem? 'Dat wij mensen aan hun lot overlaten, geen perspectief bieden of zelfs wegnemen. We stoppen ze in een getto met een muur eromheen. Vind je het gek dat mensen zich dan afzetten tegen de heersende orde? Ze voelen zich geminacht, paria's, uitgestoten. En komen dus in opstand. Ze zijn zo geworden, die mensen in die banlieues, ze zijn zo niet geboren.'

Hij bevestigt dat zijn geloof in een kentering, in een betere wereld, te maken heeft met zijn rooms-katholieke opvoeding, die hij voor een belangrijk deel kreeg in Geldrop, zijn geboorteplaats. Zijn vader was een harde werker, een wever, moeder een betrokken huisvrouw. 'Een eenvoudig arbeidersgezin, geen luxe, degelijk, veel naar de kerk', zoals hij het zelf omschrijft. 'We woonden met vier families in de Heggestraat, een heel klein wereldje, we kwamen de straat niet uit, wel veel bij elkaar over de vloer. De schoolreisjes gingen naar Animali, kijken naar de schildpaddenrace, later met de bus naar Artis in Amsterdam. We hadden geen centrale verwarming, wel een ruime voorkamer. Met Kerstmis ging daar de kachel aan en aten we lekker.' Hij bezocht de lagere 'Broederschool' met een streng regime. 'Ja, die Broeders hadden zo'n eikenhouten stokje waar ze mee sloegen.' Hij ging vier jaar naar de Mulo en dacht toen over te stappen naar de vijfde klas van de HBS, maar dat ging niet door. Moest naar de vierde. Daar was hij het niet mee eens. Uit recalcitrantie ging hij werken, als laborant bij Peijnenburg Koek. 'Dat was om de hoek.' Ergerde zich toen al aan het verschil in standen. 'Ik kon gemakkelijk mee op de lagere school, maar kreeg het advies Mulo. Anderen, zonen van rijke Geldropse fabrikanten, mochten naar de HBS of gymnasium. Ik vroeg me toen al af hoe dat kon. Uiteindelijk is dat een kwestie van geld, heb ik ontdekt.'
Bij Peijnenburg deed hij veel aan schimmelonderzoek 'want schimmel is het ergste wat je kan overkomen in de koekwereld.' Was anderhalf jaar lang luchtmacht-hospik op de Nederlandse militaire basis in het Duitse Blomberg. In die tijd leerde hij zijn huidige echtgenote, Franka van Litsenburg, kennen. Franka was toen nog maar vijftien. 'Haar moeder zei tegen mij: "kom over een paar jaar maar eens terug!"'
Na zijn diensttijd gaat hij bij de Rabobank in Eindhoven werken. Op het brommertje op en neer van Geldrop naar Eindhoven. Eerst aan de balie ('iedereen begint daar') en na heel veel interne cursussen en zelfstudie klimt hij op naar de functie van communicatieadviseur, want hij blonk op school al uit in talen en schrijven. Ruim 43 jaar bleef hij deze werkgever trouw. Dit jaar zwaaide hij af. En kon toen nóg meer tijd stoppen in de kerk, het voetbalbestuurswerk én aan het bijbrengen van de Nederlandse taal aan vluchtelingen. Daarnaast is hij nog mantelzorger voor zijn hulpbehoevende schoonvader en vervoert hij regelmatig mensen naar het ziekenhuis. Zijn vrijheid inhoud geven is voor Lambert Verhoeven geen probleem, want hij heeft nog twee tijd vergende hobby's: popconcerten van internationaal vermaarde groepen bijwonen (hij bezocht er al 250) en reizen naar landen 'die niet op jou zitten te wachten.'

Lambert Verhoeven trouwde in 1976 en ruilde toen Geldrop in voor Eindhoven. Na ruim tien jaar wilde zijn Franka weleens wat anders. Zijn zus woonde in Sint-Oedenrode en maakte hem attent op nieuwbouwhuizen in Nijnsel. Maar Lambert Verhoeven was niet economisch-gebonden aan Rooi en maakte eigenlijk geen kans. Dan vertelt hij een lang verhaal over 'contacten' en 'connecties' met makelaar Rien van den Berg en bouwer Gerard van Stiphout, die er uiteindelijk voor zorgden dat hij wél kon kopen aan de Lieshoutseweg in Nijnsel. Na drie jaar kwam Gerard van Stiphout weer met een nieuwbouwplan op de proppen, nu aan de Klaproosstraat. Daar woont hij nu nog, schuin achter de kerk, met een poortje dat rechtstreeks aansluiting geeft op het voetbalveld, samen met Franka en zijn voetballende zonen Boy (24) en Toby (22). 'Tussen het voetbalveld en de kerk liggen veel uren,' zegt hij doelend op zijn vrijwilligerswerk in de besturen van beide 'instituten.' Het 'voetbalinstituut' vv Nijnsel bekroonde vorige week zijn vele vrijwilligersuren met het erelidmaatschap.

Lambert Verhoeven voelt zich sterk aangetrokken tot het rooms-katholiek geloof. 'Van jongs af aan meegekregen. Ik zat op een Broederschool, ging veel naar de kerk, moest biechten, kreeg de sacramenten en liep mee in de blaasjeszegen. Ja, ik geloof dat iemand of iets in mij stuurt of in ieder geval in mijn leven meestuurt. Die mij in de gelegenheid stelt te genieten van de zonsopkomst en de zonsondergang, van de sneeuwklokjes uit de grond. Ik geloof in de schepping en in een Schepper, dat Onze Lieve Heer 33 jaar heeft rondgelopen op deze aarde. Ik geloof dat er hierna nog iets is. Dat de ter aarde stelling niet het einde van het leven is.'
Zijn rotsvast geloof en vertrouwen in de rooms-katholieke kerk valt me op. Verbaast me zelfs. Als ik hem daarom enkele nieuwsgierige vragen stel over de bijdrage van de kerk aan de wereldvrede en de luxe van het Vaticaan, ontstaat er enige stroefheid in ons vlot verlopen tweegesprek. 'Wereldvrede,' zegt hij enige tijd later, 'lijkt me op dit moment een brug te ver. Zoek de vrede in jezelf en deel deze met je naaste omgeving.' En de luxe van het Vaticaan dan? 'Waar leven onze koning, koningin, prinsen en prinsessen? Zij baden toch ook in weelde? Laat ze maar, deze mensen leven op Mars.'
Tenslotte: ja, Lambert Verhoeven gaat nog altijd elke zondag naar de kerk. Zijn zonen niet meer. 'Nee, die hebben het losgelaten. Doet nú geen pijn meer.'