De heren van den Berk.
De heren van den Berk.

Van een pootpopulier naar een speler op Europees niveau

Zakelijk

Petrus van den Berk groeide op de Schoorse Hoef op. In de oorlogsjaren verhuisde hij naar de Donderdonk in Boskant en werd daar zelfstandig boer. Omdat hier in de buurt veel vraag naar populieren was, ging Van den Berk ook populieren telen. Zijn zonen Jan, Paulus en Martien namen na het overlijden van hun vader het bedrijf over en zagen dat in de boomteelt meer te verdienen was dan in het reguliere boerenbedrijf. Nu, 75 jaar later, is Boomkwekerij Van den Berk toonaangevende boomkwekerij met vestigingen in Nederland en Duitsland.

"Ons pa of zoals iedereen hem kende, Peer Berk, is in 1904 geboren", zo vertellen Jan en Paulus van den Berk. "Op zijn twaalfde begon hij als schaapsherder en deed dat werk tot zijn éénentwintigste. Hij had in die jaren nauwelijks een dag vrij. Daarom zijn de schapen verkocht en heeft hij tot zijn trouwen in 1938 thuis gewerkt".

De kuikens groeiden in 'goei kamer' op
Ook na het trouwen bleef Peer van den Berk boer, nu op de boerderij van zijn schoonouders aan de Schoorse Hoef. In 1940 verhuisde het jonge gezien Van den Berk naar de Donderdonk in Boskant. "We hadden koeien, paarden, kippen en een paar schapen", vertelt Paulus en zijn broer Jan vult aan: "In de goei kamer, die overigens niet zo heel goed was omdat het er altijd vochtig was, werden de kuikens uitgebroed.

Dan meld je nog maar een keer aan
"Tijdens, maar vooral kort na de oorlog begon als pure bijverdienste de kweek van populieren. Dat was in die tijd illegaal, je moest als boomkweker zijn aangesloten bij het bedrijfschap. Dat was hier in Rooi niemand en het kwam dan ook zover dat ons pa werd bekeurd en naar de rechter in Den Bosch moest. Op de vraag van de rechter waarom hij zich niet had laten registreren antwoordde hij eerlijk: 'dat heb ik gedaan, maar ze hebben me afgewezen'. De rechter gaf hem een boete van 25 gulden en de tip om zich opnieuw aan te melden", zo vertelt Jan.

Paulus neemt het woord over: "Toen we eenmaal geregistreerd waren, kregen we ook bezoek van het bedrijfschap. De heer Detz kwam bij ons op bezoek. Hij keek eens rond en vertelde tegen ons pa: 'ik zal die jongens wel leren hoe ze bomen moeten kweken, hoe ze moeten handelen leren ze wel van jou', terwijl hij naar ons wees".

"Wij zagen dat kweken wel zitten", vertellen Jan en Paulus. "We begonnen met het stekken van ligustrum. Dat spul groeide als kool, maar ons pa zag dat boomkweken toch niet zo zitten. Als we bezig waren met het plukken van onkruid, kwam hij wel eens kijken. Zonder dat hij iets zei, wisten wij wel wat hij ervan vond. Totdat er een handelsman kwam die ons een kwartje per ligustrumplantje bood. Dat was omgerekend twaalf gulden per vierkante meter. Vanaf dat moment mochten we onze gang gaan".

Lees verder in DMRK van komende week