Nieuwe contouren vennen Vresselsbos zichtbaar

Staatsbosbeheer heeft de laatste weken een start gemaakt met het herstel van de vennen in het Vresselsbos. De eerste werkzaamheden bestaan uit het kappen van bos rond de vennen en het dunnen van het bos daaromheen. Inmiddels is de extra ruimte die de vennen krijgen duidelijk te zien.

De werkzaamheden worden uitgevoerd omdat door verdroging, verzuring en vermesting de kwaliteit van het leefgebied van bijzondere soorten die er voorkomen steeds verder afneemt. Voorbeelden van de soorten waar het om gaat zijn lavendelhei, klokjesgentiaan, levendbarende hagedis, heikikker en speerwaterjuffer. Door de vennen meer ruimte te geven en door strooisel te verwijderen en te plaggen wordt het leefgebied van de soorten die onder druk staan versterkt.
De eerste fase van het venherstel wordt deze winter afgerond en bestaat uit het kappen van bomen. Dat is de meest ingrijpende maatregel. Met name direct rond de vennen verandert het beeld aanzienlijk. De nieuwe contouren zijn al goed zichtbaar. De stukken die gekapt zijn blijven in de toekomst kaal. Op de kaal gemaakte stukken zal zich een vegetatie van heide en gras ontwikkelen.
In tegenstelling tot eerdere plannen blijven de takken op deze plaatsen liggen tot september volgend jaar. Dan zullen ze worden opgeruimd, versnipperd en afgevoerd naar de energiecentrale. Het stamhout wordt op stapels gezet en in de loop van volgend jaar afgevoerd naar de houtverwerkende industrie.
In september 2016 start de tweede fase van het venherstel. Dan worden in het natte gebied dichter rondom de vennen nog extra bomen gekapt. Deze bomen worden op korte termijn voorzien van gele stippen. Daarnaast zal flink wat opslag van jonge bomen worden verwijderd en vinden nog andere maatregelen plaats zoals: het dempen van sloten en greppels - het plaggen van vergraste heide en plaatsen waar bos is gekapt - het verplaatsen van wandelpaden - het inrichten van een deel van het gebied als begrazingsgebied.
Eind 2016 wordt het venherstelproject afgerond en wordt de kwaliteit van het leefgebied van de doelsoorten door middel van regulier beheer onderhouden en verder versterkt.