Walter en Fanny, Silvia en Jeroen
Walter en Fanny, Silvia en Jeroen

Bedrijf Rooise rioleringsbeheerder bestaat 50 jaar

Zakelijk

Van der Velden rioleringsbeheer bestaat dit jaar 50 jaar. Inmiddels staat de derde generatie - alweer sinds 2012 - aan het roer en is het bedrijf uitgegroeid tot een landelijke speler in onderhoud en reiniging van rioleringen. Mede-eigenaar Walter van der Velden is woonachtig in Sint-Oedenrode.

In 1965 begon Wal van der Velden in Tilburg een bescheiden bedrijfje, maar tegenwoordig werken er ruim vijfhonderd mensen bij Van der Velden, verdeeld over 17 locaties in heel Nederland. Kleinzonen Jeroen en Walter hebben inmiddels samen met hun partners Silvia en Fanny het bedrijf overgenomen. Binnen het familiebedrijf is Silvia werkzaam als management assistente en Fanny als Back-office medewerker op de P&O afdeling.

Volgens algemeen directeur Jeroen zit de kracht van het bedrijf in het totaalaanbod: "Wij bieden het complete pakket aan. Van de sifon bij de wastafel tot het onderhoud van de hoofdriolering die onder de straat loopt. Bovendien hebben we een landelijke dekking in combinatie met een breed dienstenpakket, waardoor we een interessante partner zijn voor grote bedrijven zoals een McDonalds." Een recent wapenfeit van Van der Velden is de ondersteuning bij de reparatie van het riool in Amsterdam begin september dit jaar. Daar brak een grote waterleiding, waardoor water in de kelder van het VU Medisch Centrum liep. De lekkage was zo groot dat ook het riool overbelast raakte en Van der Velden het riool en de kelder weer gangbaar moest maken.

Hoewel Van der Velden ook noodonderhoud doet, is voorkomen beter dan genezen, aldus directeur Jeroen. Daarom voert het bedrijf regelmatig periodiek onderhoud uit bij klanten. Bij dit onderhoud denken veel mensen aan het doen van smerig werk, maar volgens Jeroen en Walter valt dat tegenwoordig wel mee: "De nadruk ligt veel minder bij de 'vieze' kant van het beroep, maar veel meer bij de high-tech kant, zoals het bedienen van de apparatuur om de leidingen schoon te maken." Of zoals bij de glasvezel 'kous', waarmee Van der Velden in Roosendaal een riool vernieuwde. De kous werd door een putdeksel in het riool gebracht en bij een andere put verderop weer 'naar boven gehaald'.

Volgens het directieduo komt het enkel nog bij hoge uitzondering voor dat monteurs moeten afdalen in het riool. Maar bij sommige klussen is dat toch noodzakelijk. Hiervoor zijn trainingen en medische keuringen vereist. Mensen met longklachten bijvoorbeeld, mogen de riolering niet in. Voordat de monteur afdaalt, worden bovendien allerlei metingen gedaan om te garanderen dat het veilig is. Zelf begonnen Jeroen en Walter onderaan de ladder bij het bedrijf. Langzaam werkten zij zich op, zodat ze de tweede generatie Van der Veldens, die in 2012 met pensioen ging, konden opvolgen.

Hoewel niet veel kinderen tegen hun ouders zullen zeggen: 'Ik wil later rioleringsmonteur worden', zijn de medewerkers van de broers zeer tevreden. Zij zijn afkomstig uit bouwgerelateerde- of productieomgevingen, werken buiten, onderhouden het klantencontact en hebben de verantwoordelijkheid over een eigen voertuig. Ze zijn veel vrijer dan in de eerdergenoemde omgevingen. Om monteurs op te leiden heeft Van der Velden een eigen opleidingscentrum opgericht. Bovendien is het onderhouden van de riolering een eerbaar beroep. Walter: "Het ontstaan van de riolering is recent uitgeroepen tot de belangrijkste ontwikkeling op het gebied van volksgezondheid van de afgelopen tweehonderd jaar." Niet voor niets, want zonder riolering zouden ziekten als Cholera vrij spel hebben, licht hij toe. "Het is het eerste waar we 's ochtends mee beginnen, en het is het laatste dat we 's avonds doen", doelt hij op een toiletbezoek. "Je mist de riolering pas als hij er niet is. Vandaar ook onze pay-off 'Onzichtbaar onmisbaar'."

Het bedrijf heeft na overnames in de jaren '90 eigen verwerkingsinstallaties, waar afval dat uit olie en vetafscheider afkomstig is, kan worden gescheiden. Deze stoffen kunnen zo worden hergebruikt, of gebruikt worden om energie mee op te wekken. Een blik op de toekomst durven Jeroen en Walter ook wel te werpen. Volgens hen wordt het onderhoud van de riolering meer machinaal gedaan en komt de aandacht ook meer te liggen op duurzaamheid. Zo zal toiletwater op termijn steeds meer gescheiden worden van regenwater. Ook zullen afvalstoffen uit het water, zoals zand en slib, ingezameld worden en gebruikt worden als grondstof.

Op de vraag hoe hun bedrijf er in 2065, bij het 100-jarig jubileum uit zal zien, antwoordt het duo lachend dat de vierde generatie zich alweer heeft aangediend: Walter heeft twee dochters en Jeroen drie. "Dus we kunnen nu wel alvast een datum prikken voor een interview met ónze opvolgers", vult Walter met een knipoog aan.